vrijdag 7 februari 2014

Toekomstplannen

Ooit bezocht ik het feestje van een vriend. Hij vierde niet alleen zijn 50e verjaardag, maar tevens het feit dat hij net zijn HBO diploma had gehaald. De schoonvader van mijn oudste neef startte op 42-jarige leeftijd met een universitaire studie. Op zijn 50e stond hij als hoogleraar colleges te geven op de Universiteit van Amsterdam. Beide heren hadden een vurige wens, een droom en lieten zich door niets of niemand opzij zetten. Hulde voor deze twee en alle anderen die op latere leeftijd nog een diploma halen of hebben behaald.

Eigenlijk heb ik eenzelfde wens. Een wens die al jaren geleden ontstond. Ik was een laatbloeier en wist pas tijdens en ook dankzij mijn studie Psychologie wat ik echt wilde met mijn leven: journalist worden. Journalist met als expertise de Verenigde Staten. Schrijven bleek mijn passie. Terwijl ik met mijn neus boven en in de psychologische boeken hing, ontdekte ik de opleiding Amerikanistiek op de Radboud Universiteit. Het was ergens eind 1997 en pakte de kans om tijdens een minder drukke periode bij Psychologie ook een module bij American Studies te volgen. Het was een vak over de slavernij. De docent was een Amerikaan en vanaf het eerste college viel voor mij alles op de juiste plaats: hier ook ik thuis. Dit is mijn ding. Dit wil ik doen.

In diezelfde periode was mijn vader ernstig ziek. Wat heet: hij was al terminaal door de gevolgen van een hersentumor. Als laatste redding om zijn situatie te verbeteren, werd hij voor onderzoek overgebracht naar het Radboud Ziekenhuis in Nijmegen. In Radboud Oost om precies te zijn, op een steenworp afstand van de Universiteit. Tussen en na de colleges zat ik aan zijn bed. Hij was niet meer in optimale conditie, maar gelukkig voerden we heel af en toe goede vader tot zoon gesprekken. De goede band die ik altijd al met hem had, was tijdens zijn ziekte alleen maar sterker geworden. In diezelfde dagen van januari 1998 vertelde mijn oma hoe trots mijn vader was dat ik op de Universiteit studeerde. Hij sprak er vaak over met klanten in zijn kapsalon. Voor mij hield hij zijn trots verborgen, maar na zijn dood hoorde ik van meer mensen hoe fantastisch hij het zou vinden als ik - als probleemleerling tijdens mijn MAVO en MBO tijd - uiteindelijk een bul zou halen. Toen zoonlief op het HBO cijfers variërend tussen de 7 en 9 scoorde, vielen mijn ouders al regelmatig van de ene verbazing in de andere. Voor mij was dit geen verrassing: eindelijk was ik bezig met zaken die ik echt leuk vond.

Vandaag 7 februari is het alweer zestien jaar geleden dat hij kwam te overlijden. De laatste dagen voor zijn dood beloofde ik hem plechtig dat zijn grote wens ooit in vervulling zou gaan. Ik zou die bul binnenhalen. Kost wat kost. Zo vielen twee wensen samen. Mijn droom om American Studies te doen en zijn ultieme wens dat ik daar zou slagen. Ik vertelde dit tevens aan mijn moeder. Op de stoep van Radboud Oost wees ik naar de Erasmustoren van de universiteit. Die toren waar het moest gebeuren. Helaas had het ziekteproces en de dood van mijn vader in dat jaar een grote impact op mijn leven en dus ook op mijn studieresultaten. In de zomer van 1998 kreeg ik dan ook het vriendelijke doch dringende verzoek de universiteit te verlaten. Exit Rob! Exit plannen American Studies. Voor een belangrijk vak uit het eerste jaar van Psychologie -dat nog steeds open stond - scoorde ik geen voldoende. Over de ziekte van mijn vader had ik nooit melding gemaakt bij de studieadviseur. Ik wilde het niet als excuus gebruiken. "Als je dit direct had verteld, was je een uitzonderingsgeval, nu niet meer," aldus de examencommissie. De discussie ging ik niet aan. Moe van de strijd rondom de ziekte van mijn vader. Een strijd met de Nederlandse gezondheidszorg, maar wel met steun van - surprise - een Amerikaanse arts: Dr Henry Friedman uit North Carolina. Hij kende mij niet, mijn vader niet en ook ons gezin niet, maar maandenlang stond hij mij per mail en telefonisch te woord. Hij gaf tips, zelfs na zijn werktijd. Tips waar het ziekenhuis in Venlo niets mee deed. Het frustreerde hem. "Do you live in a third world country," zo vroeg hij verbaasd en ook enigszins gefrustreerd. De oncoloog in het Radboud stond wel open voor de tips van Dr Henry Friedman - die later nog persoonlijk arts van de Kennedy's werd - en noemde het verbijsterend dat Venlo er niets mee had gedaan. Het was helaas te laat. De arts die de situatie bij mijn vader zo verkeerd had ingeschat, werd overigens niet veel later in Venlo ontslagen. Datzelfde bleek hem eerder in het Radboud ziekenhuis te zijn overkomen. Bad luck voor ons. Daarom was ik te moe om ook op de Uni de strijd aan te gaan. Het plan bleef echter in leven. Het was mijn droom, en mijn vaders grootste wens.

Na een aantal baantjes besloot ik om 'out of the blue' freelance journalist te worden. Deel één van mijn plan slaagde. De volgende stap was om terug te keren naar Nijmegen om Amerikanistiek te studeren. Omdat ik als freelancer baas was over eigen agenda kon ik de colleges van deze dagopleiding gewoon inplannen. Met een fulltime job, een eigen huishouden plus een volledige studie werd het hectisch. Meer dan hectisch. Van een aantal docenten en mede-leerlingen kreeg ik echter veel hulp. Met samenvattingen, bijlessen, tips et cetera moest mijn plan maar slagen. Ik was iedereen dankbaar die me hielp op de Uni. Misschien soms iets te dankbaar. Soms begrepen ze mijn gedrevenheid en dankbaarheid niet. Helaas werd weer een vak uit de Propedeutische fase mij fataal. Een taalvak was de boosdoener. Niet gehaald binnen de gestelde termijn van twee jaar, dus einde verhaal bij American Studies. Wederom was ik geen uitzondering. "Dat je fulltime werkt, wist je vooraf. Dat is niet ons probleem." De studieadviseur had daarmee een punt.

Natuurlijk ging het niet alleen om dat ene vak. Het was een bijna twee jaar durende strijd tussen mijn overvolle agenda en de factor tijd. Vaak was ik van 's morgens 7 tot 's avonds 11 bezig. En dan nog was ik niet klaar. Maar ik klaagde niet. Het hoort vanzelfsprekend bij de levensstijl van een zelfstandig ondernemer en het was 'part of the plan'. Ik had lol in de studie, de colleges en was tot op het bot gedreven en gemotiveerd. De studie was mijn manier van ontspanning en tevens een deel van mijn sociale leven. De info over Amerikaanse historie, politiek, maatschappij en literatuur werden meer dan een passie. Helaas waren daar dus ook die verrekte taalvakken. Bovendien was de studie Amerikanistiek qua organisatie andere koek dan dat ik gewend was bij Psychologie in de jaren 90. Daar waren twee tentamenblokken per jaar en bij de meeste colleges geen aanwezigheidsplicht. Alles onder het motto: kijk maar hoe je het doet, als je die serie tentamens twee keer per jaar maar haalt. Bij American Studies was wel een aanwezigheidsplicht - hoewel niet heel strikt - en een flinke dosis dagelijks huiswerk. Opdrachten maken, artikelen lezen, presentaties voorbereiden, het reguliere studiewerk en boeken/romans lezen.

Nu, een paar jaar later, knaagt het nog bijna dagelijks in mij. Nog steeds is die opleiding iets wat ik het liefste wil doen. Inmiddels heb ik opdrachtgevers waarbij ik bijna al mijn interviews telefonisch kan doen. Dit in tegenstelling tot een paar jaar geleden toen ik twee, drie keer per week naast mijn studie ook het land in moest om interviews te doen. Dat scheelt tijd; heel veel tijd. Ik heb het laatste jaar tijdschema's bijgehouden en rekenstaatjes gemaakt om te kijken hoeveel uren ik nodig heb, over houd en hoeveel omzet ik moet scoren met het schrijven van artikelen om goed te kunnen leven. Waarom? Omdat ik ergens het gevoel blijf houden het nog één keer te proberen. Het vlammetje van mijn doel en droom brand blijkbaar nog steeds.

De verhalen van de heren waarmee ik dit artikel begon zijn goede voorbeelden dat het kan. En er zijn vast meer voorbeelden. Bovendien geloof ik in het motto: een leven lang leren. In Nederland kijken veel mensen daar nog echter vreemd tegen aan. En natuurlijk is er de vraag: moet ik een beslissing nemen gebaseerd op emotie (mijn droom, de wens van mijn vader en mijn belofte aan hem) of moet de ratio regeren? Door alleen naar de ratio te luisteren, zouden veel succesverhalen niet geschreven zijn. Is dit een plan gebaseerd op sentimenten? Waarom zou het nu wel lukken? Heb ik mijn kans gehad? Ben ik een 'excuus-leerling'? Iemand die altijd een reden heeft dat het niet lukt? Aan de andere kant: misschien had ik vaker en eerder aan de bel moeten trekken als het even tegen zat om welke reden dan ook. Tevens blijft het natuurlijk een eis om op twee fronten kwaliteit te leveren. Een journalist moet goede teksten aanleveren en altijd binnen de gestelde deadline. Hetzelfde geldt voor een student. Tentamens zijn deadlines. Het is een aanpak die natuurlijk ook past bij de 'American way of life'. In het land van Uncle Sam doen velen het op deze manier. Jong en oud.

"Wil je je hele leven teksten blijven schrijven zoals die je nu maakt of wil je hogerop," zo vroeg een coach van een aanvullende éénjarige HBO-opleiding die ik volgde voor mijn start met American Studies. "Wil je je eigen doelen en wensen vervullen en groeien als persoon?" Hij gaf mij toen de noodzakelijke schop onder mijn kont die me dat extra zetje gaf om de uitdaging aan te gaan.  De schop onder mijn kont die een enkele docent mij ook tijdens American Studies gaf. De schop of peptalk die ik nodig heb om door te kunnen gaan. En nu? Vooral vandaag denk ik weer aan mijn vader en mijn belofte aan hem. Maar niet alleen vandaag. Het is een onrust die in mij blijft borrelen. Het is ook mijn plan, mijn doel. Is dat toevallig mijn hoger doel waar je als persoon alles voor aan de kant wilt zetten? Ben ik dan een 'gekke Henkie' als ik het nog eens probeer? Of juist een doorzetter die voor zijn droom gaat? Waar was de wereld zonder dromers? Wat is in dit geval wijsheid? Blijft dit een wens waar ik ooit spijt van krijg als ik het niet doe of kan ik ooit zeggen: ik heb er alles aan gedaan om dat doel te bereiken en ik ben erin geslaagd? Of is dit een kwestie van loslaten? Ik kom er hier vast nog eens op terug.

Rob

donderdag 6 februari 2014

Reacties op vergeten stukje Venlose Vastelaovend

Het stukje over het vergeten stukje Venlose Vastelaovend geschiedenis heeft voor de nodige reacties gezorgd. Een aantal andere oud-leerlingen van deze groep kwam met korte anekdotes, maar niemand die het verhaal volledig voor ogen heeft. De diverse reacties van de afgelopen dagen - en die mogelijk nog volgen - kunnen er mogelijk aan bijdragen dat het verhaal ooit toch weer redelijk compleet wordt.

Behalve de tv-uitzending leidde dit verhaal rondom de Heksenketel ook tot artikelen in de regionale krant 'Dagblad voor Noord Limburg'. Een van die stukjes is inmiddels al boven water, net zoals een flyer en diverse andere foto's.

Was dit hele gebeuren bijzonder om het nu nog een keer onder de aandacht te brengen? Ja en nee. Vanzelfsprekend is het voor zowel mijn ex-klasgenoten als mijzelf een leuke herinnering. Daarnaast is het toch bijzonder geweest dat een Venlose Vastelaovendszitting volledig op de Nederlandse TV te zien is geweest. Maar vanzelfsprekend is het ook slechts een voetnoot. Soms, zeker in deze tijd van het jaar, komt het verhaal van De Heksenkaetel even in mij op. Als ik de medaille zie of gewoon omdat het Vastelaovend is. Niets menselijks is mij vreemd, want ondanks het feit dat ik dit feest nauwelijks meer vier, komen elk jaar weer herinneringen naar boven van die keren dat ik altijd aanwezig was. Zoals ook bij dit evenement. De videoband is overigens nog niet terecht. Wel is er een spoor, maar of de band nog ooit boven water komt, blijft de grote vraag. Videobanden zijn in de afgelopen 10 tot 15 jaar door bijna iedereen bij het grof vuil geplaatst. Enige oplossing lijkt contact zoeken met de KRO zelf of met oud docenten. Misschien zijn er meer kopieën in omloop geweest.

Het verhaal over De Heksenketel leidde er in ieder geval toe dat een aantal voormalig klasgenoten via de sociale media weer contact met elkaar heeft gezocht. Mogelijk volgt daaruit nog een kleine reünie. Een reünie van een groep uit een tijdperk waar bijna alle herinneringen van vervaagd zijn. Want hoewel we allemaal nog relatief jong zijn, weet ik zelf weinig meer van mijn lagere schoolperiode. Vlagen, flarden, korte momenten. Soms zijn het de stomste feitjes die boven komen drijven. Maar zo heeft iedereen zijn bijzondere herinneringen of bezittingen die er toe bijdragen dat het verhaal in de toekomst misschien weer iets completer wordt. Schriften, foto's, de tekst van een musical, boekjes, persoonlijke aantekeningen. Van alles is in de laatste dagen al voorbij gekomen. Dankzij de sociale media is het mogelijk dit alles eenvoudig te delen. Dan volgt in de toekomst misschien nog een  uitgebreider verhaal over dit vergeten stukje Venlose Vastelaovend: De Heksenkaetelreünie.

Rob

maandag 3 februari 2014

Een vergeten stukje Venlose Vastelaovend

Eigenlijk heb ik een redelijk rijke carrière in de Venlose Vastelaovend (carnaval voor niet Venlonaren) op mijn naam staan. Prins van de Sint Martinusschool, lid van de Raad van Elf bij Jocus Toekoms (het kleine broertje van de grote vereniging Jocus), adjudant bij datzelfde Jocus Toekoms en lid van Prinsegarde bij Jocus. Die laatste functie leverde mij nog de benoeming Broeder in de Haen op. Daar zal het waarschijnlijk ook bij blijven. Het is mooi geweest.

Maar er is nog een fraai stukje historie. Een stukje historie van mijzelf, maar ook van de Venlose Vastelaovend - ergens eind jaren 70 - die weinig mensen zich nog zullen herinneren. Ooit was ik ook adjudant van De Heksekaetel. Een eenmalig evenement, maar dusdanig uniek dat voor de eerste en enige keer in de geschiedenis van de stad Venlo een volledig Vastelaoveszitting op de Nederlandse TV is uitgezonden, door de KRO in dit geval. Vanzelfsprekend in het Venloos dialect.

Waarom en hoe is dit ontstaan? De exacte feiten zijn mij inmiddels ontschoten, maar onze klas, de toenmalige derde klas (tegenwoordig groep 5) van de Sint Martinusschool, deed mee aan een landelijke wedstrijd. Het doel was om 'iets' op ludieke wijze uit te beelden. Wie de wedstrijd organiseerde en wat de eisen of het doel waren? Ik weet het echt niet meer. Onze docenten van dat jaar, Mijnheer Stevering en Juffrouw Nabben, werkten een idee uit en het motto daarbij luidde: Ut is en bliëf eine Heksekaetel. Elke leerling maakte een eigen pop in formaat van een poppenkastpop. Zo ontstonden ongeveer 25 heksen die in een ketel van klei werden geplaatst en opgestuurd naar de jury. En klas 3 van de Venlose Sint Martinusschool won. Ouders waren vooraf ingelicht en op een maandagmorgen werden drie mini heksenbezems uitgereikt aan Frank Vestjens als Prins en zijn adjudanten Jop Haagmans en ondergetekende. 

De kinderzitting en tv-opnames vonden plaats in de Blerickse Staay. Vanzelfsprekend was het toenmalige plaatselijke theater Prins van Oranje de plek om dit Vastelaovesfeest te vieren, maar door de korte termijn tussen prijsuitreiking en tv-opname bleek deze zaal niet beschikbaar. Dan maar twee kilometer verderop naar Venlo-West, Blerick dus. Presentator van die middag was Gerrit Gommans en KRO TV maakte opnames. Ergens op een zaterdagmiddag vlak voor Vastelaovend was deze Venlose zitting dus op de Nederlandse tv te zien. Minimaal een uur, misschien wel anderhalf uur. De videoband is ooit een keer aan ons vertoond, maar wie deze in zijn of haar bezit heeft, is een raadsel. Als de band de tand des tijds überhaupt heeft overleefd.

Zoals gezegd zijn herinneringen aan die middag grotendeels vervaagd. Slechts een aantal korte momenten dansen bij tijd en wijle nog door het hoofd. Een van die momenten is dat mijnheer Stevering tijdens de opnames op handen en voeten achter de Raad van Elf en Prinsentrio over de grond kroop en vroeg om meer enthousiasme. "Niet omkijken maar meer bewegen, meer bewegen," zo klonk het plots streng achter ons. Heel Nederland zou dit stukje Venlo promotie te zien krijgen en een groepje kinderen dat schijnbaar te vaak stil stond was niet aantrekkelijk.

Vanzelfsprekend deed de Heksekaetel ook mee aan de Venlose optocht. Een paar foto's en een bijzondere medaille zijn daarvan het bewijs. Wie de videoband van deze opname heeft of meer anekdotes weet te vertellen, mag zich melden.


De wagen voor de Venlose optocht.

De dans van de Heksekaetel op het podium. De drie hoofdrolspelers staan op het podium. Van links naar rechts: adjudant Rob, Prins Frank en adjudant Jop.

Rob