donderdag 30 april 2015

Wereldvreemd

Eens in de zoveel tijd, zo eens in de zes tot acht weken, loop ik er naar binnen. Een van de bekendste snackbars van de stad. Als ik normaal gesproken ergens wat lekkers haal, eet ik het altijd thuis op: broodjes, pizza's, salades, wokgerechten en andere culinaire hoogstandjes. Het maakt niet uit wat. Ik ga nergens in mijn eigen stad in mijn uppie zitten eten. Alleen in die snackbar neem ik er even de tijd voor. 

Ik hoor er dan de laatste ontwikkeling in de stad, wat buurtroddels of andere schandalen uit de directe omgeving. Of ze kloppen? Dat weet ik nooit. "Heb je dat al gehoord? Ken je die? Wat nee? Maar natuurlijk ken je die?" Al dat soort vragen, ik moet de eigenaar van deze zaak bijna altijd teleurstellen. Ik ken de verhalen niet. ik de mensen meestal niet. Heel soms als het over een bepaalde winkel gaat, wil ik nog wel eens een Aha-erlebnis hebben. "Weet jij wat daar gisteren is gebeurd," zo vroeg hij mij vanmiddag weer. "Nee sorry. Ik weet het niet," zo klonk het bijna beschamend uit mijn mond. "Ach man, jij weet bijna niks," zo luidde met een grappige en tevens cynische ondertoon zijn antwoord.

Bij het naar buiten lopen realiseerde ik mij dat de snackbareigenaar gewoon gelijk had: ik heb er inderdaad nauwelijks weet van wat er om mij heen gebeurd. Ik hoor ze nauwelijks: de verhalen over burenruzies, faillisementen, echtscheidingen, inbraken, drank- en drugsproblematiek, dood, ziektes, gokverslavingen en weet ik wat voor ellende nog meer. Er was een tijd dat ik alles wist. Bijna alles. Ik ben geboren en getogen in het centrum van Venlo. In de directe buurt kende iedereen elkaar. Je hoorde verhalen bij de slager, bij vrienden, bij buren, gewoon op straat en later in de kroeg. En ja, nog beter: mijn vader had een kapsalon. Als mensen voor lange tijd in een stoel zitten, komen de verhalen en roddels van zelf.

Ergens hield het op, glipte al die contacten weg. In de kroeg kom ik niet meer, de kleine zelfstandige winkels zijn grotendeels verdwenen, mijn vrienden wonen niet meer meer in de binnenstad en ja, die kapsalon is er natuurlijk niet meer. Terwijl ik van de snackbar naar huis wandelde, maakten verhalen van heden en verleden rondjes in mijn hoofd. Ik wist inderdaad ooit bijna alles, maar ik deed er weinig mee. Nu hoor ik niets meer en vraag me af of dat wel zo'n gemis is. Geen kennis van roddels en verhalen die misschien toch net niets anders in elkaar zitten dan ze verteld worden. Ook hoor ik weinig meningen en veroordelingen (meestal negatief) van de verteller over het lijdend voorwerp. Het voelt dubbel. Soms voel ik mij buitenstaander en apart. Andere keren denk ik: wat goed dat ik dat allemaal niet weet.

"Die heeft echt zware drugsproblemen," zo vertelde een vriend mij pas geleden toen één van zijn buurtgenoten op de fiets voorbij kwam. "Dat huwelijk is ook al voorbij." Direct nadat hij zijn uitspraken had gedaan vroeg ik mij af in hoeverre die verhalen klopten. En als ik het niet had geweten, was mijn leven dan anders geweest. Ik lees iedere dag de krant, kijk meerdere journaaluitzendingen op een dag, lees diverse tijdschriften, check regelmatig mijn uitgebreide twitteraccount en diverse websites, maar toch voel ik mij in mijn eigen omgeving vaak wereldvreemd. Al wat ik weet, lees ik op Twitter of in de krant.

"Man, jij bent niet van deze wereld," zo beet een vrouwelijke ex collega mij ooit venijnig toe. Ze mocht mij om die reden niet. Ik verrichte in die tijd nog kantoorwerk. Nee, dat is niet mijn wereld, maar soms moeten bepaalde dingen nu eenmaal. Zoals dat bij een traditionele kantoorcultuur hoort, werden ook daar iedere morgen de series, reallife soaps en andere hoogtepunten van een avondje TV kijken besproken. Ik hield mij daar altijd behoorlijk afzijdig van. Bleef tijdens de meeste pauzes gewoon doorwerken. Toen de naam van wat bleek zo'n nieuwe reallife soap voorbij kwam, vroeg ik uit belangstelling of het soms de titel van een film was. Het antwoord dat ik kreeg, staat hierboven. Waarschijnlijk bedoelde zij dat ik niet in haar wereld paste. Later ben ik dat als een groots compliment gaan zien.

Gisteren besloot ik mij bij een nieuwe winkel in de buurt even keurig te gaan voorstellen. Een prachtige zaak, aanwinst voor de stad en een uiterst vriendelijke mevrouw die mij uitgebreid vertelde over de zaak, de producten, de verbouwing en haar carrière tot dan toe. Ik had verleden week al bloemen gestuurd om ze te feliciteren. Bevreesd dat ik was voor een officiële opening of iets in die trant. Daar maken mensen mij niet blij mee. Zij bleek er gelukkig ook allesbehalve voorstander van te zijn en bedankte mij hartelijk voor de bloemen: "Wij waren er oprecht blij mee want je wilt niet weten hoeveel negatieve reacties wij inmiddels al gehad hebben." Ik keek haar vreemd aan. Misschien wel wereldvreemd: "Pardon? Negatieve reacties? Waarom?" Ze lachte pijnlijk: "Mensen zeggen het gewoon in je gezicht: nou, ik ben benieuwd hoe lang je het vol houdt. Of : nou, nou, het heeft wat mogen kosten he zo'n verbouwing. Dat zullen we dan wel terug zien in de prijzen. Alles met een cynische toon."

Ik wist even niet of ik haar moest geloven. Zijn de mensen echt zo gemeen?  Ja dus. Haar verhalen verbaasde mij. Ja ik heb ze zelf als zoon van een kapper ook gehoord. Vroeg of laat is je eigen gezin ook aan de beurt. Mijn ouders waren ooit gescheiden, zo luidde de roddel. De reden: gewoon omdat mijn moeder op paaszaterdag alleen in de kerk zat en vader met zijn beide zoons naar de plaatselijke voetbaltrots moest gaan kijken. "Hij heeft de kinderen en zij blijft alleen achter." Mijn moeder zou ooit keelkanker hebben. Gewoon omdat ze wel eens hees was, vooral als ze het druk had of zich druk maakte. Die roddels lachte ik toen weg.

Pas als je ouder wordt, raken ze je meer. Ik ben inmiddels ook versleten voor crimineel, homo, drugsdealer, hoerenloper en loser. Er zitten overigens wat tegenstrijdigheden in deze roddels, maar dat terzijde. Toen ik mijn huidige woning betrok, vroeg iemand mij: "Waar betaal jij dat van? Jij doet toch niks? Tja, een freelancer die grotendeels van thuis uit werkt, is nog altijd een fenomeen dat moeilijk in een hokje te plaatsen is. Wie weet wat voor stempels er nog meer op mij rusten? Wie weet hoeveel verhalen ik dagelijks mis over mijn buurtgenoten of mensen die mij lief zijn. Wil ik het allemaal weten? Nee, ik blijf dan liever wereldvreemd. Het gros van die verhalen heeft een bijzonder negatieve lading. Ik pik de komende dagen wel weer wat concerten, ga met familie een hapje eten, lees wat kranten, misschien zelfs een boek, bekijk het journaal en ga vanzelfsprekend iedere dag bij mijn moeder op bezoek. Eigenlijk is het best heerlijk om wereldvreemd in een bekrompen wereld te zijn.

Rob

dinsdag 28 april 2015

Ieder concert zijn eigen verhaal

Egbert Derix is gewoon een pianist uit Horst, Noord-Limburg. Dankzij deze mooie hobby heeft hij niet alleen met een aantal wereldberoemde artiesten het podium mogen delen, maar brengt zijn passie hem tevens op veel bijzondere plekken. Al die reizen, die ontmoetingen en locaties bezorgen hem zowel muzikale inspiratie, als voldoende stof om mooie verhalen te vertellen. 

Afgelopen zaterdag zat ik samen met hem in de studio van Omroep Venlo. Hij was er om over zijn boek " De Muze brengt mij' te vertellen. Een boek waarin veel van die verhalen zijn opgenomen. Verhalen waarvan er al een deel op zijn Facebook account te lezen waren. Dat muziek voor bijzondere ervaringen zorgt, kan ik zelf beamen. Toen ik naar zijn uitleg luisterde, maakte dat ook weer veel in mij los. Mijn verhalen zullen nergens zo bijzonder of spannend zijn als die van een muzikant zelf. Zij zijn degene met de krankzinnige ontmoetingen en ervaringen. Wat wij als liefhebbers meemaken, is eigenlijk slechts surrogaat, maar voor ons is het net zo speciaal. Bij alle grote concerten die ik de afgelopen jaren bezocht, hoort dan ook een verhaal. Toen ik eind jaren 80 tijdens de verjaardag van mijn oma trots aan een aantal mensen vertelde dat ik voor de eerste keer een concert zou bezoeken (Michael Jackson in De Kuip), knikte een achterneef goedkeurend, maar stak tevens wijs zijn vinger op: "Onthoud één ding goed Rob: je gaat niet zo maar naar een concert toe. Je gaat naar een event, een belevenis, een totaal ervaring." Hij, ouder dan ik, had inmiddels legendarische namen als Pink Floyd, The Stones en U2 live aan het werk gezien. Hij wist wat mij een half jaar later te wachten zou staan.

Nog vaak denk ik aan die wijze woorden terug en ik kan dan inmiddels ook beamen dat ieder concert van persoonlijke helden of muzikale grootheden inderdaad een ware belevenis is; een totaal ervaring. Het is meer dan een concert. Het is een happening. De reis er naar toe, de mensen die meegaan, de ervaringen onderweg en de zoete herinneringen na afloop. Zoals gezegd: de muzikanten, of ze nu Bono, Jagger of Egbert Derix heten, maken de echte bijzondere dingen mee. Maar iedereen die de tijd neemt om zich in het totale event te laten onderdompelen en het ook echt als ware beleving ervaart, maakt eveneens bijzondere zaken mee. Nee, geen ranzige sex, drugs & Rock 'n Roll verhalen van mijn kant. Hoewel ik wel ooit een keer na een (overigens uiterst matig) concert van UB40 in Maastricht in de wagen van een vriend ben aangerand. Twee aangeschoten dames van midden dertig vroegen ons na afloop van de show of wij toevallig naar Venlo reden en of er nog plek achterin was. "Waarom kom je er niet gezellig bij zitten," vroegen ze aan mij bij het instappen. "Ik zit voorin prima dames," zo klonk mijn beleefde antwoord. Na een poosje was het stil achterin en zag ik dat mijn vriend enigszins nerveus in de achteruitkijkspiegel bleef kijken terwijl hij zijn hoofd vol verbazing van links naar rechts schudde. Voordat ik kon vragen wat er aan de hand was, maakte de geluiden op die achterbank mij duidelijk dat de dames meer dan gemiddeld in elkaar geïnteresseerd waren. Niet veel later werden een eerste paar armen om mijn lijf geslagen. "Kom toch lekker meedoen." Snel verzon ik de naam van fictieve vriendin en dat zij nogal jaloers was aangelegd, maar dat leverde slechts hoongelach op. "Jullie brengen ons dadelijk ook gewoon naar onze mannen toe, maar aangezien wij er nu nog niet zijn, kunnen we er toch het beste van maken? Wat niet weet, wat niet deert," zo klonken de laatste wijze woorden.

Weer even later werden twee paar armen om mij heen geslagen en (ja u leest het goed) de kleren van mijn lijf getrokken en daalden twee paar dameshanden af naar plekken waar ik ze op dat moment liever niet voelde. Ja, ik heb het verhaal vaak moeten vertellen. En telkens werd er smakelijk om gelachen. Waren de rollen omgedraaid geweest, had ik waarschijnlijk poging tot aanranding op mijn strafblad staan.

Enfin, ieder concert zijn verhaal, maar geloof mij als ik zeg dat dit één van de meest aparte ervaringen was. Een ander verhaal:terugrijdend na een concert van KISS in Gent zonder goed functionerende ruitenwissers. Niet heel erg, maar wel als je  in een waanzinnige hoosbui belandt. Levensgevaarlijk was het, maar toch krom gelegen van het lachen tijdens die rit. Bas met één hand aan het stuur, hangend uit het raampje om handmatig de ruitenwisser zijn werk te laten doen. Ik geloof dat we voor eigen veiligheid toch maar ergens gestopt zijn. Of naar Bruce Springsteen in Frankfurt. Heerlijk relaxed met drie gelijkgestemden er een echt dagje uit van maken. Leon kende ik van een aantal fotoklussen en een vriend van hem wilde ook graag naar The Boss. Ik kende Luc toen nog niet, maar zoals dat vaak gaat bij mannen met een zelfde hobby: er was direct een klik. In de loop van de ochtend was het vertrek gepland. Ergens halverwege werd bij een typisch Duits wegrestaurant gestopt. We aten een broodje, dronken een goed glas bier, proosten op die mooie dag en vertelden aan elkaar over ons leven, ons werk en de gezamenlijke passie voor Bruce. De dag was toen al geslaagd al zorgde Bruce met zijn 3.5 uur durende show ook nog eens voor een onvergetelijke avond. "Ik kende lang niet alle nummers," zo liet Leon na afloop weten. "Maar wat heb ik genoten. Wat een plezier. Wat een positieve uitstraling. Wat een power heeft die man in zijn lijf."

Daar zittend op het terras in de vroege voorjaarszon langs een Duitse autobaan - uren voordat Bruce zijn positieve boodschap op ons liet neerdalen - realiseerde ik mij weer even hoe mooi het leven soms kan zijn. Niemand die je iets doet. Gewoon: drie mannen op weg naar één van de grootste artiesten uit de historie van de rockmuziek. Zo zou ik de komende weken van vele concerten uit het verleden iedere dag een mooi verhaal kunnen vertellen. Dat doe ik nu nog niet. Ooit komen ze misschien wel een keer voorbij. Vanaf volgende week gaat Rob's Ouwe Lullen Tour 2015/2016 namelijk verder met AC/DC in het Gelredome. Wederom met drie heren die onderweg vast ook over het leven en rockmuziek zullen praten. Wij vertrekken op tijd. Dat staat vast. Het verhaal van die dag komt hier zeker voorbij. Mijn achterneef had tenslotte gelijk: "Onthoud één ding goed Rob: je gaat niet zo maar naar een concert toe. Je gaat naar een event, een belevenis, een totaal ervaring." Die wijze les knoop ik de komende maanden goed in mijn oren. Ik hoop dat iedereen die mij tijdens deze tripjes vergezelt zich daar eveneens van bewust is. Een rockshow is meer dan een avondje uit.

Rob

maandag 27 april 2015

Wakker worden in de stad die nooit slaapt

Vandaag ontving ik via de app een aantal foto's van Roger. Hij zit op het moment samen met zijn gezin in New York. Al sinds zijn vertrek afgelopen vrijdag volg ik hem en vraag me af of hij dezelfde eerste indrukken heeft die ik tien jaar geleden bij mijn bezoek aan deze stad had.

Bij het zien van de foto's kwamen veel herinneringen naar boven. Zeker toen ik zojuist via Facebook las dat hij vanmorgen een gospeldienst in een kerk had bijgewoond. Ik beschouw de dienst die ik in Harlem zag nog steeds als één van de hoogtepunten van die fantastische reis. Toen ik afgelopen zaterdagochtend wakker werd, was daar dat berichtje dat Roger om 2 uur 's nachts Nederlandse tijd had gestuurd: "Het is hier nu acht uur, maar wij gaan slapen." Herkenbaar. Wat ik na aankomst in New York zo bijzonder vond, was het eerste bezoek aan Times Square, ruim tien minuten lopen van het hotel. Daar stond ik: tussen de ontelbare schreeuwende neonreclames, de gigantische billboards van musicals, films en nieuw verschenen cd's, de luid toeterende yellow cabs en duizenden New Yorkers en toeristen die of net zoals ik even stilstonden om deze gigantische kermis in zich op te nemen of zich door de hectiek van Manhattan lieten meesleuren.

Dat moment op Times Square voelde vreemd. Het was er druk. Alles flitste, alles bewoog, er was geen rust, maar mijn wereld leek even stil te staan. Het was een fantastische ervaring. Diezelfde ochtend had ik voor vertrek nog een klein rondje Venlo-centrum gedaan om mijn moeder en broer gedag te zeggen en nu stond ik - nog steeds bij daglicht - midden op Times Square. Vanmorgen nog de Vleesstraat en de Parade van mijn eigen stad en nu in het centrum van de wereld. Het voelde vreemd. Natuurlijk was het toen aan het thuisfront al nacht en verkeerde Venlo in diepe rust. Daar in New York was echter net een late zomeravond in september begonnen. Een mooie, warme zomeravond. En ik? Ik stond midden op Times Square. Onwerkelijk. Een nieuwe wereld, maar tevens oh zo vertrouwd door de tientallen films, series en nieuwsitems die ik in mijn leven had gezien. Het voelde vanaf het begin als thuis. De New Yorkers waren bovendien bijzonder vriendelijk. Geen moment voelde ik mij een vreemde of een toerist. Niet alleen tijdens die eerste dag, maar gedurende alle tien de dagen van ons verblijf. Maar ook ik zocht - net zoals Roger en zijn gezin - na een korte kennismakingsronde vroeg het bed op.

Het logische gevolg is dat je dan als toerist op de eerste volle dag van het bezoek aan de Big Apple ook weer vroeg uit de veren bent. Vanaf dat moment volgde de ene bijzondere of bizarre kennismaking met de stad die ik dacht te kennen, maar die ieder moment toch voor een nieuwe verrassing zorgde. Ik begaf mij die ochtend al tegen zevenen in de hectiek van Manhattan. Groot was mijn verbazing toen ik op dat vroege tijdstip, direct om de hoek van Pennsylvania Hotel, een pizzeria zag: geopend! De medewerker liet het nog slappe deeg rondjes draaien op één van zijn wijsvingers. En ja, er zaten zelfs mensen binnen die een rustig een kop koffie met een pizzaslice als ontbijt naar binnen werkten. Nog geen zeven uur en dan al bezig met een caloriebom. Welkom in New York. The city that never sleeps.

In die tien dagen zag ik alle highlights van de stad: Lady Liberty, Central Park, Brooklyn Bridge, Macies, Empire State Building, Harlem, Ground Zero en hoewel ik in principe weinig met het genre heb, zag ik er zelfs drie musicals. Een musical in New York (of Londen) is m.i. wel de moeite waard. De eerste plek die ik tijdens die vroege eerste ochtend in Manhattan bezocht was het Dakota gebouw; aan de Westzijde van Central Park. Het gebouw waar John Lennon was vermoord. Daar moest ik heen. Het was een moord die op mij vreselijk veel indruk had gemaakt. Ik moest naar die plek. Even was er iets van schaamte toen ik mij voor het Dakota gebouw, voor die deur waar Mark Chapman in koele bloedde een einde maakte aan het leven van Lennon, liet vereeuwigen. Toen ik daar stond, volgde echter snel vele anderen. Waarschijnlijk waren er al tienduizenden muziekfans voor mij geweest met hetzelfde idee en misschien ook wel met hetzelfde gevoel van plaatsvervangende schaamte. Maar het is inmiddels een historische plek. Tevens maakte ik in opdracht van een lifestyle magazine - waar ik toen als journalist voor werkte - foto's van gewone New Yorkers die het glossy tijdschrift trots vasthielden. Niemand was te beroerd om mee te werken. IJsverkopers, politieagenten, maar ook deze dame bij CNN niet. Alles lukte, alles klopte tijdens deze reis en ik heb de inwoners van New York continu als bijzonder vriendelijk en behulpzaam ervaren. Agressie, criminaliteit of opstootjes; ik heb het in die dagen niet gezien. Zoals gezegd: alles klopte.

Ook zag ik er tijdens die dagen The Rolling Stones: Live in Madison Square Garden. 's Werelds beroemdste concertzaal recht tegenover het hotel. Het was een tien dagen durende droomreis die mij deed realiseren hoe goed een mens het soms kan hebben. Een paar maanden eerder was ik met een aantal vrienden in Dublin om U2 live aan het werk te zien. Ik kreeg toen de vraag: "Rob, wat is het volgende concert waar je naar toe gaat?" De avond nadat ik Bono & Co in een kolkend stadion in hun thuishaven had gezien, moest ik antwoorden: "Mijn volgende concert is The Rolling Stones in New York. Het klonk bijna patserig. Ja 2005 was een goed jaar. Ik was net begonnen als journalist en in diezelfde periode kreeg ik een aantal grote opdrachtgevers waardoor ik sindsdien altijd voldoende werk heb gehad om óf te overleven óf om bijzonder goed te kunnen leven. Dublin, New York én starten als journalist; ze stonden in het jaar daarvoor alle drie op mijn wensenlijstje. In 2005 kwam er befaamde vinkje achter.

Vanmiddag bekeek ik nogmaals mijn eigen foto's van die reis nog eens goed. Ik schrok eigenlijk van de kwaliteit. Velen waren niet goed; zeg maar gerust vaag. Ja, ik had toen zeker de beschikking over een digitale camera, maar de i-Phone van 2015 zorgt voor betere resultaten dan die kiekjes uit 2005. Handig, maar zeker bij foto's gemaakt op afstand zijn die beelden van toen eigenlijk alles behalve fraai. Sommige foto's lijken onscherp, mistig, ja gewoon wat vaag. Ik dacht aan de wensen die in dat jaar van de reis in vervulling waren gegaan. Wat zijn nu tien jaar later mijn wensen en doelen voor de komende jaren? Steeds vaker realiseer ik mij te veel te leven bij de waan van de dag. Over mijn toekomstplannen hangt een onscherpe, mistige en enigszins vage sluier. Het ophalen van herinneringen aan de reis naar New York kan ook nu misschien weer voor nieuwe inspiratie zorgen. Tijd voor nieuwe plannen. Dankzij de appjes en foto's van Roger. Dankzij mijn eigen herinneringen.

Rob




zaterdag 25 april 2015

De waan van de dag

Een bekende Nederlandse schrijver met een passie voor mijn stad doet het. Een plaatselijke boekhandelaar krijgt het voor elkaar. Andere mensen uit mijn omgeving hadden of hebben eveneens die routine.  Zelf deed ik het twee jaar achterelkaar in de maand december. Iedere dag een stukje schrijven op een blog of welk ander medium dan ook op het Internet. 

Is het gebrek aan inspiratie die bepalend is of je daar als schrijver in slaagt? Nee, ik ben namelijk juist geneigd te zeggen dat de waan van de dag je ergste vijand is. Anderzijds is het juist diezelfde waan van de dag die tevens de grootste bron van inspiratie is. Kijk om je heen en zie wat er gebeurt. In je omgeving, maar vooral in jezelf. Wat maken situaties, herinneringen, dat artikel in de krant of het gedrag van anderen in je los? Ik doe het nu dus niet dat iedere dag dat stukje schrijven. Al neem ik het mij wel vaker voor. Vooral omdat ik die Nederlandse schrijver, die boekhandelaar en die andere personen om mij heen die het wel doen zo enorm waardeer.

Iedere dag ontstaat ook in mij wel een verhaal. Soms zelfs meerderen. Daar hoef ik niet over na te denken; dat groeit vanzelf. Het is een deel van mij. Schijnbaar ben ik een denker. Zeker ben ik een schrijver. Misschien ben ik juist geen doener. Anders liet ik mijn hersenspinsels wel dagelijks op enig moment de vrije loop: vanuit de grijze massa naar mijn vingers op het toetsenbord. De waan van de dag wint het echter telkens weer. Want steeds neem ik weer nieuwe beelden in mij op. Bewust en onbewust. Mijn hoofd is groot genoeg om heel veel op te nemen. Leeglopen kan altijd nog; al word ik er tevens dagelijks mee geconfronteerd dat het brein je plotseling in de steek kan laten. En dat komt er bij mij misschien ooit een moment dat óók ik heel veel niet meer weet.

Of is het juist dat? De vrees dat ik te vaak hetzelfde onderwerp verstop in mijn stukjes. Zoals nu. Het komt regelmatig terug. Natuurlijk valt dat goed te verklaren. Dat onderwerp dat nu al drie jaar onderdeel is van mijn dagelijks leven en het zeker de afgelopen anderhalf jaar behoorlijk beheerst. Maakt dat wat uit? Nee, het is een redelijk bepalend aspect van mijn leven en het is een onderdeel - hoe zwaar soms ook - waar ik mij aan vastklamp. Straks is het er niet meer, maar als het er niet meer is dan ben ik zo veel meer kwijt. Dan is ook zij er niet meer. Dan valt een basis voorgoed weg. Dat is beangstigend. Ik ben niet alleen daar veel mee bezig, maar het triggert tevens de ervaringen van een eerder groot verlies waarvan ik mij nu meer en meer afvraag of ik het wel 'dat zo belangrijke plekje' heb gegeven. Ben ik niet al 17 jaar lang op de vlucht?

Gelukkig biedt het leven zo veel meer. Kleine en grote momenten zorgen dagelijks voor verhalen in mijn hoofd. Soms krijgen die verhalen al kop en staart en zijn ze klaar om uitgewerkt te worden. Te vaak gebeurt dat niet. Soms blijven het slechts flarden en verdwijnen ze weer. Ergens naar de achtergrond of definitief. Bijna iedere ervaring kan een verhaal opleveren. Of het nu dat meisje is op die fiets. Dat meisje dat op een vroege en vooral stille zondagochtend op een lege en verlaten weg toch keurig haar hand uitstak. Inwendig gaf ik haar een ovationeel applaus. Veel meer beschaving en fatsoen kom je op een dag niet tegen. Ook goed gedrag huist vaak in het kleine. Hoeveel verhalen schoten door mijn hoofd toen ik afgelopen maandag weer even terug was op het terrein van de Radboud Universiteit van Nijmegen. Mooie herinneringen, maar ook vurige wensen en vragen waarop alleen ik antwoord kan geven, kwamen naar boven. Of het feit dat een vriend dit weekend met zijn gezin voor een vakantie naar New York is vertrokken. De stad die ik zelf tien jaar geleden bezocht en toen definitief in mijn hart sloot. De stad die nu nog vaak voor mooie herinneringen, maar vooral voor veel inspiratie zorgt. Al deze ervaringen leveren hun eigen verhalen op.

Het begin van een verhaal ontstond ook gisteravond in het plaatselijke voetbalstadion. Daar waar ik altijd ruimschoots voor de wedstrijd aanwezig ben. Telkens is er weer datzelfde ritueel. Eerst een broodje halen en dan weer even naar diezelfde plek voordat ik richting mijn eigen plaats wandel. Als ik mij in dat nog grotendeels lege stadion omdraai, zie ik boven op een verder nog uitgestorven eretribune de trainer van de tegenstander. Ook hij zit daar alleen. Een minuut of tien. Hij tuurt over het lege veld. Wat gaat er in hem om? Ontstaan bij hem ook hersenspinsels? Is dit ook voor hem een ritueel? Even afzonderen voordat er 90 gekke minuten beginnen die eigenlijk ook niet meer zijn dan de waan van de dag. 

Dat verhaal kreeg in mijn hoofd nog geen vervolg. De waan van de dag en herinneringen van toen winnen het weer van dat moment. Nu is dat beeld van die turende trainer toch weer even terug. Net zoals het beeld van dat meisje op de fiets op een stille zondagmorgen, maar ook de herinnering aan de groenrijke omgeving van de Nijmeegse Universiteit en de hectiek van New York keren weer terug. Een boek er mee vol schrijven zal niet snel gebeuren, dat is aan mij niet besteed. Maar misschien kan de waan van de dag toch iedere dag voor een stukje tekst zorgen. Of blijft de waan van de dag van zichzelf winnen en verliezen de stukjes hun houvast in mijn hoofd?

Rob




zaterdag 18 april 2015

Mind Games

Een zaterdag vol tegenstellingen. Van de serene rust in het Arnold Janssen klooster naar de dampende rock van de Guy Smeets Band tijdens Record Store Day bij Sounds Venlo​.  

Als eerstejaars (noem ons Freshmen/Brugpiepers) van de cursus Venlogie kregen wij onder andere een korte rondleiding over een deel van het kloosterterrein. Nooit geweten dat deze locatie - waar zich tevens andere kloosters en het missiemuseum bevinden- zo groot is. Imposante gebouwen, lange gangen, een serene rust, sommige delen volledig verlaten. Mensen bezoeken deze plek bewust om voor korte tijd in retraite te gaan, tot zichzelf te komen of gewoon om af te schakelen van de dagelijkse hectiek. In het verleden leefden broeders en zusters hier  - in gescheiden kloosters - 30, 40 jaar lang; ze kwamen nooit buiten de kloostermuren. Sterker: er bevinden zich speciale ondergrondse gangen om van het ene gebouw in het andere te geraken; zonder ooit buiten te komen, zonder ooit te proeven van het leven. Leven zonder verleiding




Vaak gedacht dat ik het misschien ook wel eens zou willen proberen: even weg van deze maffe wereld. Maar de lange, kille kloostergangen hadden voor mij ook iets deprimerends. Hoe interessant de verhalen er achter ook zijn. Hoe imponerend de gebouwen ook ogen. Het was te stil, te koud… mij bekroop zelfs even een gevoel van beklemmende eenzaamheid.


Bij Sounds was het volle bak: Record Store Day was de reden. Tientallen liefhebbers op zoek naar het juiste zilveren schijfje of die fraaie plak Zwart Goud. Verder harde muziek, groepjes mensen die druk in gesprek waren over hun passie, flesjes bier die van hand tot hand gingen, een hele serie live optredens en natuurlijk veel bekende gezichten. Ik kocht wat vinyl en dompelde mij 40 minuten lang onder in de vette bluesrock van de Guy Smeets Band. Een groter contrast met de kloostergangen van vanmorgen was niet mogelijk. Er verscheen stilletjes een lach op mijn gezicht. Geen betere manier om tot mezelf te komen dan in deze ambiance. Rockmuziek blijft voor mij de beste medicijn tegen de waan van de dag. Rockmuziek gaat vaak over de alledaagse verleidingen, maar ook over deze gekke wereld en hoe je daar het beste tegen kunt wapenen. Op een van mijn aanwinsten van vandaag zingt ene Lennon over Mind Games…..Uiteindelijk komt het daar inderdaad bij alles op neer. Kille kloostergangen, dampende rock, het eigen gevoel dat je er aan geeft. Het maakt niet uit. Het zijn telkens weer Mind Games.

Rob

vrijdag 17 april 2015

Kwijlnummers

Nee,ik was in het begin geen fan of liefhebber van De Dijk, want mijn God wat had ik een hekel aan kwijlnummers als Mag het Licht Uit en Bloedend Hart. Tot vervelends toe moest ik ze in de kroeg horen.   

Later werd ik aangenaam verrast door uptempo songs als Dansen op de Vulkaan, Laat het Vanavond Gebeuren en verleden jaar nog met Alles komt Goed. Bovendien was zanger Huub van der Lubbe één van de eerste mensen die ik ooit in mijn journalistieke carrière mocht interviewen. Van het management kregen we met veel pijn en moeite 15-20 minuten. Uiteindelijk zaten de fotograaf en ik een jaar of tien geleden twee uur lang met deze ongelooflijk sympathieke man in een Maastrichts restaurant. We aten een broodje, spraken over zijn carrière en over het leven. 


Ieder nieuw album van deze Amsterdamse band trekt dan inmiddels ook mijn nieuwsgierigheid. Voldoende reden dus om vanavond toch naar De Dijk te gaan kijken. Ze speelden om de hoek: in Grenswerk. Niet alles was (om wat voor reden dan ook) mijn ding; soms was het mij iets te braaf/degelijk, maar als het knalde dan knalde het goed. Vooral Huub is en blijft fantastisch. Sommige mensen hebben het, sommigen hebben het niet. Maar Huub heeft HET!. Wat het is, weet ik niet. Ik heb het ook niet, maar deze man heeft… we zullen het maar charisma noemen. Hij staat er: en dat is voldoende. Toffe peer. En dat straalt ie uit. Het is weinigen in de Nederlandse showbizz gegeven.
Bovendien beschikt De Dijk met JB Meijers over een fantastische gitarist. Al met al een geslaagde avond… en wat het helemaal mooi maakte: die twee kwijlnummers…..ze werden niet gespeeld. Hulde!

Rob

zondag 5 april 2015

Heilige momenten bij de Golden Earring

"Jullie denken vast dat wij een geoliede machine zijn, maar dat is absoluut niet zo. Daarom doen we nu dit nummer dat al lang niet meer door ons gespeeld is. Vanmiddag bij de repetitie klonk het best okay, maar dat is geen garantie. Misschien horen jullie nu wel dat wij eigenlijk helemaal niet zo goed zijn," aldus Barry Hay met een knipoog, afgelopen vrijdag in een uitverkocht 013. 


Na ruim vijf maanden alleen theatershows gedaan te hebben, was het optreden in de Tilburgse rocktempel weer een eerste full-electric show en bleek Dope Runner, een albumtrack van Tits 'n Ass, één van de verrassingen tijdens deze avond.  Die optredens in echte popzalen zijn anders dan de shows in de Nederlandse schouwburgen. Dope Runner klonk goed. De Earring is daarom misschien toch wel gewoon een geoliede machine die na 50 jaar nog steeds kwaliteit brengt. Dat is juist één van de redenen dat ze alle stormen, trends en stijlen van de laatste zes decennia overleefd hebben. De zanger van The Golden Earring was - net zoals bij de Theatershow in Nijmegen een avond eerder - in bijzonder goed humeur. Ik bezocht beide shows juist omdat ik vooraf wist dat er de nodige afwisseling in de setlists zou zitten. Wat is dan prettiger als je beide optredens vlak achter elkaar geserveerd krijgt? Ik heb van de keuze voor deze fraaie combi geen moment spijt gehad.

De Haagse rockers lijken aan hun vierde jeugd te zijn begonnen. Hun eerste album verscheen in 1965. Daarna waren er jaren van ongekende populariteit, inclusief Radar Love waarmee de band goed scoorde in de VS. Net toen de Earring er begin jaren 80 - door afnemend succes - over dacht de spreekwoordelijke pijp aan Maarten te geven, was daar plots Twilight Zone. Een nieuwe hit in de VS plus een enorme populariteitstoename in eigen land, snel gevolgd door When the Lady Smiles. Begin jaren 90 was er opnieuw de gedachte: moeten we nog doorgaan? Telkens hetzelfde rondje in Nederland? Maar zie daar: de MTV Unplugged hausse bracht de band op het idee om The Naked Truth te maken. Een live-album met daarop akoestische versies van veel hits en minder bekend werk. Het werd één van de best verkochte albums uit hun carrière. Nu ze in 2015 hun 50-jarig jubileum vieren, lijkt de populariteit opnieuw groter dan ooit. Bijna alle optredens zijn ruim van te voren uitverkocht. Zelfs de Ziggo Dome is al te klein voor de Earring. Ook voor dat concert - waarmee ze in december dit jubileumjaar afsluiten - zijn inmiddels geen tickets meer verkrijgbaar.

Terug naar de shows die ik zag. Hay was dus in een goed humeur en misschien had dit te maken met het feit dat de Golden Earring afgelopen week een belangrijke rechtszaak won tegen de eigen uitgever Willem van Kooten. Een zaak die overigens forse gevolgen kan hebben voor verhoudingen tussen artiesten en hun uitgevers in Nederland. (Om meer te weten klik op deze link), maar dat terzijde.




De bandleden betraden donderdag het podium in Nijmegen alsof ze een ommetje aan het maken waren: relaxed, hand opsteken naar het publiek en spelen maar. De dwarsfluit in de handen van Barry Hay maakte duidelijk wat het openingsnummer zou worden: Back Home. Het speelplezier van de band als het enthousiasme van publiek in De Vereeniging zorgde bij mij regelmatig voor kippenvelgevoel. Het is dat enthousiasme dat alleen het intro van een liedje al bij mensen kan losmaken. Dat blijft fantastisch om te zien. Zo raakte de eerste tonen van Sound of the Screaming Day alle gevoelige snaren bij een mijnheer voor mij. Zijn handen richtte hij eerst naar de hemel om ze vervolgens op zijn hoofd te leggen, het lichaam dat eerst naar voren schoot, verstijfde even later. Ik kon zijn gezicht niet zien, maar toch was mij duidelijk de man met een grote grijns op zijn smoel zat te genieten. Muziek kan zoveel los maken bij mensen.

Eenzelfde reactie deed zich voor bij mijn buurman op het moment dat Just like Vince Taylor werd ingezet. Zijn dochter gaf hem een tik op de vingers. "Pap, gedraag je," zegt ze met een licht beschamend lachje. De man trekt er zich niets van aan. Hij is even weg. Hij is even ergens anders. Terug naar…. zijn jeugd? Een bijzonder moment? Of zit hij gewoon volledig in het nummer? Het was in ieder geval mooi om te ervaren. Gelukkig had niemand oog voor mij bij nummers als Another 45 miles en Just a Little Bit of Piece in my Heart. Zou iemand het wel gezien hebben, dan was daar vast de opmerking gekomen: "Sterk spul he dat Fischerman's Friend." Natte ooghoeken bij nummers die hits waren voor ik geboren werd. Ja, dat is de kracht van muziek en daarom is er voor mij niets mooier is dan het bezoeken van concerten. De verrassing, de complete entourage, het enthousiasme van band en publiek. Zeker als er louter echte liefhebbers in de zaal zitten. En die waren er dus in Nijmegen. Zeker na de pauze bleek de theatersetting overbodig. Zelf had ik met diverse andere mensen al een plekje in de gangpaden gezocht. Ik ben geen voorstander van zitten: niet bij voetbalwedstrijden, zeker niet bij rockconcerten. Ik wist het vooraf, maar als de kans zich voordoet verlaat ik mijn stoel.

De overlap in beide concerten schuilt natuurlijk bij de nummers die iedereen wil horen: Twilight Zone, The Devil made me do it, When the Lady Smiles en het onvermijdelijke Radar Love. Verder de nodige verschillen. In totaal kwamen zes nummers van het laatste album voorbij (vier in Tilburg, twee in Nijmegen). Bij de show in 013 klonk een meezinger als Long Blond Animal. Bij het optreden in De Vereeniging was er Weekend Love als fan-favourite. Het enorme repertoire van de Earring is zowel een voordeel als een nadeel. Het aantal hits en andere favoriete nummers is dusdanig groot dat er voldoende te kiezen valt. Nadeel is dat altijd een aantal vurig gehoopte nummers niet gespeeld worden. Zo had ik zelf stiekem hoop op tracks als Bombay, I do Rock 'n Roll en Moving Down Life. Maar helaas: you can't have it all.



Het feit dat ik beide shows in mijn eentje bezocht, maakte de ervaring mogelijk nog intenser. Ik maakte het eerder mee. Het is alleen 'ik' tussen duizenden vreemden…. en de band. Dat kan (zeker voor en na een concert) een gevoel van eenzaamheid geven, maar zorgt er tevens voor dat liedjes nog  sterker binnenkomen. Het is een puur persoonlijke ervaring. Dan gebeurt er iets bij mensen. Dan komen er krachten los zoals ik hierboven beschreef. Dat is mooi. Dat kan ontroeren. Dat kan voor een bijna heilige ervaring zorgen. Ontroering, kracht, volmaakt geluk en eenzaamheid in één enkel moment gevangen.

Of zoals de Earring afgelopen vrijdag in hun laatste nummer zong: Holy, Holy Life sometimes is Lonely. Holy, Holy Life sometimes is Sad.