zaterdag 28 maart 2015

Kamer 622

Ik kondigde het recentelijk al aan op mijn blog. Dit jaar – en waarschijnlijk ook het volgende jaar - ga ik heel veel oude helden bekijken. Muzikale helden. Live in concert. Vaak met vrienden, kennissen of iedereen die maar mee wil. Maar soms alleen. Zoals deze zaterdag. Ik ben er van overtuigd dat ieder concert mij niet alleen ongelooflijk veel plezier gaat brengen, maar ook een fikse dosis aan fraaie herinneringen zal bezorgen.

Afgelopen zaterdag was de aftrap: Spandau Ballet in de Heineken Music Hall. Het was een drukke dag en als ik na het concert op mijn Amsterdamse hotelkamer beland, is duidelijk dat de bandrecorder in mijn hoofd vandaag weer overuren heeft gemaakt. Als een perfecte soundtrack bij de beelden van deze dag komen de hits van Spandau Ballet in vogelvlucht voorbij. Ik moet het van me af schrijven of praten. Een hoofd vol beelden, geluiden, liedjes en herinneringen slaapt niet lekker. Ik bel mijn broer; hij is altijd laat wakker. Wie wil er anders vanuit die hotelkamer naar mijn verhalen luisteren? Die hotelkamer in Amsterdam die eigenlijk leeg en eenzaam voelt. Je leest het vaak. Politici, zakenmensen, muzikanten; ze zeggen het allemaal. Niets eenzamer en leger dan een hotelkamer.

Dat gevoel had ik al toen ik aan het einde van de middag de kamer van het Holiday Inn voor de eerste keer binnen wandelde. Tas uitgepakt, spullen op de plaats gelegd en dan ineens... Even dat lege gevoel. Waar ik normaal altijd even dat telefoontje naar het thuisfront pleegde, daar is nu niets meer. Vrienden hebben wel eens gezegd: je kan ons toch bellen? Nee, dat is anders. De telefoontjes die je pleegt als je onderweg bent, zijn zinloos van inhoud, maar oh zo belangrijk om te doen; dat begrijpt alleen je familie. In principe gaat het inhoudelijk nergens over; zeggen dat je er bent, gewoon vragen hoe het gaat en meer niet. Je doet ze vaak achteloos, maar zoals zo vaak: als het er niet meer is of als het niet meer kan, weet je pas wat je mist.  Dat gevoel van leegte past ook nergens beter dan op een hotelkamer.

Ergens op de zesde etage met een uitzicht op veel beton. Ik dacht: Dit was toch altijd je grootste wens? Volledig vrij zijn... Los van alles….. Weg van iedereen....Nee, niet dus. Er is geen reet aan als er geen mens is die het interesseert waar je bent, wat je doet en hoe je je voelt. Je wilt er over praten, het gevoel delen. Of het nu de leegte is op die hotelkamer of die vreugde direct aan het einde van een concert van één van je vroegere jeugdhelden. Ieder mens moet zijn verhaal kwijt.

Het was een drukke, enerverende dag. Niet alleen door het tripje naar Amsterdam voor de show van Spandau Ballet, maar er was zoveel meer vandaag. In de ochtend was er de vierde les van een cursus over de historie van mijn eigen stad. Deze keer in een donkere, rommelige doch sfeervolle bovenste etage van verkeerstoren De Fliegerhorst waar die morgen het thema Venlo in de tweede wereldoorlog centraal stond. Verder probeerde ik een beetje sfeer te proeven van dat wandel cq hardloopevenement dat de stad een paar dagen in haar greep hield: De Venloop.

Terwijl ik van moment naar moment holde, moest ik mij vaak door de wandelaars van dat grootschalige loopevenement wringen. Een keer nam ik zelfs een verkeerde afslag en liep op de officiële route de fuik in; dwars tegen de stroom van wandelaars. Door alle hectiek van de dag was ik al laat en vreesde de trein te missen. Een groot hek blokkeerde mij de doorgang. Een stom hek dat mij eigenlijk dwong een belachelijke omweg te maken naar het aan de overkant van de weg gelegen station waar mijn trein wachtte. Weg met dat hek. Een dame (al of niet van de organisatie) keek mij bij die actie vreemd aan. Maar ze zei niets. Zoals niemand iets zei toen ik tegen die stroom inwandelde en op een officieel gebied van zowel de route als de organisatie liep. In Boston was ik nooit zo ver gekomen.

Ik had zojuist het liefste, coolste en meest bijzondere mens van de wereld bezocht: mijn moeder. Vaak was daar weer die aanstekelijke lach met opmerkingen als: Dich bis maf. De opmerkingen en de lach die mij telkens weer vrolijk maken en vaak zorgen voor de mooiste momenten van de dag. Had ze die stralende lach maar getoond in die jaren na het overlijden van mijn vader. Ze had zich er zichzelf en ook zoveel andere mensen kostbare momenten mee kunnen schenken. Nu de haven in zicht is en zij zichzelf door deze vreselijke ziekte aan het verliezen is, kan ze het gelukkig weer wel en geniet ik er meer dan ooit van. Zo lang als het kan. Want die aanstekelijke lach klinkt als muziek in mijn oren. Net zo fraai als de muziek van Spandau Ballet.

De helden van de jaren 80 zorgen die zaterdagavond voor een perfect kloppende setlist vol liedjes die stuk voor stuk oh zo vertrouwd klinken. Net zo vertrouwd als de stem die je eigenlijk even wilt horen als je op een volledige anonieme plek als kamer 622 van het Holiday Inn in Amsterdam Zuidoost bivakkeert. Zo’n plek waar je dan even iets vertrouwds wilt horen. Misschien zoek ik daarom juist nu de muziek van mijn oude helden zo vaak op. Er zijn de laatste jaren te veel vaste ankers weggeslagen. Zo veel dat er bijna niets meer over is.

Die muziek en de helden van toen zijn er nog en bieden een laatste stukje houvast. En dan kan zelfs zoiets banaals als een ouwe lullen band weer ruim 2 uur lang troost, maar vooral heel veel vermaak bieden. Bijna vooraan staan, oog in oog met mannen die ooit een voorbeeld waren voor mijn haar- en kledingstijl. Ze staan daar, ouder dan ik, klinkend als een klok, strak in het pak en nog steeds met een modieuze haarsnit. Gewoon ongegeneerd meezingen. Geen mens die het hoort, geen mens die het interesseert:


Round and round it goes... And ah... Don't you know, this is the game that we came here for

Rob



zaterdag 14 maart 2015

Oude helden op tour!

Volgend weekend begint Rob's Ouwe Lullen tour. Verspreid over het gehele kalenderjaar zal ik een groot aantal van mijn muzikale helden toejuichen en misschien ook wel uitzwaaien. Bij de keuze van concertkaartjes laat ik mij dit jaar (en volgend jaar?) nog meer dan ooit leiden door sentimenten. Steeds meer grote namen van toen beginnen langzaamaan aan hun laatste rondjes. De leeftijd gaat parten spelen. Gezondheid of motivatie is steeds vaker het probleem. Maar naar elk concert dat op de agenda staat, kijk ik uit. Want hoe goed veel nieuwe artiesten ook zijn, ze winnen het niet van de grootheden die al mijn hele leven kleur hebben gegeven. 

Ook anno nu komt er nog veel prima muziek uit. Ik volg het redelijk intensief en hoor veel. Ja over diverse albums die nu worden uitgebracht, kan ik lyrisch zijn. Ik strooi echt nog wel eens met een 9 of zelfs een 10 als cijfer, maar toch….ze raken zeker een snaar, maar toch niet diezelfde gevoelige snaar zoals de klassiekers van langer geleden. Nieuw plaatwerk van onder andere Sons of Bill, Noel Gallagher, Steven Wilson, Jose Gonzalez, The Decemberists, Benjamin Clementine of Revolution Saints bepalen bij mij het geluid van 2015. Het is echter nergens Abbey Road, Sticky Fingers, What's Goin' On, Sign o' the Times, New Jersey, Born in the USA, The Wall, Pet Sounds, Number of the Beast, I Am, Operation: Mindcrime, Thriller, A Man Alone, Master of Puppets, Parade, Destroyer of welke fantastische plaat uit de jaren 60,70 of 80 dan ook.

Nee, dat zijn niet allemaal albums uit mijn jeugd. Albums als Pet Sounds, The Wall of A Man Alone ontdekte ik niet in mijn tienerjaren. Maar het zijn wel albums uit die genoemde decennia. Blijkbaar heb ik een klik met het geluid uit die periode. Een periode die begint ergens midden jaren 60 en eindigt in de tweede helft van de jaren 80. Voor mij zijn die ruim twintig jaar de Holy Grail van de popmuziek. De artiesten die in dit tijdperk groot zijn geworden, raken dan ook een andere gevoelige snaar dan een topplaat uit latere jaren. Die vorige van Steven Wilson.. die laatste van Dream Theater of de meest recente van The War on Drugs. Prachtig! Hoe lekker een hitje van Daft Punk ook klinkt. Mooi! Maar toch…. Het zal die andere snaar zijn die ze raken.


Terug naar de concerten. Wat een fantastisch rijtje artiesten ga ik dit jaar zien. Telkens als de namen door mijn hoofd flitsen, verschijnt er een grote grijns op mijn gezicht: Paul McCartney, The Who, KISS, Spandau Ballet, Sting, Paul Simon, Neil Diamond, AC/DC, Queensryche, U2, Fleetwood Mac, Golden Earring, Judas Priest, Crosby Stills & Nash, Supertramp. En wie weet wat er nog volgt. Nog niet van alle concerten is een ticket in the pocket.  Sommigen zag ik nooit eerder, anderen één maal of heel lang geleden. Een aantal is een must (ik noem een Paul McCartney), maar allemaal hebben ze één ding gemeen. Ze gaven mijn leven kleur. In goede en slechte tijden. Veel van deze sterren zijn een constante factor geweest. Tijdens een vakantie, een onrustige avond in de kroeg, op mijn jongenskamer, nu op mijn werkkamer, toevallig in de supermarkt of bewust gekozen op mijn i-Pod tijdens een treinreis. Na het beluisteren van wat nieuw werk is er toch altijd weer die behoefte voor een bekend geluid te kiezen. Als alles om je heen lijkt weg te vallen, is het goed weer een vertrouwde stem te horen. En een aantal van die stemmen ga ik dit jaar live beluisteren. Ik kijk er meer dan ooit naar uit.

Enige smetje blijft het misgrijpen van een ticket voor David Gilmour. "Hoe is het mogelijk, "zo vroeg een vriend met wie ik het concert in Oberhausen wilde bezoeken zich afgelopen week nog af. 'Overal ben jij bij: Prince in Paradiso, Stones in Vredenburg, U2 in Ziggodome. Maar dit is je niet gelukt." Helaas, ik gaf het uit handen. Eigen stomme fout. Maar ik ga er nog steeds van uit dat de Pink Floyd gitarist ook ons land nog op zijn agenda zet en dat het dan wel lukt een kaartje te scoren. Dan is het feest helemaal compleet. Maar hoe zong een bepaalde ouwe lullen band het ooit ook alweer? You can't always get what you want….
Hoe dan ook. Komende week gaat de reeks beginnen. Het eerste 'grote' concert sinds Pinkpop van het afgelopen jaar. Het werd weer eens tijd. De ervaringen komen hier vast uitvoerig aan bod!

Rob

zaterdag 7 maart 2015

Intens leven en blijven dromen

De tijd vliegt. Het valt me op dat ik mij daar steeds vaker bewust van ben. In de afgelopen week sprak ik er ook met diverse mensen over. Niet bewust of uitgebreid over dit onderwerp, maar gewoon toevallig. En dan vooral over de snelheid waarmee weken, maanden en jaren voorbij gaan. Psycholoog Douwe Draaisma schreef er ooit een interessant boek over; Waarom het leven sneller gaat als je ouder wordt. Het biedt diverse verrassende inzichten over het fenomeen tijd.

Vraag aan een kind wat het op een dag heeft gedaan en het noemt trots en vol plezier verschillende bijzondere momenten op. Wat er gebeurde op school en hoe het dit ervaren heeft: de pauze, de speelmomenten na school, het avondeten met het gezin, een tv-programma en wie weet wat nog meer. Vraag een volwassene wat hij of zij op een dag gedaan heeft en het antwoord zal vaak zijn: gewerkt en iets als ’s avonds nog een filmpje gekeken. That’s it. De indrukken die je als kind opdoet zijn zo intens dat het leven zelf ook veel intenser lijkt. Alleen als we uit de dagelijkse sleur stappen, lijkt de tijd weer minder snel te gaan en ontstaan weer fraaie herinneringen die bijblijven: tijdens vakanties, bijzondere dagen of momenten.

Een van die momenten die bevestigden dat de tijd vliegt, was afgelopen vrijdag tijdens een bezoek aan mijn geweldige petekind. Volgend jaar doet ze al eindexamen HAVO en haar plannen voor een vervolgstudie lijken ook al redelijk concreet. “Poeh, eindexamen,” dacht ik. Nog zie ik haar enthousiast meedoen bij de afscheidsmusical van de basisschool en nu gaat ze al bijna naar de laatste fase van de middelbare school. Ze kwam even naast mij staan. “Ik ben iets groter dan jij,” lachte ze vrolijk terwijl haar hand een tikkeltje schuin omhoog ging toen deze de beweging van hoofd naar hoofd maakte. Ja, ze is groot geworden. Sneller dan ik mij realiseer. Later dit jaar wordt ze zestien; een geweldige leeftijd. Ze droomt van een stage in verre oorden, haar vervolgstudie en God weet waarvan nog meer. Het zette mij zelf aan het denken. Waar droomde ik van toen ik zestien was? Zijn die uitgekomen? Tijd kan dromen soms inhalen.

Ja, die verrekte tijd kan vliegen. Als ik nu terugkijk op afgelopen week zijn er een aantal van die momenten die afwijken van het reguliere dagelijkse leven. Het tripje naar het Noorden van het land voor een interview met een kunstenaar die vertelde over zijn surrealistische wandschildering in een vergaderruimte. Tijdens de terugreis was er een verrassend telefoontje. Daarover in de toekomst meer.

Ik sprak donderdag via een Skypesessie over ondernemen, dromen en doelen. Maar vooral ook dat het daarvoor nooit te laat is. “Er zijn altijd belemmeringen om iets niet te doen,” zo kreeg ik te horen. Ooit vertelde iemand mij dat een mens voor zijn 40e alle plannen helder moet hebben. “Daarna is het te laat,” aldus deze persoon met een Human Resource functie. Een ander persoon sprak net na zijn 40e al hoopvol over zijn eerste ouwe lullen dagen. Toen dacht ik al: mijn God, wat is er dan van je geworden? De kunstenaar die ik in het Noorden sprak was de vijftig inmiddels gepasseerd, maar toch volop bezig met de laatste fase van zijn 6-jarige studie. Een dagopleiding die hij naast zijn werk voltooid had. “Ja dat waren niet altijd eenvoudige jaren,” zo sprak hij. “Maar ik wist waarvoor ik het deed en had vooraf al maatregelen genomen. Sparen, werkzaamheden op afgestemd en meer van dat soort zaken. Het was een investering in mijn eigen toekomst.” Ik hoor liever die verhalen dan uitspraken over ouwe lullen dagen of mening dat voor je 40e alles moet staan omdat het anders te laat is. “Mensen zonder doelen of dromen worden sneller oud,” zo klonk het aan de andere kant van de Skypelijn.  

Er gebeurde nog meer deze week. Gewone dingen, minder vrolijke voorvallen, maar ook grappige of leerzame situaties. En zo zaten er toch heel veel momenten in de afgelopen week verstopt. Maar waarschijnlijk heb ik ze niet als een kind ervaren, maar als één lange ketting (of moet ik zeggen sleur) van momenten. Misschien heeft het bewust ervaren van zaken ook wel te maken met intensiteit. En juist door die intensiteit ontstaat misschien wel het gevoel dat de tijd langzamer gaat. Of denken wij als volwassene te veel na en zorgen die gedachten ervoor dat de ervaring minder intens is. Een kind doet en ervaart. Een kind leeft zorgeloos. Zoals ook mijn petekind heerlijk zorgeloos leeft en zuchtend haar ogen omhoog slaat als er een wijs moederlijk of vaderlijk advies volgt. Een ding weet ik wel. Zij leeft intens, zonder te veel piekeren; en hopelijk doet ze dat nog heel lang. Ik sla dat boek van Douwe Draaisma nog maar eens open.

Rob