zondag 18 januari 2015

De urn van mijn vader

"Wat heb jij toch in die tas zitten," zo vroeg Herman aan de deur van zijn designwinkel in Venlo. "Euh, mijn vader," zo zei ik met een kleine lach terwijl een gevoel van zowel trots, schaamte als meligheid mij overviel. Herman kwam - enthousiast als altijd - naar buiten gelopen toen hij mij voorbij zag komen. Ik droeg een grote stevige boodschappentas van de Jumbo. Nee, niet de plastic zak, maar de stevige uitvoering. En terwijl we even stonden te praten zag Herman dat ik met enige regelmaat die tas in mijn linkerhand iets omhoog trok om de greep te verstevigen.


Ja, bij mij was er ook enig gevoel van gêne toen ik de urn van mijn vader verstopt tussen een aantal handdoeken in de gele Jumbotas deed. Na zijn overlijden vroegen zowel mijn moeder, mijn broer als ik zich af wat er met de as van pap moest gebeuren. Ik wist het wel. Er was maar één plek waar hij thuis hoorde en dat was de Jodenstraat. Daar waar hij met zijn ouders en broers in de jaren 50 was gaan wonen. Daar boven de kapsalon die opa, zijn vader, was begonnen en die hij later zelf overnam. Daar in het pand dat hij begin jaren 70 kocht. Daar waar ook wij als gezin de mooiste jaren van ons leven leiden. Daar hoorde hij thuis. Op de straat die bij onze familie hoort. Want ook opa en oma keerden er later weer terug in een appartement schuin tegenover die woning. De Jodenstraat was ook hun straat. Daar hoorden ook zij thuis. En dus ook zeker de straat van mijn vader. Hoe ik dat dan gedacht had, zo vroegen mam en mijn broer zich terecht af? De oplossing was simpel. Sommige mensen dragen een beetje as van een dierbare mee in een sieraad, maar er bestonden ook mooie vazen waarin de complete urn geplaatst kon worden. Een uitstekende oplossing voor in huis dus. "Als jij er dan ook voor zorgt als ik er niet meer ben," zo zijn mijn moeder resoluut. Maar het idee vond ze uitstekend en zelfs mooi.

In die jaren dat mijn moeder op de Jodenstraat woonde en ook bij haar vertrek naar een appartement ietsje verderop in het centrum van Venlo bleef die urn bij haar in de woonkamer staan. Mensen die het niet wisten, viel het niet eens op. Daar stond een soort van antieke vaas. Een vaas die uitstekend paste bij de rest van het interieur. Misschien waren er mensen die het wel wisten, maar die het nooit eng vonden of er niet eens meer bij stil stonden. Die vaas hoorde bij de woning. En daar ging het om. Want ook de inhoud, vooral de inhoud moet ik zeggen, was onderdeel van dat huis. Zijn huis. Vroeg of laat bezoeken mensen steeds minder het graf of de plek waar een urn begraven is. Dat eventuele schuldgevoel is ons altijd bespaard gebleven.

En daar stond ik dan anderhalve week geleden; in het appartement van mijn moeder. Het appartement waar zij door haar ziekte niet meer terugkeert. Die urn stond daar al bijna een jaar te staan en het was tijd om mijn belofte in te vullen. De belofte dat ik er voor zou zorgen. Het gaf mij een gevoel van trots toen ik de fraaie vaas met inhoud oppakte. Op het moment dat ik deze in de opvallende Jumbotas plaatste, was er die lach op mijn gezicht. Het was een raar idee. Mijn vader in die gele boodschappentas en ik zou er zometeen mee over straat lopen. Eigenlijk verdiende deze verhuizing een korte, plechtige processie; maar het was even niet anders. Tijdens de wandeling naar mijn woning bleef de glimlach op mijn gezicht. Ik, aan de wandel met mijn vader. Een bijzonder en apart eerbetoon.

En toen liep ik dus ook voorbij de designwinkel van Herman. Dat juist hij deze mooie en opmerkelijke, maar tevens hilarische situatie mocht waarnemen was eigenlijk logisch. Het was een schouwspel waar juist Herman mooie verhalen over zou kunnen vertellen. Na zijn vraag over de inhoud en mijn antwoord "Euh, mijn vader" steigerde Herman vol verbazing en met de hem voor kenmerkende beweging achteruit. "Je vader??" Dat verdiende een uitleg. En die kreeg hij. Precies zoals ik die ook hierboven schetste. Ook hij was wel eens in ons ouderlijk huis geweest, maar de vaas was hem nooit opgevallen. Doel bereikt dus. Dat het gesprek vervolgens iets minder serieus verliep, was te verwachten. De urn in een Jumbo tas. Wat pap daar wel niet van zou vinden? Een andere medewerker van de designwinkel kwam even poolshoogte nemen wat de reden was voor onze toenemende lachsalvo's. Herman deed het voorstel om even een plaatje van Sinatra voor mijn vader op te zetten. Dat zou hij zeker waarderen. Het was niet nodig. Het was tijd om pap mijn huis te laten zien.

Gelukkig is mijn woning ook traditioneel en retro. Zeker geen kilte, strakheid of trends. Dus de vaas past perfect bij het interieur van hout, vloerbedekking en boeken. Pap heeft een nieuw plekje. Bij mijn audio-installatie lagen een aantal recent gedraaide cd's. Als een soort woord van welkom zette ik voor hem Sinatra op. Het album 'Days of Wine and Roses', want dat waren de dagen op de Jodenstraat. Hopelijk voortaan ook hier in dit mooie monumentale pand. Pap zal er zich thuis voelen.

Proficiat met diene verjaördaag pap! Proos! Op de Days of Wine and Roses!

Rob

2 opmerkingen:

  1. wat moei umschreve ,jong, ik heb via mien zus ;roosje dien blogs, gevolg, heb dienne pap en dien mam good gekind, prachtig als dien kind zoe geveulig euver dich kint schrieve , hiel moei, groetjes mieke

    BeantwoordenVerwijderen
  2. Bedank veur dien reactie… Altied good te huure. Ik zeg altied maar: zeej hebbe altied vuul veur os gedaon, dus dan duisse truuk wasse kins doon… :-)

    BeantwoordenVerwijderen