Ik kondigde het recentelijk al aan op mijn blog. Dit jaar – en waarschijnlijk ook het volgende jaar - ga ik
heel veel oude helden bekijken. Muzikale helden. Live in concert. Vaak met
vrienden, kennissen of iedereen die maar mee wil. Maar soms alleen. Zoals deze
zaterdag. Ik ben er van overtuigd dat ieder concert mij niet alleen
ongelooflijk veel plezier gaat brengen, maar ook een fikse dosis aan fraaie
herinneringen zal bezorgen.
Afgelopen zaterdag
was de aftrap: Spandau Ballet in de Heineken Music Hall. Het was een drukke dag
en als ik na het concert op mijn Amsterdamse hotelkamer beland, is duidelijk
dat de bandrecorder in mijn hoofd vandaag weer overuren heeft gemaakt. Als een
perfecte soundtrack bij de beelden van deze dag komen de hits van Spandau Ballet
in vogelvlucht voorbij. Ik moet het van me af schrijven of praten. Een hoofd vol
beelden, geluiden, liedjes en herinneringen slaapt niet lekker. Ik bel mijn
broer; hij is altijd laat wakker. Wie wil er anders vanuit die hotelkamer naar
mijn verhalen luisteren? Die hotelkamer in Amsterdam die eigenlijk leeg en
eenzaam voelt. Je leest het vaak. Politici, zakenmensen, muzikanten; ze zeggen
het allemaal. Niets eenzamer en leger dan een hotelkamer.
Dat gevoel had
ik al toen ik aan het einde van de middag de kamer van het Holiday Inn voor de
eerste keer binnen wandelde. Tas uitgepakt, spullen op de plaats gelegd en dan
ineens... Even dat lege gevoel. Waar ik normaal altijd even dat telefoontje naar
het thuisfront pleegde, daar is nu niets meer. Vrienden hebben wel eens gezegd:
je kan ons toch bellen? Nee, dat is anders. De telefoontjes die je pleegt als
je onderweg bent, zijn zinloos van inhoud, maar oh zo belangrijk om te doen;
dat begrijpt alleen je familie. In principe gaat het inhoudelijk nergens over;
zeggen dat je er bent, gewoon vragen hoe het gaat en meer niet. Je doet ze vaak
achteloos, maar zoals zo vaak: als het er niet meer is of als het niet meer
kan, weet je pas wat je mist. Dat
gevoel van leegte past ook nergens beter dan op een hotelkamer.
Ergens op de
zesde etage met een uitzicht op veel beton. Ik dacht: Dit was toch altijd je
grootste wens? Volledig vrij zijn... Los van alles….. Weg van iedereen....Nee,
niet dus. Er is geen reet aan als er geen mens is die het interesseert waar je
bent, wat je doet en hoe je je voelt. Je wilt er over praten, het gevoel delen.
Of het nu de leegte is op die hotelkamer of die vreugde direct aan het einde
van een concert van één van je vroegere jeugdhelden. Ieder mens moet zijn verhaal kwijt.
Het was een
drukke, enerverende dag. Niet alleen door het tripje naar Amsterdam voor de
show van Spandau Ballet, maar er was zoveel meer vandaag. In de ochtend was er de
vierde les van een cursus over de historie van mijn eigen stad. Deze keer in
een donkere, rommelige doch sfeervolle bovenste etage van verkeerstoren De
Fliegerhorst waar die morgen het thema Venlo in de tweede wereldoorlog centraal
stond. Verder probeerde ik een beetje sfeer te proeven van dat wandel cq
hardloopevenement dat de stad een paar dagen in haar greep hield: De Venloop.
Terwijl ik van moment
naar moment holde, moest ik mij vaak door de wandelaars van dat grootschalige loopevenement wringen. Een keer nam ik zelfs een verkeerde afslag en liep op de
officiële route de fuik in; dwars tegen de stroom van wandelaars. Door alle
hectiek van de dag was ik al laat en vreesde de trein te missen. Een groot hek blokkeerde mij de doorgang. Een stom hek dat mij eigenlijk dwong een belachelijke omweg te
maken naar het aan de overkant van de weg gelegen station waar mijn trein
wachtte. Weg met dat hek. Een dame (al of niet van de organisatie) keek mij bij
die actie vreemd aan. Maar ze zei niets. Zoals niemand iets zei toen ik tegen die
stroom inwandelde en op een officieel gebied van zowel de route als de organisatie
liep. In Boston was ik nooit zo ver gekomen.
Ik had zojuist het
liefste, coolste en meest bijzondere mens van de wereld bezocht: mijn moeder.
Vaak was daar weer die aanstekelijke lach met opmerkingen als: Dich bis maf. De opmerkingen en de lach die mij telkens weer
vrolijk maken en vaak zorgen voor de mooiste momenten van de dag. Had ze die
stralende lach maar getoond in die jaren na het overlijden van mijn vader. Ze
had zich er zichzelf en ook zoveel andere mensen kostbare momenten mee kunnen schenken.
Nu de haven in zicht is en zij zichzelf door deze vreselijke ziekte aan het
verliezen is, kan ze het gelukkig weer wel en geniet ik er meer dan ooit van.
Zo lang als het kan. Want die aanstekelijke lach klinkt als muziek in mijn oren.
Net zo fraai als de muziek van Spandau Ballet.
De helden van de
jaren 80 zorgen die zaterdagavond voor een perfect kloppende setlist vol
liedjes die stuk voor stuk oh zo vertrouwd klinken. Net zo vertrouwd als de
stem die je eigenlijk even wilt horen als je op een volledige anonieme plek als
kamer 622 van het Holiday Inn in Amsterdam Zuidoost bivakkeert. Zo’n plek waar
je dan even iets vertrouwds wilt horen. Misschien zoek ik daarom juist nu de
muziek van mijn oude helden zo vaak op. Er zijn de laatste jaren te veel vaste
ankers weggeslagen. Zo veel dat er bijna niets meer over is.
Die muziek en de
helden van toen zijn er nog en bieden een laatste stukje houvast. En dan kan
zelfs zoiets banaals als een ouwe lullen band weer ruim 2 uur lang troost, maar
vooral heel veel vermaak bieden. Bijna vooraan staan, oog in oog met mannen die
ooit een voorbeeld waren voor mijn haar- en kledingstijl. Ze staan daar, ouder
dan ik, klinkend als een klok, strak in het pak en nog steeds met een
modieuze haarsnit. Gewoon ongegeneerd meezingen. Geen mens die het hoort, geen
mens die het interesseert:
Round and round it goes... And ah...
Don't you know, this is the game that we came here for …
Rob