"Het is Chinees nieuwjaar, carnaval in Rio en de Rocky Horror Show samengebald in een bruisende rock & roll show. Alleen een larger-than-live-band als KISS komt daar mee weg." Zomaar een quote aan het einde van de recensie over het concert van KISS die Oor op haar website plaatste. Een opvallende recensie, want het muziekblad en de Amerikaanse rockband… dat is niet bepaald een gelukkig huwelijk. Oor kickt op bands die zogenaamd vernieuwend zijn en springt vaak als een op hol geslagen ADHD'er van trend naar trend naar trend. Dat schijnt dan de betere popmuziek te zijn.
Een act als KISS die al ruim 40 jaar succesvol is, maar nooit van het geijkte pad afstapt, is dan eigenlijk niet interessant. Grootste misser van Oor was toen het anderhalf jaar geleden een verzamel-cd van de band recenseerde en daarin een kritische noot kraakte over het nummer 'Do you love me'. Volgens de scribent een cover van The Contours en tevens bekend uit de succesfilm Dirty Dancing. Blijkbaar had de redacteur nog niet eens het boekje bij de dubbel-cd onder ogen gekregen, want de track van KISS is toch echt een compleet ander nummer dan de hit uit de jaren 60 en is gewoon geschreven door zanger Paul Stanley en producer Bob Ezrin. Hoe belachelijk wil je jezelf als zogenaamde muziekjournalist maken?
Goed, tot zover de relatie Oor en KISS. Dat ik de quote uit de recensie aanhaal, heeft er vooral mee te maken dat ik louter positieve reacties las op de show die afgelopen donderdag in een bijna uitverkochte Ziggo Dome plaatsvond. Fans en pers waren laaiend enthousiast. En eigenlijk had iedereen gewoon gelijk. Want wat was ik vooraf bang dat het mis zou gaan. Wat vreesde ik voor de stem van Paul Stanley. Zou het geen muzikale brei worden? Nee, bijna niets van dat. Ik kan eigenlijk alleen maar concluderen dat KISS iedere bezoeker waar voor zijn geld heeft gegeven. Het was vooral een perfecte en imponerende show. Precies zoals de wereld dat al decennialang van de band gewend is. Natuurlijk kan ik gaan zoeken naar fouten of momenten die niet perfect waren. En ik ontkom er zeker niet aan om te zeggen dat Paul Stanley zich bij tijd en wijle inderdaad overschreeuwde en zijn stem even kwijt was. Hoe opvallend was het echter dat hij daarentegen op bepaalde momenten - als hij zijn stembanden op volle sterkte gebruikte - loepzuiver klonk.
Voor hen die het nog niet wisten: KISS was en blijft mijn eerste muzikale liefde. Nog voor Springsteen. Nog voor The Stones. Nog voor The Beatles. KISS was de eerste act die echt indruk maakte. Ik had al kennisgemaakt met The Golden Earring, Supertramp, Santana, Rod Stewart, The Police, AC/DC, Earth, Wind & Fire, Bee Gees en vele andere grootheden uit de popmuziek. Leuk, goed, prima, indrukwekkend, maar geen enkele act was zo overdonderend als de kennismaking met KISS. Een muzikale liefde met hoogte- en dieptepunten, maar telkens weer kwamen ze terug. Pas in de jaren 90 zag ik ze voor het eerst live aan het werk; tijdens die legendarische reunion tour. De tour waarbij de vier originele leden weer voor het eerst sinds lange tijd op het podium stonden. Hoe verder de tijd verstrijkt, hoe meer ik mij realiseer hoe historisch het was om daar bij te zijn. De herinneringen vervagen echter alweer langzaam. We zijn bijna twintig jaar verder en nog steeds staan mijn helden wereldwijd op het podium voor immense festivalweides, enorme voetbalstadions en grootse concerthallen als de Ziggodome. Oké, van de oorspronkelijke bezetting zijn de twee dissidenten, gitarist Ace Frehley en drummer Peter Criss, inmiddels - net zoals in de jaren 80 - weer van het toneel verdwenen, maar de harde kern staat er nog steeds. De vervangers - Tommy Thayer en Eric Singer - zorgen dat KISS op muzikaal gebied beter klinkt dan de laatste periode van de reunion tour.
En dat bewezen ze dus ook afgelopen donderdag in de Ziggo Dome. Soms stond ik met een vuist in de lucht mee te bléren - Lick it up! Lick it up! of Hey yeah yeah yeah YEAH (bij I love it Loud) of van voor tot achter te tekst oplepelen bij de opener van die avond Detroit Rock City - maar soms viel ik ook even stil. Op die momenten probeerde ik mij bewust te zijn van het moment. Ik stond daar met 2 vrienden die ook al sinds hun kindertijd fan zijn van de band. Hoe kritisch we soms ook zijn geweest, we stonden er weer. Met zijn 3'en. Bijna vooraan; op rij 3 of 4. Net zoals tijdens de reunion tour. Nee de echte kick van toen was er niet meer, zo concludeerden wij na afloop. Wij zijn ouder. Wij zagen de band inmiddels al vaker (de reunion tour was mijn eerste show van KISS en voor de andere twee de eerste keer dat ze de band in make-up op het podium zagen). Wij zijn veranderd. KISS is veranderd. Het zijn niet meer de 4 originele leden. Maar toch. Op die momenten dat ik stil viel, was daar even het gevoel van de jonge Rob. De Rob die er van droomde zijn helden (eigenlijk zijn het gewoon vier action heroes uit mijn jeugdjaren) ooit live op het podium te zien. Wat ik met die reunion tour van de tweede helft jaren negentig heb ervaren, was magisch. Maar dit was ook bijzonder. Een droom werd weer even waar. Ik dacht aan toen. Ik dacht aan die keren dat ik met carnaval als KISS geschminkt over straat wilde. Ik dacht aan mijn jongenskamer, aan de elpees, aan mijn ouders, aan mijn vrienden, aan mijn broer, aan mijn schoolperiode, aan mijn leven. En altijd was daar - in meer of mindere mate - KISS. Zo als al die andere helden van de rockmuziek zijn zij nu nog één van de weinige constante factoren in mijn leven. Factoren van toen, van iets later en van nu. Het zijn ankers die zich vastgeketend hebben in mijn hart en ziel. Of ik het nu leuk vind of niet.
KISS kan ons land soms jarenlang links laten liggen. Daarom kan het zomaar de laatste keer zijn geweest dat we ze zagen. De boegbeelden Stanley & Simmons zijn de zestig gepasseerd. Hoe lang willen ze nog verkleed en geschminkt het podium op? Hoe lang houden de stemmen en de lichamen het leven van een rockster nog vol? De foto's, een gevangen plectrum van Paul Stanley, het kaartje, maar vooral de herinneringen aan deze 18e juni 2015 zullen er voor altijd zijn. Zoals één van de vrienden al zei: "Later in het bejaardenhuis praten we hier nog over." Ik hoop het. Nee, ik weet het wel zeker. En dat de medebewoners maar knettergek worden als wij dan weer een ouderwetse DVD opzetten en met kapotte stembanden meebléren: Hey yeah yeah yeah YEAH!
Rob
Geen opmerkingen:
Een reactie posten