Vandaag - op deze laatste dag van de meteorologische zomer - was er een klein heuglijk feitje. Ik mocht mijn 600e Facebookvriend (in dit geval vriendin) bijschrijven. In principe is niet het aantal van 600 zo belangrijk, maar meer dat deze plek van het fraaie afgeronde getal door mijn lieve petekind Lotte is ingenomen. Een petekind dat ieder mens zich wenst: vrolijk, onbevangen, direct, slim, een bijdehandje of zoals haar moeder verleden week gewoon zei: "Lotte zit gewoon verrekte goed in haar vel en dat straalt ze uit."
Maar ik ga hier geen ode aan deze bijna 16-jarige wijsneus houden. Het feit dat ik 600 vrienden heb op een sociaal medium is de reden voor dit stukje. 600 stuks. Precies zes jaar geleden bij de start van de studie Amerikanistiek waren het de toenmalige studiegenoten die mij overtuigden. "Als ik ooit 200 vrienden haal, is dat al uniek," zo liet ik toen weten. Soms vraag ik me nog af waar die 600 'vrienden en vriendinnen' van afkomen, maar ongeveer 95% heeft simpelweg een enigszins tot bijzondere plek in mijn leven. Misschien ooit gehad of nog steeds, maar het zijn de mensen die ik vertrouw en waaraan ik regelmatig persoonlijke dingen vertel. Levenservaringen, vreugdevolle momenten, maar soms ook de minder leuke kanten van het leven. Ik zou het ze ook vertellen bij een ontmoeting in real life. Nu doe ik het ongevraagd op een voor sommige mensen nog steeds ongebruikelijke plek.
Want nog heel vaak klinkt de dooddoener: "Wat sommigen er toch wel niet allemaal opzetten." Ik maak me er niet druk om. Ik ben op een bepaalde manier geïnteresseerd in het wel en wee van mijn voormalige klasgenoten, familieleden, muziekvrienden, voormalige mede kroegtijgers, ex-collega's of huidige vrienden. Een paar keer per dag scroll ik door dit medium en mijn ogen en brein filteren na zes jaar ervaring al bijna bewust de zaken die ik wel en niet wil lezen. Ergeren op Facebook… nee sorry. Ik zie vooral de voordelen. Mensen die al lang uit mijn leven verdwenen leken of die ik om wat voor reden nauwelijks meer spreek, blijven toch dichtbij. Ik weet wat ze belangrijk vinden, wat hun bezighoudt. Als ik het niet zou willen weten, waren ze al lang 'ontvriend' zoals dat zo mooi heet. Een actie die ik trouwens nauwelijks meer toepas. De laatste keer was toen iemand in een persoonlijk bericht openlijk een bepaalde vorm van geweld verheerlijkte. "Hersenloos fossiel," zo dacht ik en knikkerde de persoon in kwestie er vanaf.
Een bijzonder boeiend fenomeen rondom Facebook vind ik de mening van Twitteraars over Facebook. Deze groep (waar ik overigens ook deel van ben) voelt zichzelf vaak verheven boven de personen op Facebook. Zij beschouwen zichzelf vooral als slimmer. Nu vind ik dat ten eerste een behoorlijke enge gedachte (jezelf boven anderen plaatsen, vooral als het eigenlijk je vrienden, collega's en anderen zijn). Het is dan ook een visie die er bij mij niet ingaat. Waarschijnlijk heb je dan echt een aantal mensen in je Facebook timeline die je liever kwijt dan rijk bent of je vind hun leven niet belangrijk. Ga dan weg op FB of verwijder ze. Ik lees eerlijk gezegd nauwelijks rotzooi op Facebook. Wel op Twitter. Ten tweede heb ik in al die jaren ook op dat vluchtige medium al veel rare zaken voorbij zien komen. Op Twitter wordt te vaak zonder na te denken een emotionele reactie geplaatst. Bij tijd en wijle lijkt het op een gemiddeld voetbalforum of reacties in discussieplekken van bepaalde kranten of andere media. Gelukkig helpen de zelf samengestelde lijstjes prima om hier het kaft van het koren te scheiden. Maar goed, ze vinden zichzelf dus bijzonder slim en vooruitstrevend die Twitteraars. Begrijp mij niet verkeerd, ik zie ook de voordelen van dit medium in. Het is een fantastische snelle bron van informatie en ook hier lees ik (bij mensen die tevens onderdeel zijn van mijn Facebookpossie) graag hun mening over bepaalde zaken of waar ze mee bezig zijn. Je hebt sneller een gespreksonderwerp bij een ontmoeting op straat. "Lekker weertje" of "Alles goed" kan achterwege blijven. We kunnen direct naar bepaalde zaken vragen. Dankzij Twitter en Facebook.
Afgelopen week liet het NOS-journaal in een reportage het belang van Facebook zien voor de toenemende stroom vluchtelingen. Ze houden het thuisfront op de hoogte, weten precies wie de foute mensensmokkelaars zijn, vinden zo eenvoudiger hun weg in een voor hun nieuwe wereld en informeren elkaar over allerlei andere essentiële zaken. Een betere reclame kan Facebook zich niet wensen. Ik wil daar nog wel een schepje bovenop doen. Zoals al eerder hier gesteld had ik bepaalde positieve stappen bij de situatie rondom mijn zieke moeder niet kunnen zetten als er geen Facebook was. En ook niet onbelangrijk: zeker omdat Facebook mij de mogelijkheid biedt nieuwe mensen in mijn leven nog beter te leren kennen, is dat op meerdere fronten een meerwaarde. Zonder Facebook was mijn contact met sommigen misschien wel nooit zo intensief gegroeid. Ik heb het deze zomer nog ervaren. Vroeger schreef je een brief, wisselde je telefoonnummers uit. Leuk, maar het kende zijn beperkingen. Maar de snelle ontwikkelingen in de wereld zorgen er voor dat mooie vriendschappen ook sneller kunnen groeien. Facebook, Twitter, Instagram, Whatsapp. Ze hebben allemaal voor- en nadelen. Gebruik ze op de juiste manier en de voordelen zijn snel duidelijk. Iedereen maakt zijn keuzes en bepaalt zelf hoe met sociale media om te gaan. Als je deze op de juiste wijze gebruikt is het een verrijking voor het leven. Ik kan er over meepraten. Die zeshonderd mensen zijn mij om een bepaalde reden bijna allemaal even lief. Goed dat ze er zijn.
Rob
Over muziek, film, voetbal, series, mijn werk als journalist, persoonlijke ervaringen en andere aardse zaken
maandag 31 augustus 2015
woensdag 19 augustus 2015
Het mooiste moment van de dag
Zoals iedere dag liep ik ook gisteren weer de afdeling op. Vaak zit ze met het gezicht naar de raam gekeerd, maar deze keer keek ze samen met de andere bewoners TV en was haar olijke gezicht dus ook naar de ingang van de woonkamer gericht. Ze zag me binnenkomen en dat moment blijft onbeschrijfelijk mooi. Een stralende lach van oor tot oor, licht vochtige oogjes die twinkelen als sterren aan de hemel: "Ha jong," zo zei ze met een stem die een mix van verbazing, pure blijdschap en oprechte vrolijkheid liet horen. Ze begon nog net niet te juichen. Hier doe ik het voor. Daarom ga ik iedere dag weer naar mijn lieve moeder toe. Een dusdanig oprechte sympathieke lach vind ik nergens anders.
Die vrolijke stemming kan ook weer snel omslaan. Soms kan ze na een paar minuten weer even boos worden, dan komt het verdriet van haar ziekte er uit. De frustratie dat ze op een plek zit waar ze eigenlijk niet wil zijn en dat uit ze dan (heel begrijpelijk) tegen ons. De mensen die het dichtste bij staan gelden als klankbord of kussen waarop gemept kan worden in tijden van verdriet en boosheid. Dat doen wij allemaal. Een enkele keer kan dat bij haar zelfs gepaard gaan met een paar ferme tikken op de arm. "Zoë dan," zegt ze met die bekende boze blik alsof ze wil zeggen: 'dat heb je verdiend. Jij hebt mij hier neergezet.' Ik snap het volkomen, word er nooit boos over en tover dan juist mijn vrolijkste lach op het gezicht. Dan begint ook zij vaak weer snel te lachen. Of ze vraagt met een boze blik:" Denk je dat je leuk bent." Dan zeg ik met een lach: 'nee, totaal niet.' En die tweede lach kan zij dan niet meer weerstaan en keert bij haar de positieve stemming weer terug. Het afreageren met slaande bewegingen is een souvenirtje van haar verblijf in Vincent van Gogh.
Het mag vreemd klinken, maar eigenlijk zijn die uurtjes bij haar in dat moderne verzorgingstehuis voor mij tevens een moment van volledige rust. Ja, een oase van rust. Even weg uit de compleet gestoorde wereld waarin wij leven. Even weg van de hectiek, mensen die je belazeren, de drukke agenda, gemaakte vrolijkheid en de keiharde wetten van de moderne maatschappij. Hoewel het natuurlijk geen ouderlijk huis of thuis meer is, zit zij daar. En juist daardoor voelt het altijd weer even als thuiskomen.
"Uw moeder heeft een medebewoner geslagen," zo kregen wij anderhalf jaar geleden plotseling te horen toen zij sinds een aantal weken in die vreselijke kliniek verbleef. Mijn moeder iemand geslagen? Ik begreep er niets van. Mijn moeder sloeg nooit. Later begreep ik het en zag het met eigen ogen. Zij werd daar in die hel ook geslagen door andere bewoners. Daar op die plek waarvan iedereen (Inclusief medisch deskundigen) wist dat ze er niet thuis hoorde, daar werd moeder niet alleen psychisch mishandeld door haar omgeving, maar kreeg ze tevens met fysiek geweld te maken. Wie weet hoe vaak ze daar geslagen werd. Want wat zich het grootste deel van de dag - op de momenten dat er geen bezoek mocht komen - achter die gesloten deuren afspeelde, zullen we nooit weten. Hoewel. Een aantal familieleden van andere patiënten bracht er om diverse redenen wel eens de nacht door. De verhalen die daarover verteld werden, stemde ons niet vrolijk en bevestigde ons beeld. Dwalende, onrustige en dus ook boze patiënten over de gangen die dan ongevraagd bij anderen de kamer binnenliepen. Het personeel? Dat zat op een andere plek koffie te drinken. Op die locatie is mijn moeder voor de jaren die ze nog heeft voor goed veranderd. Bijna elf maanden lang psychische en fysieke mishandeling gaat niemand in de koude kleren zitten. Zeker een dementerende senior niet.
Op dit moment lopen drie tuchtzaken tegen de betreffende Geriater en vier officiële klachten bij het Medisch Tuchtcollege tegen de instelling zelf over de situatie daar. Ja, gelukkig durfden meer families deze stap te zetten. Samen sta je sterker. Anderen gaven eerlijk toe dat ze het niet aandurfden om officiële aanklachten tegen de arts en de instelling te zetten. Bang voor de confrontatie, angst voor represailles, intimidatie of gewoon te veel emoties. Triest maar waar. Wij hebben er ook nog een aparte jurist op gezet. Behalve de vreselijke ziekte van moeder krijgen wij (en al die andere families) dat onvoorstelbare gedrag er gratis bij. Slechts louter tegenwerking, leugens en damage control van arts en instelling. Het is een lange strijd die dagelijks veel energie kost, maar wij gaan door.
En ondanks die elf maanden in de hel, weet mijn moeder nu toch weer dagelijks die lieve en stralende lach op haar gezicht te toveren. Gewoon omdat ze ons (of een ander vertrouwd) gezicht ziet. De heftige uitingen van boosheid zijn helaas wel gebleven. Aangeleerd op de momenten dat ze zich daar in Venray helemaal alleen moest verdedigen. "Wat jullie doen, heb ik in de 20 jaar sinds ik in de verpleging werk nog nooit meegemaakt," zo liet een medewerker van de betere plek - waar ze nu alweer bijna 8 maanden verblijft - onlangs weten. "Daar heb ik zoveel respect voor," zo voegde ze er nog aan toe. Ook andere medewerkers laten het regelmatig horen. Bij Vincent van Gogh omschreef men dit als ongebruikelijk bedrag. Tja, het is gewoon oprechte betrokkenheid. Ik ben er mee opgevoed en weet niet beter dan dat ook dit helaas een deel van het leven kan zijn. Onze ouders waren er ook altijd voor ons. Dan doe je in de laatste jaren van hun leven alles terug. Bij mijn vader hebben we tijdens zijn ziekte (hersentumor) hetzelfde gedaan. Eigenlijk is het triest dat anderen het opvallend vinden.
Behalve de bezoekjes komen wij ook op alle andere fronten voor haar op. Het lieve mens kan zichzelf niet meer verdedigen. Wij willen het beste voor haar; het allerbeste. De enige wijze van verdedigen die zij nog heeft, is de slaande beweging zo snel iemand zich met gestrekte armen richting haar wendt. Het is een gestrekte hand die haar juist wil helpen (met bijvoorbeeld aankleden of wassen), maar de Pavlovreactie die ze zich in Venray aanleerde, zit er nog in. Verdedigen. Zij weet niet wat die gestrekte hand met arm van plan zijn en dus komt daar de bekende reactie. Alleen als ik een vriendelijke arm om haar heen leg, vertrouwt ze het, maar alle andere bewegingen zijn voor haar verdacht. Maar toch; telkens als ik binnenkom en op vele andere onverwachte momenten tijdens de uurtjes van mijn bezoek, is daar die fantastische stralende, soms ondeugende, maar altijd lieve moederlach. "Ze lacht wel vaker," zo zei een verpleegkundige van de afdeling. "Maar zo snel ze jullie ziet, is het echt ongelofelijk hoe ze dan straalt."
De lach in combinatie met een paar stralende ogen die zorgt dat ik de strijd weer aankan. De lach die niemand anders kan geven. De lach die telkens weer zorgt voor het mooiste moment van de dag.
De lach in combinatie met een paar stralende ogen die zorgt dat ik de strijd weer aankan. De lach die niemand anders kan geven. De lach die telkens weer zorgt voor het mooiste moment van de dag.
Rob
woensdag 5 augustus 2015
Koning Voetbal regeert weer
Het duurde deze keer net iets te lang. Ja, er was begin juni nog de Champions League finale en een belangrijke interland van Oranje, maar toch was het over een periode van twee maanden te weinig. Hoe vaak wij supporters ook zeuren op Koning Voetbal; we kunnen niet zonder. De bal moet rollen. Bij voorkeur zo vaak mogelijk want dan kunnen wij liefhebbers zelf kiezen welke wedstrijd we willen zien.
Toch is die zomer aan de andere kant ook weer een mooie periode. Hoofdredacteur van Voetbal International Tom van Hulsen schreef begin juli al in zijn wekelijkse column dat het blad in de voetballoze periode doorgaans beter verkoopt. Zoals hij zelf al aangeeft wil de liefhebber tijdens de vakantie wat verstrooiende literatuur lezen, maar door het gebrek aan wedstrijden wel geïnformeerd worden waar de clubs mee bezig zijn. De zomer is tenslotte een mooie periode om te dromen van successen. Een aantal clubs wordt zeker kampioen. Een ander aantal gaat zonder twijfel mee doen in de strijd om Europees voetbal te halen en de rest ontloopt zeker de degradatie. Prachtig toch. Vooral voor Feyenoordfans is dit al jaren een prachtige tijd. Telkens in juli en augustus weer dromen dat in het voorjaar de Coolsingel weer volloopt. Helaas is voor het legioen zelfs deze zomer al weinig reden om die traditionele dromen in ere te houden. De ploeg van nieuwe coach Van Bronckhorst kreeg al de ene na de andere tik te verwerken en met name de nederlaag tegen VVV-Venlo (2-1) deed pijn. Maar toch zit de Kuip aanstaande zondag weer nokvol en kan één overwinning de dromen weer tot leven wekken.
De zomer is dus een periode dat er nog meer onzin te lezen en horen valt dan tijdens de competitie. Voor het tweede jaar op rij moest ik horen en lezen dat het met Ajax allemaal wel goed zat. Je bent als een beetje liefhebber toch wel geneigd iemand als Frank de Boer te geloven als deze vanuit een trainingskamp in een zonnig Oostenrijk laat weten dat de groep gretig is en ja zelfs gegroeid ten opzicht van het seizoen daarvoor. Hoe groot was een jaar geleden de shock toen we Ajax dramatisch door de mand zagen vallen tijdens de strijd om de Johan Cruijff Schaal tegen PEC Zwolle. In drie maanden tijd niets geleerd. Na de onthutsende nederlaag in de finale tegen diezelfde club (1-5) was de nederlaag qua cijfers dan misschien minder hard (0-1), maar zag een beetje kenner dat het nog steeds goed mis was in de Arena. De Boer ging echter bijna het hele jaar door met roeptoeteren dat hij een goed voetballend Ajax had gezien. Als eigenaar van een seizoenkaart (zoals ik) voel je je dan ongelooflijk in de zeik genomen. Of zoals Youp van 't Hek zich in één van zijn columns terecht afvroeg of er in de hoofdstad soms twee Arena's waren. Ook hij hoorde na afloop op de radio de Ajax-coach na de zoveelste zaadpartij orakelen dat zijn ploeg wederom lekker gebald had. Zowel Youp als ik als al die tienduizenden andere mensen die in het stadion geweest waren, houd je niet voor de mal.
Dit jaar was het niet anders. Wederom klonken de mooie verhalen vanuit datzelfde trainingskamp in het fraaie Oostenrijk. Na het zien van Ajax tegen Wolfsburg en een helft tegen Saint Etienne begon ik even aan mijn eigen voetbalkennis te twijfelen. In mijn ogen was het wederom wéér niet goed. Oh, ook zeker niet dramatisch want met met voetbal van dat niveau doe je in Nederland gewoon mee om de titel, maar om nu te spreken van goed voetbal... Tegen Wolfsburg had ik continu het gevoel dat als de Duitse bekerwinnaar even wilde aanzetten ze Ajax van de mat zouden tikken. Toch wilden de kenners van FOX-sports (die de wedstrijd uitzonden) mij doen geloven dat de Amsterdammers verdraaid lekker stonden te spelen. In de rust en na afloop kregen kijkers behalve een redelijk lovende visie van de presentatoren plus analyticus een zogenaamd bewijs voorgelegd waarbij beelden begeleid werden door een in beeld geplakt zinnetje 'mooie aanval Ajax'. Een kinderhand is snel gevuld, zo denk ik dan.
"Rob, ik heb de kranten gelezen en vier mensen gesproken en jij bent de eerste die niet positief over de wedstrijd bent," zo sprak een mede Ajaxsupporter uit mijn eigen stad nadat ik hem mijn visie over de wedstrijd had gegeven. "Een beetje zouteloos en risicoloos rondtikken met hier en daar een leuke aanval. Geen verschil met de laatste twee seizoenen," zo had ik hem net daarvoor uitgelegd. Nu de voorbereiding voorbij is en Ajax inmiddels alweer door een stelletje net iets slimmere Oostenrijkers (met de begroting van een Nederlandse degradatiekandidaat) uit de Champions League geknikkerd is, mag langzaam aan duidelijk zijn dat de mooie woorden vanuit het trainingskamp en de visie van het FOXsports-team wederom loze woorden en vooral overdone waren.
Eigenlijk geen positief verhaal hierboven, maar toch is een liefhebber als ik blij dat Koning Voetbal weer regeert. Waar ik in het verleden nog naar sporten als tennis, schaatsen (ja echt, ik keek ooit naar schaatsen) en wielrennen kon kijken, daar heb ik tegenwoordig genoeg aan een potje voetbal. Alles eromheen is mooi. Zelfs het oeverloze gezanik van de supporters. Als cynisme niet bestond dan zou het wel in een voetbalstadion uitgevonden worden. Heerlijk. Waar ze bij andere sporten bij elk woordje van kritiek (zeker uit de mond van voetballiefhebbers) toch al vrij snel in de verdedigingsmodus of in de stuip schieten daar doen wij voetbalfanaten er zelf nog een schepje boven op. Ook ik zal in de loop van komend seizoen een aantal weken weer nauwelijks een bal zien rollen, maar dan bepaal ik het zelf omdat ik weer even voldaan ben. Maar als ik zin heb om te kijken, is er voldoende aanbod. Want uiteindelijk levert dit spelletje telkens weer zoveel mooie, hilarische, emotionele, onvergetelijke en zelfs historische momenten op dat voor iedere liefhebber duidelijk is waarom voetbal nog steeds Koning is en ook altijd zal blijven.
Rob
Toch is die zomer aan de andere kant ook weer een mooie periode. Hoofdredacteur van Voetbal International Tom van Hulsen schreef begin juli al in zijn wekelijkse column dat het blad in de voetballoze periode doorgaans beter verkoopt. Zoals hij zelf al aangeeft wil de liefhebber tijdens de vakantie wat verstrooiende literatuur lezen, maar door het gebrek aan wedstrijden wel geïnformeerd worden waar de clubs mee bezig zijn. De zomer is tenslotte een mooie periode om te dromen van successen. Een aantal clubs wordt zeker kampioen. Een ander aantal gaat zonder twijfel mee doen in de strijd om Europees voetbal te halen en de rest ontloopt zeker de degradatie. Prachtig toch. Vooral voor Feyenoordfans is dit al jaren een prachtige tijd. Telkens in juli en augustus weer dromen dat in het voorjaar de Coolsingel weer volloopt. Helaas is voor het legioen zelfs deze zomer al weinig reden om die traditionele dromen in ere te houden. De ploeg van nieuwe coach Van Bronckhorst kreeg al de ene na de andere tik te verwerken en met name de nederlaag tegen VVV-Venlo (2-1) deed pijn. Maar toch zit de Kuip aanstaande zondag weer nokvol en kan één overwinning de dromen weer tot leven wekken.
De zomer is dus een periode dat er nog meer onzin te lezen en horen valt dan tijdens de competitie. Voor het tweede jaar op rij moest ik horen en lezen dat het met Ajax allemaal wel goed zat. Je bent als een beetje liefhebber toch wel geneigd iemand als Frank de Boer te geloven als deze vanuit een trainingskamp in een zonnig Oostenrijk laat weten dat de groep gretig is en ja zelfs gegroeid ten opzicht van het seizoen daarvoor. Hoe groot was een jaar geleden de shock toen we Ajax dramatisch door de mand zagen vallen tijdens de strijd om de Johan Cruijff Schaal tegen PEC Zwolle. In drie maanden tijd niets geleerd. Na de onthutsende nederlaag in de finale tegen diezelfde club (1-5) was de nederlaag qua cijfers dan misschien minder hard (0-1), maar zag een beetje kenner dat het nog steeds goed mis was in de Arena. De Boer ging echter bijna het hele jaar door met roeptoeteren dat hij een goed voetballend Ajax had gezien. Als eigenaar van een seizoenkaart (zoals ik) voel je je dan ongelooflijk in de zeik genomen. Of zoals Youp van 't Hek zich in één van zijn columns terecht afvroeg of er in de hoofdstad soms twee Arena's waren. Ook hij hoorde na afloop op de radio de Ajax-coach na de zoveelste zaadpartij orakelen dat zijn ploeg wederom lekker gebald had. Zowel Youp als ik als al die tienduizenden andere mensen die in het stadion geweest waren, houd je niet voor de mal.
Dit jaar was het niet anders. Wederom klonken de mooie verhalen vanuit datzelfde trainingskamp in het fraaie Oostenrijk. Na het zien van Ajax tegen Wolfsburg en een helft tegen Saint Etienne begon ik even aan mijn eigen voetbalkennis te twijfelen. In mijn ogen was het wederom wéér niet goed. Oh, ook zeker niet dramatisch want met met voetbal van dat niveau doe je in Nederland gewoon mee om de titel, maar om nu te spreken van goed voetbal... Tegen Wolfsburg had ik continu het gevoel dat als de Duitse bekerwinnaar even wilde aanzetten ze Ajax van de mat zouden tikken. Toch wilden de kenners van FOX-sports (die de wedstrijd uitzonden) mij doen geloven dat de Amsterdammers verdraaid lekker stonden te spelen. In de rust en na afloop kregen kijkers behalve een redelijk lovende visie van de presentatoren plus analyticus een zogenaamd bewijs voorgelegd waarbij beelden begeleid werden door een in beeld geplakt zinnetje 'mooie aanval Ajax'. Een kinderhand is snel gevuld, zo denk ik dan.
"Rob, ik heb de kranten gelezen en vier mensen gesproken en jij bent de eerste die niet positief over de wedstrijd bent," zo sprak een mede Ajaxsupporter uit mijn eigen stad nadat ik hem mijn visie over de wedstrijd had gegeven. "Een beetje zouteloos en risicoloos rondtikken met hier en daar een leuke aanval. Geen verschil met de laatste twee seizoenen," zo had ik hem net daarvoor uitgelegd. Nu de voorbereiding voorbij is en Ajax inmiddels alweer door een stelletje net iets slimmere Oostenrijkers (met de begroting van een Nederlandse degradatiekandidaat) uit de Champions League geknikkerd is, mag langzaam aan duidelijk zijn dat de mooie woorden vanuit het trainingskamp en de visie van het FOXsports-team wederom loze woorden en vooral overdone waren.
Eigenlijk geen positief verhaal hierboven, maar toch is een liefhebber als ik blij dat Koning Voetbal weer regeert. Waar ik in het verleden nog naar sporten als tennis, schaatsen (ja echt, ik keek ooit naar schaatsen) en wielrennen kon kijken, daar heb ik tegenwoordig genoeg aan een potje voetbal. Alles eromheen is mooi. Zelfs het oeverloze gezanik van de supporters. Als cynisme niet bestond dan zou het wel in een voetbalstadion uitgevonden worden. Heerlijk. Waar ze bij andere sporten bij elk woordje van kritiek (zeker uit de mond van voetballiefhebbers) toch al vrij snel in de verdedigingsmodus of in de stuip schieten daar doen wij voetbalfanaten er zelf nog een schepje boven op. Ook ik zal in de loop van komend seizoen een aantal weken weer nauwelijks een bal zien rollen, maar dan bepaal ik het zelf omdat ik weer even voldaan ben. Maar als ik zin heb om te kijken, is er voldoende aanbod. Want uiteindelijk levert dit spelletje telkens weer zoveel mooie, hilarische, emotionele, onvergetelijke en zelfs historische momenten op dat voor iedere liefhebber duidelijk is waarom voetbal nog steeds Koning is en ook altijd zal blijven.
Rob
Abonneren op:
Posts (Atom)