woensdag 6 mei 2015

For those about to Rock…...

Ergens in de zomer van 2003 zag ik ze in het voorprogramma van The Rolling Stones. Op een immens grote gortdroge vlakte in Oberhausen. Stof, beton, kiezels, nog wat stof, verdord gras en nog veel meer stof. Ik en nog drie Venlonaren tussen 80.000 Duitsers. 40.000 stonden er voor mij; 40.000 achter mij. Van zowel AC/DC als Jagger & Co heb ik niets gezien. Wel veel gehoord. 'Highway to Hell meets Sympathy for the Devil,' zo was op de speciale eventshirts te lezen. Op de achterzijde van het shirt de datum van die dag: Friday the 13th. Ik weet niet of het management van beide bands deze datum bewust gekozen hadden of dat het lot hun deze duivelse dag had toebedeeld.

Maar goed, het was tot gisteren de enige keer dat ik AC/DC live in actie had gezien.  Een kleine anderhalf uur in daglicht spelen voordat The Greatest Rock 'n Roll Band in the World hun toenmalige 40-jarige jubileumshow opvoerde. Schitterende combi hoor: AC/DC meets The Rolling Stones, maar als voorprogramma heb je een band dan toch niet echt gezien. Ook niet als ze op een festival spelen. Althans dat is mijn bescheiden mening. Een band gedijt het beste als ze voor eigen fans spelen met de show en setlist waarover goed is nagedacht. Niet weggemoffeld als voorprogramma of om een uurtje te vullen tussen tig andere namen op één van de ontelbare festivals die deze wereld rijk is.

Het werd dus tijd dat ik AC/DC eens echt live ging zien. Wij behoorden tot de 35.000 gelukkigen die een kaartje hadden weten te bemachtigen voor de officiële wereldpremière van deze tournee. Binnen 10-15 minuten was de show in Arnhem uitverkocht. Met dat bezoekersaantal is het in ieder geval de kleinste show van het Europees deel van deze tour. Zoals het optreden in Keulen. 80.000 voornamelijk Duitsers op een open vlakte naast het stadion van de plaatselijke voetbaltrots. Dat kan overigens ook bijzonder indrukwekkend zijn. Wij hadden gisteren het voorrecht niet eens zo heel ver van het podium te mogen staan. Daar in een zaal met voornamelijk bierdrinkende 40 plussers (ja een aantal had trots hun kroost meegenomen) vroegen wij ons voor de show af hoe het met de stem van Brian Johnson gesteld zou zijn en of de band nog wel een beetje op tempo zou kunnen spelen. Ja dus! AC/DC gaf de fans waar ze voor kwamen; waar ze op gehoopt hadden. Een twee uur durende reis langs diverse ultieme Classic Rock songs. Drie tracks van hun meest recente album 'Rock or Bust' en voor de rest… vul zelf maar in: Highway to Hell, Whole lotta Rosie, Back in Black, TNT, Thunderstruck, High Voltage, You shook Me All Night Long, Hells Bells et cetera et cetera. Daar kwamen wij voor. Die kwamen al die andere mensen voor. In een retestrak tempo en met de kenmerkende schelle stem.

De lichtshow was imponerend, het geluid redelijk goed. Het Gelredome is natuurlijk eigenlijk net zo'n beroerde galmbak als de Amsterdam Arena. Eigenlijk zou het verboden moeten worden daar nog concerten te organiseren. Ook vanwege de verdere publieksonvriendelijke aanpak. Maar, dat terzijde. Op de gigantische videoschermen leek het alsof Angus Young al na 20 minuten bekaf was. Het zweet gutste van zijn voorhoofd, zijn verdwaasde blik leek op die van een marathonloper die zwoegend aan zijn laatste kilometers bezig is. Maar Angus ging door. Twee uur lang. Over dat grote podium.

Dat zweet, die blik; beiden bleven, maar de 60-jarige gitarist ging dus door. Sterker: op het einde van de show was daar die oneindige gitaarsolo tijdens Let there be Rock. Nee, deze keer geen semi-striptease. Misschien dacht Angus: 'het is mooi geweest. Ik ga hier niet meer in mijn onderbroek staan.' Contact met het publiek zocht hij verder ook niet. Hij liet het over aan zanger Brian Johnson. De man met de pet is één brok sympathie. Hij heeft de grijns van een goedzak. De grijns van een man die weet wat er in de wereld te koop is. Een ervaren rot die je niets meer wijs maakt. Bijzonder spraakzaam was hij overigens niet. Wat hij zei was afkomstig uit het boek der grote rockclichés. Iedere band kan ze gebruiken. Hij kan ze in elke stad toepassen. Maar ook dat is AC/DC: geen ballast. Dat het misschien leuk voor de fans zou zijn als Angus Young - die al decennialang een woning op steenworp afstand van het Gelredome heeft - iets in het Nederlands tegen de menigte zou zeggen; ook daar heeft AC/DC geen boodschap aan. Ze komen om te doen waar ze goed in zijn en wat de mensen verwachten. Een fantastische stadion-act neerzetten. Dus inclusief imposante lichtshow, confettikanonnen, vuurwerk, een bijna levensechte opblaaspop, echte kanonnen, maar vooral die uit duizenden herkenbare klassiekers. Daar maak je als ervaren rockers verder niet veel woorden vuil aan. Zelfs niet als die zes kanonnen aan het einde van For Those About to Rock zwijgen. Toen was de band namelijk al verdwenen. Geen buiging, geen laatste woord van dank, geen adieu. Om er maar eens cliché uit te gooien: ze kwamen, zagen en overwonnen. Iedereen meer dan tevreden naar huis. Niemand die zich bekocht gevoeld kan hebben.

Ik heb ze nu gezien. Als fervent concertbezoeker en groot liefhebber van het Classic Rock genre stond dit met stip op één van mijn bucketlist. Ik kreeg waar ik voor kwam. En misschien nog wel beter dan ik vooraf verwacht had. Die ouwe lullen bands; ze blijven imponeren. Op alle fronten. "We will show you how the big boys do it," zo zei KISS-bassist Gene Simmons ooit bijzonder hooghartig bij de presentatie van hun reuniontour. Een band die ik overigens volgende maand ga bekijken. En misschien had de man met die tong wel gelijk. Alleen de Big Boys kunnen wat AC/DC gisteravond flikte.

Rob

Geen opmerkingen:

Een reactie posten