Het is een uitspraak die te pas en te onpas gebruikt wordt. Bij klein en groot leed: "Alles komt goed." Met andere woorden: trek het je niet aan. Het leven gaat door. Over een tijdje ben je het kwijt. In deze uitspraak huist een soort van gemakzucht, onmacht, onwetendheid of te weinig besef van persoonlijk leed. Op een dag als vandaag zou het zeer ongepast zijn om tegen die tientallen families, vrienden, klas- en teamgenoten, collega's of buren van de slachtoffers van de MH-17 vlucht te zeggen: Alles komt goed. Want nee: niet alles komt goed.
De uitspraak heeft eigenlijk een achterliggende gedachte: niet treuren; het leven gaat nu eenmaal verder. Dat is te vaak te makkelijk gezegd. Twee jaar geleden had ik een interview bij een mijnheer die trots vertelde over zijn bedrijf. Zijn producten werden op maat gemaakt voor de evenementen- en concerten/festivalbranche. Niet de meest vervelende sector om in te werken. Om een of andere reden sloeg het gesprek ineens om. De man - ergens rond de 50 - begon plots over zijn ouders te vertellen. Hoe trots ze zouden zijn geweest op zijn goed functionerende bedrijf. Wat bleek: zijn vader en moeder waren in 1977 bij de vliegtuigramp op Tenerife om het leven gekomen. Terwijl hij zijn verhaal vertelde, sprongen de tranen hem weer in de ogen. "Sorry," zo klonk het met een snik. Ik voelde me niet ongemakkelijk en probeerde het juist te begrijpen. Hij had het verlies na ruim 35 jaar nog steeds niet goed verwerkt. Ondanks vele vormen van therapieën. Ik dacht: "Hoe vaak zal die man in zijn leven gehoord hebben: alles komt goed."
Een voormalige vrouwelijke collega kon geen kinderen krijgen. Als er op de afdeling -met diverse dames van rond de 30 - weer een nieuwe spruit geboren was, dan had zij daar moeite mee. Daarover sprak ze eerlijk. Ze ging vaak niet mee op kraamvisite. Die bezoekjes waren te pijnlijk. Het niet kunnen krijgen van kinderen kwam ook bij haar niet meer goed en bleef haar lang achtervolgen. Als de feestelijkheden van een nieuwe geboorte voorbij waren, had zij wel de kracht om regelmatig cadeautjes voor die kinderen te regelen of gewoon iets anders goeds te doen. Iets te doen wat haar hart haar ingaf. Ondanks het feit dat ze geen moeder kon worden, school in haar toch een moeder. Een goede moeder die ondanks de pijn die zij voelde bij de ongekende vreugde van anderen uiteindelijk toch haar liefde wilde tonen. Maar echt goed, nee dat is bij haar niet meer gekomen. Op dat gebied niet. Het bleef een pijnpunt in haar leven dat op het moment van andere persoonlijk verdriet ook weer regelmatig terugkeerde.
Verleden jaar zag ik een jonge moeder op TV. Ze had door een vreselijke ziekte haar zoontje verloren en ze zei het rechtuit: "Nee, sommige dingen komen niet meer goed. Nooit meer. Je pakt het leven op; doet je best, maar dat litteken gaat nooit meer weg. De pijn blijft, al laat ik het vaak niet zien."
Ik heb het ook gemerkt bij mijn eigen moeder. Op relatief jonge leeftijd verloor ze haar beide ouders; vlak achter elkaar. Een paar weken voor mijn geboorte. Vader door een auto-ongeluk. Haar moeder koos er bewust voor om haar echtgenoot te volgen en wandelde tijdens de oud en nieuw nacht de Maas in. Voor haar gevoel kwam het niet meer goed. Hoewel mijn moeder zeker vele mooie jaren heeft gekend, van het leven heeft genoten, vaak vrolijk lachend oprecht van mooie momenten genoot, merkten wij te pas en te onpas dat er veel onverwerkt verdriet in haar huisde. Toen mijn broer en ik jong waren, kenden wij het ware verhaal van opa en oma niet. Pas veel later is ons dat verteld.
Mijn vader overleed op veel te jonge leeftijd. Mijn moeder had het daar ook moeilijk mee. Opnieuw waren er een aantal zware jaren. "Maar Martha, kijk eens naar die kennis van je. Die heeft haar leven na de dood van haar man toch ook weer opgepakt. Laat je toch niet zo hangen." Waarschijnlijk zal de persoon in kwestie ook in dat gesprek of eerder al tegen mijn moeder gezegd hebben: alles komt goed. Hoe fout waren die opmerkingen. Punt één weet ik dat bij die andere vrouw het vaak schone schijn was. Als ik haar sprak, vertelde ze ook vaak hoe eenzaam ze was. "Maar je moet he. Je moet verder. De mensen om je heen verwachten dat. Hoe zwaar me dat ook valt. Niemand begrijpt je." Ze speelde een sociale wenselijke rol. Dan kom ik bij punt twee: Niet iedereen kan of wil die rol spelen. Het zit er niet in. Die hebben geen boodschap aan de mededeling dat alles wel goed komt. Ze weten dat niet alles goed komt. Natuurlijk heeft ook mijn moeder een aantal jaren na de dood van mijn vader het leven weer enigszins opgepakt en was de lach toch weer wat vaker op haar gezicht te zien. Het voorjaar en de zomer vond ze het ergste. Dan ging ze een stukje fietsen en kwam ze leeftijdsgenoten tegen die wel samen waren. Hoewel velen haar uitnodigden mee te gaan, voelde ze zich te vaak het vijfde wiel aan de wagen. Dat gevoel zat in haar. Dat haal je niet weg door te zeggen: stel je niet aan of alles komt goed. Want door het overlijden van pap kwam ook dat onverwerkte verdriet van haar ouders weer terug. Het werd zo een dubbele dosis pijn. Ja, ze had hulp kunnen zoeken, maar dat wilde ze niet. Alles wilde ze zelf doen. Eigenlijk is het een heel sterke vrouw. Dat denk ik ook als ik zie wat ze in het afgelopen anderhalf jaar allemaal heeft moeten doorstaan. Ze is daardoor veranderd. Harder geworden en voor de duvel niet meer bang. Ze bijt van zich af. Het hoort ook bij haar ziekte, maar soms ben ik dan wel zo trots als een pauw en lach als ik het zie. Ze duldt geen onzinnige opmerkingen of verplichtingen die haar niet aan staan. Maar ook in dat gedrag schuilt natuurlijk een stukje pijn. Ze moet zich vaak alleen verdedigen. En dat is triest. Ze voelt zich - ondanks het feit dat wij haar dagelijks bezoeken- toch vaak eenzaam. Er leeft iets in haar waardoor ook hier niet alles meer goed komt.
Vaak heb ik zelf ook tegen anderen te pas en te onpas gezegd: alles komt goed. Terwijl ik verdomde goed wist dat het niet zo is. Maar het is sociaal wenselijk. Soms speel je die sociaal wenselijke rol eenvoudiger dan een andere keer. Nu mijn eigen moeder zo ziek is en eigenlijk niet meer de moeder is die ze ooit was, mis ik mijn vader, 17 jaar na zijn dood, weer net zoals toen. Maar daarover mag en kan ik niet praten. Dat gevoel mag ik niet tonen. Mensen die vinden dat je maar door moet gaan met leven zijn meesters in het afvlakken van elk menselijk gevoel: "That's life! Zo gaat dat nu eenmaal. Daar moet je maar mee leren omgaan. Ach, het komt wel goed." Het zijn echter vaak diezelfde mensen die zelf bij enige tegenslag (bijvoorbeeld op het werk) al burn-out klachten krijgen.
Een jaar na het overlijden van mijn vader kwam ik ook de man met de hamer tegen. Ik had zelf een soort van burn-out omdat ik vanaf de dag na zijn begrafenis weer 'vrolijk' door het leven huppelde. Maar steeds vaker knalde ik tegen een muur. Totdat ik ruim een jaar na zijn dood bekaf was. Niet verwerkt wat er in die twee jaar van zijn ziekte tot overlijden was gebeurd. Hoe intens dat ook was geweest. Te weinig stil gestaan bij zijn ziekte, de processen, de strijd en de dood. Hoe zeer ook aangekondigd. De dood komt toch altijd onverwacht. Pats boem! Weg! Ik had een half jaar en wat gesprekken nodig om weer door te kunnen gaan. Maar ondanks die gesprekken en de vele leuke dingen die ik sindsdien heb gedaan, merk ik nu - tijdens de ziekte van mijn moeder - weer dagelijks dat het litteken weer open is getrokken. Ook dat is dus eigenlijk niet goed gekomen. Hoe vaak denk ik op een dag: verdomme, waarom heb ik al zo vroeg afscheid van pap moeten nemen? Waarom is ons gezin al zo snel uit elkaar getrokken? We wilden nog zoveel doen. Ik wil ook dingen laten zien waardoor ze trots zouden zijn. Net zoals die mijnheer die zijn ouders bij de vliegramp op Tenerife verloor. Mam is er nog, oogt nog fit, herkent ons nog, maar kan niet meer goed plaatsen wat wij doen en wat het betekent. Waarom moet mam ook op te jonge leeftijd al die rotziekte krijgen? Ze is er nog, maar toch zijn we haar kwijt. Net zoals bij pap krijg je de gevechten met artsen en beleidsbepalers er bij. Alsof de ziekte nog niet slopend genoeg is. "Komt wel goed," zeggen mensen dan ook vaak in die strijd tegen ons.
"Als één van je ouders aan Alzheimer lijdt, neem je drie keer afscheid," zo zei een kennis en tevens lotgenoot twee weken geleden tegen mij. "Op het moment dat de ziekte zich openbaart. En dan de dag dat ze naar een verpleeghuis moeten en uiteindelijk weer als ze komen te overlijden." Het is inderdaad een lang traject van afscheid nemen. Iedere dag een beetje weer. Iedere dag opnieuw die harde confrontatie. Mooie herinneringen uit het verleden doen nu zelfs pijn. Ik vrees de dag als het afscheid definitief wordt. En ook dan zullen mensen tegen mij zeggen: alles komt goed. Als ervaringsdeskundige weet ik nu al: dat is helaas niet zo. Nooit helemaal. Net zoals nu zal ik ook dan vrolijk concerten bezoeken, naar voetbalwedstrijden gaan en weet ik wat niet meer. Maar ergens draag ik dat stukje altijd weer mee. Dat te vroege afscheid en denken: waarom zo snel? Waarom op die manier? De vele dingen die zoveel anderen wel samen met ouders kunnen doen, heb ik niet kunnen doen. Dat ervaar je dagelijks en daarom komt dat in ieder geval helaas niet meer goed. Dingen veranderen, je past je aan, het leven gaat door, soms of misschien wel vaak vol leuke momenten. Maar om te zeggen dat alles goed komt. Dat is echt te makkelijk.
Rob