dinsdag 21 juli 2015

Met VVV op trainingskamp in Bardolino

Eigenlijk twijfelde ik of ik die zomer nog wel met de familie op vakantie zou gaan. Waarom? Ik kan het nu niet eens meer zeggen. Wij gingen naar hetzelfde prachtige bungalowpark aan het Gardameer als een jaar eerder en dat was mij uitstekend bevallen. Incidenten waren er ook nooit geweest. We reisden altijd met bevriende gezinnen, dus er was zeker voldoende afleiding. Waarschijnlijk wilde ik als jonge tiener gewoon een beetje dwars liggen. 

"Ik weet nu wel zeker dat je met ons mee op vakantie gaat," aldus mijn vader op maandagochtend 3 juni 1985 terwijl hij met zijn vinger naar een artikel in de speciale promotiebijlage van de krant wees. Het was de dag nadat (toen nog) FC VVV door een benauwde overwinning (2-1) op Eindhoven naar de eredivisie was gepromoveerd. Die penalty van Remy Reynierse in de 91e minuut. Die strafschop die aan alle onzekerheid een einde maakte en stadion De Koel deed ontploffen. Dat artikel maakte melding over een speciaal trainingskamp dat de Venlose club een maand later tijdens de zomervakantie in Italië zou beleggen. Een week lang zweten in Bardolino. En Bardolino lag op slechts 2 kilometer van dat mooie bungalowpark in het plaatsje Garda waar wij verbleven. Weg twijfel. De reis naar het Gardameer kon ineens niet snel genoeg beginnen.


Het was die zelfde zomervakantie van Live Aid (lees dit artikel). De laatste met mijn ouders en dus in meerdere opzichten een bijzondere. Behalve de selectie, technische staf en enkele bestuursleden waren er vanzelfsprekend verder geen Venlonaren. Behalve wij. Het was ook voor de spelers dan vreemd dat plots een boekje over de promotie onder hun snufferd werd gelegd met het verzoek om de cover te signeren. Nog groter was de verbazing van doelman John Roox toen hij tijdens de training een waterslang richting zijn mond bracht om de dorst te lessen en daarbij in plat Venloos van onze kant de waarschuwing hoorde: "John! Kiek oët! Det water mosse neet drinke!" Zijn eigen dialect had de keeper zo ver van huis niet verwacht.


Uw blogger in wit shirt volgt aandachtig de wedstrijd.
Daarachter mijn vader en broer.

We bezochten twee oefenwedstrijden en een training. Wie de tegenstanders waren? Zo goed als zeker de eigenaar van het ministadion (met één tribune): Bardolino Calcio. Maar de andere tegenstander weet ik echt niet meer. Bij de twee oefenwedstrijden waren behalve wij en de lokale voetbalfans ook enkele tientallen Hollandse vakantiegangers aanwezig. Blijkbaar had de club reclame gemaakt op campings en vakantieparken. Anders kan ik die opkomst niet verklaren. En als nieuwbakken eredivisieclub was FC VVV natuurlijk toch aantrekkelijk voor een beetje Nederlandse voetballiefhebber. De uitslagen van die potjes? Al slaat u mij dood. 0-4? Dat komt in mij op. Maar of het klopt? Geen idee. Onze landgenoten wilden van alles weten over mijn cluppie. Want ja, als jonge tiener was ik nog bloedfanatiek supporter. 

Veel foto's zijn er die dagen niet gemaakt. Met dezelfde mogelijkheden van nu waren er zeker tientallen kiekjes geschoten. Van wedstrijden, spelers, selfie's et cetera. Toen moest ik het stellen met een jaren 80 toestel inclusief rolletje voor 24 foto's. Misschien had ik nog een extra rolletje kunnen kopen, maar het ontwikkelen was duur en ik nog zuinig. Dus meer dan 4-6 foto's van dat bijna vergeten stukje historie van de Venlose club zijn er door mij tijdens die prachtige vakantie aan het Gardameer niet gemaakt. En de plaatjes die wij maakten, zijn natuurlijk niet van al te hoogstaande kwaliteit. Maar wij waren er bij. En ik vond het bijzonder om dat als supporter mee te maken. 

De conditie van het veld van Bardolino Calcio was overigens trouwens bedroevend slecht. En dat is een understatement. Op bepaalde plekken lag meer zand dan gras. Maar het heeft de spelers van VVV misschien gehard. Want na het trainingskamp in Bardolino volgde één van de meest succesvolle periodes uit de historie van de Venlose club. Vier jaar eredivisie. Met onder andere twee maal een vijfde plek. En ik? Ik had maar mooi dat historische boekje met handtekeningen van alle spelers en een foto met Mario Verlijsdonk en Stan Valckx als herinnering voor de eeuwigheid.




Rob

Update: de uitslagen van de oefenwedstrijden tijdens dat trainingskamp waren:
Bardolino - VVV 1-6
Juventino - VVV 0-2 
Met dank aan historie.vvv-venlo.nl  



vrijdag 17 juli 2015

Niet alles komt goed

Het is een uitspraak die te pas en te onpas gebruikt wordt. Bij klein en groot leed: "Alles komt goed." Met andere woorden: trek het je niet aan. Het leven gaat door. Over een tijdje ben je het kwijt. In deze uitspraak huist een soort van gemakzucht, onmacht, onwetendheid of te weinig besef van persoonlijk leed. Op een dag als vandaag zou het zeer ongepast zijn om tegen die tientallen families, vrienden, klas- en teamgenoten, collega's of buren van de slachtoffers van de MH-17 vlucht te zeggen: Alles komt goed. Want nee: niet alles komt goed.


De uitspraak heeft eigenlijk een achterliggende gedachte: niet treuren; het leven gaat nu eenmaal verder. Dat is te vaak te makkelijk gezegd. Twee jaar geleden had ik een interview bij een mijnheer die trots vertelde over zijn bedrijf. Zijn producten werden op maat gemaakt voor de evenementen- en concerten/festivalbranche. Niet de meest vervelende sector om in te werken. Om een of andere reden sloeg het gesprek ineens om. De man - ergens rond de 50 - begon plots over zijn ouders te vertellen. Hoe trots ze zouden zijn geweest op zijn goed functionerende bedrijf. Wat bleek: zijn vader en moeder waren in 1977 bij de vliegtuigramp op Tenerife om het leven gekomen. Terwijl hij zijn verhaal vertelde, sprongen de tranen hem weer in de ogen. "Sorry," zo klonk het met een snik. Ik voelde me niet ongemakkelijk en probeerde het juist te begrijpen. Hij had het verlies na ruim 35 jaar nog steeds niet goed verwerkt. Ondanks vele vormen van therapieën. Ik dacht: "Hoe vaak zal die man in zijn leven gehoord hebben: alles komt goed."

Een voormalige vrouwelijke collega kon geen kinderen krijgen. Als er op de afdeling -met diverse dames van rond de 30 - weer een nieuwe spruit geboren was, dan had zij daar moeite mee. Daarover sprak ze eerlijk. Ze ging vaak niet mee op kraamvisite.  Die bezoekjes waren te pijnlijk. Het niet kunnen krijgen van kinderen kwam ook bij haar niet meer goed en bleef haar lang achtervolgen. Als de feestelijkheden van een nieuwe geboorte voorbij waren, had zij wel de kracht om regelmatig cadeautjes voor die kinderen te regelen of gewoon iets anders goeds te doen. Iets te doen wat haar hart haar ingaf. Ondanks het feit dat ze geen moeder kon worden, school in haar toch een moeder. Een goede moeder die ondanks de pijn die zij voelde bij de ongekende vreugde van anderen uiteindelijk toch haar liefde wilde tonen. Maar echt goed, nee dat is bij haar niet meer gekomen. Op dat gebied niet. Het bleef een pijnpunt in haar leven dat op het moment van andere persoonlijk verdriet ook weer regelmatig terugkeerde.

Verleden jaar zag ik een jonge moeder op TV. Ze had door een vreselijke ziekte haar zoontje verloren en ze zei het rechtuit: "Nee, sommige dingen komen niet meer goed. Nooit meer. Je pakt het leven op; doet je best, maar dat litteken gaat nooit meer weg. De pijn blijft, al laat ik het vaak niet zien."

Ik heb het ook gemerkt bij mijn eigen moeder. Op relatief jonge leeftijd verloor ze haar beide ouders; vlak achter elkaar. Een paar weken voor mijn geboorte. Vader door een auto-ongeluk. Haar moeder koos er bewust voor om haar echtgenoot te volgen en wandelde tijdens de oud en nieuw nacht de Maas in. Voor haar gevoel kwam het niet meer goed. Hoewel mijn moeder zeker vele mooie jaren heeft gekend, van het leven heeft genoten, vaak vrolijk lachend oprecht van mooie momenten genoot, merkten wij te pas en te onpas dat er veel onverwerkt verdriet in haar huisde. Toen mijn broer en ik jong waren, kenden wij het ware verhaal van opa en oma niet. Pas veel later is ons dat verteld.

Mijn vader overleed op veel te jonge leeftijd. Mijn moeder had het daar ook moeilijk mee. Opnieuw waren er een aantal zware jaren. "Maar Martha, kijk eens naar die kennis van je. Die heeft haar leven na de dood van haar man toch ook weer opgepakt. Laat je toch niet zo hangen." Waarschijnlijk zal de persoon in kwestie ook in dat gesprek of eerder al tegen mijn moeder gezegd hebben: alles komt goed. Hoe fout waren die opmerkingen. Punt één weet ik dat bij die andere vrouw het vaak schone schijn was. Als ik haar sprak, vertelde ze ook vaak hoe eenzaam ze was. "Maar je moet he. Je moet verder. De mensen om je heen verwachten dat. Hoe zwaar me dat ook valt. Niemand begrijpt je." Ze speelde een sociale wenselijke rol.  Dan kom ik bij punt twee: Niet iedereen kan of wil die rol spelen. Het zit er niet in. Die hebben geen boodschap aan de mededeling dat alles wel goed komt. Ze weten dat niet alles goed komt. Natuurlijk heeft ook mijn moeder een aantal jaren na de dood van mijn vader het leven weer enigszins opgepakt en was de lach toch weer wat vaker op haar gezicht te zien. Het voorjaar en de zomer vond ze het ergste. Dan ging ze een stukje fietsen en kwam ze leeftijdsgenoten tegen die wel samen waren. Hoewel velen haar uitnodigden mee te gaan, voelde ze zich te vaak het vijfde wiel aan de wagen. Dat gevoel zat in haar. Dat haal je niet weg door te zeggen: stel je niet aan of alles komt goed. Want door het overlijden van pap kwam ook dat onverwerkte verdriet van haar ouders weer terug. Het werd zo een dubbele dosis pijn. Ja, ze had hulp kunnen zoeken, maar dat wilde ze niet. Alles wilde ze zelf doen. Eigenlijk is het een heel sterke vrouw. Dat denk ik ook als ik zie wat ze in het afgelopen anderhalf jaar allemaal heeft moeten doorstaan. Ze is daardoor veranderd. Harder geworden en voor de duvel niet meer bang. Ze bijt van zich af. Het hoort ook bij haar ziekte, maar soms ben ik dan wel zo trots als een pauw en lach als ik het zie. Ze duldt geen onzinnige opmerkingen of verplichtingen die haar niet aan staan. Maar ook in dat gedrag schuilt natuurlijk een stukje pijn. Ze moet zich vaak alleen verdedigen. En dat is triest. Ze voelt zich - ondanks het feit dat wij haar dagelijks bezoeken- toch vaak eenzaam.  Er leeft iets in haar waardoor ook hier niet alles meer goed komt.

Vaak heb ik zelf ook tegen anderen te pas en te onpas gezegd: alles komt goed. Terwijl ik verdomde goed wist dat het niet zo is. Maar het is sociaal wenselijk. Soms speel je die sociaal wenselijke rol eenvoudiger dan een andere keer. Nu mijn eigen moeder zo ziek is en eigenlijk niet meer de moeder is die ze ooit was, mis ik mijn vader, 17 jaar na zijn dood, weer net zoals toen. Maar daarover mag en kan ik niet praten. Dat gevoel mag ik niet tonen. Mensen die vinden dat je maar door moet gaan met leven zijn meesters in het afvlakken van elk menselijk gevoel: "That's life! Zo gaat dat nu eenmaal. Daar moet je maar mee leren omgaan. Ach, het komt wel goed." Het zijn echter vaak diezelfde mensen die zelf bij enige tegenslag (bijvoorbeeld op het werk) al burn-out klachten krijgen.

Een jaar na het overlijden van mijn vader kwam ik ook de man met de hamer tegen. Ik had zelf een soort van burn-out omdat ik vanaf de dag na zijn begrafenis weer 'vrolijk' door het leven huppelde. Maar steeds vaker knalde ik tegen een muur. Totdat ik ruim een jaar na zijn dood bekaf was. Niet verwerkt wat er in die twee jaar van zijn ziekte tot overlijden was gebeurd. Hoe intens dat ook was geweest. Te weinig stil gestaan bij zijn ziekte, de processen, de strijd en de dood. Hoe zeer ook aangekondigd. De dood komt toch altijd onverwacht. Pats boem! Weg! Ik had een half jaar en wat gesprekken nodig om weer door te kunnen gaan. Maar ondanks die gesprekken en de vele leuke dingen die ik sindsdien heb gedaan, merk ik nu - tijdens de ziekte van mijn moeder - weer dagelijks dat het litteken weer open is getrokken. Ook dat is dus eigenlijk niet goed gekomen. Hoe vaak denk ik op een dag: verdomme, waarom heb ik al zo vroeg afscheid van pap moeten nemen? Waarom is ons gezin al zo snel uit elkaar getrokken? We wilden nog zoveel doen. Ik wil ook dingen laten zien waardoor ze trots zouden zijn. Net zoals die mijnheer die zijn ouders bij de vliegramp op Tenerife verloor. Mam is er nog, oogt nog fit, herkent ons nog, maar kan niet meer goed plaatsen wat wij doen en wat het betekent. Waarom moet mam ook op te jonge leeftijd al die rotziekte krijgen? Ze is er nog, maar toch zijn we haar kwijt. Net zoals bij pap krijg je de gevechten met artsen en beleidsbepalers er bij. Alsof de ziekte nog niet slopend genoeg is. "Komt wel goed," zeggen mensen dan ook vaak in die strijd tegen ons.

"Als één van je ouders aan Alzheimer lijdt, neem je drie keer afscheid," zo zei een kennis en tevens lotgenoot twee weken geleden tegen mij. "Op het moment dat de ziekte zich openbaart. En dan de dag dat ze naar een verpleeghuis moeten en uiteindelijk weer als ze komen te overlijden." Het is inderdaad een lang traject van afscheid nemen. Iedere dag een beetje weer. Iedere dag opnieuw die harde confrontatie. Mooie herinneringen uit het verleden doen nu zelfs pijn. Ik vrees de dag als het afscheid definitief wordt. En ook dan zullen mensen tegen mij zeggen: alles komt goed. Als ervaringsdeskundige weet ik nu al: dat is helaas niet zo. Nooit helemaal. Net zoals nu zal ik ook dan vrolijk concerten bezoeken, naar voetbalwedstrijden gaan en weet ik wat niet meer. Maar ergens draag ik dat stukje altijd weer mee. Dat te vroege afscheid en denken: waarom zo snel? Waarom op die manier? De vele dingen die  zoveel anderen wel samen met ouders kunnen doen, heb ik niet kunnen doen. Dat ervaar je dagelijks en daarom komt dat in ieder geval helaas niet meer goed. Dingen veranderen, je past je aan, het leven gaat door, soms of misschien wel vaak vol leuke momenten. Maar om te zeggen dat alles goed komt. Dat is echt te makkelijk.

Rob

woensdag 15 juli 2015

Rob's Ouwe Lullen Tour deel 11: The Who Ziggodome 2 juli 2015

Ze hebben niet de status van The Beatles of The Stones, maar toch: The Who behoort tot de absolute groten der aarde. Ze komen uit het decennium waarover een sluier van liefde, magie, nostalgie, maar ook een waas van mystiek hangt. Was het allemaal echt zo mooi als velen ons nu doen geloven? Waren de jaren zestig echt dat keerpunt voor de mensheid?

Het antwoord is waarschijnlijk ja en nee. Natuurlijk is er op sociaal en artistiek gebied veel gebeurd in dat decennium. Maar de aanloop begon al in de jaren 50; de jaren na de tweede wereldoorlog, de jaren van wederopbouw. Bovendien begonnen de roerige jaren zestig zoals we ze kennen eigenlijk pas in 1965 en liepen ze op 1 januari 1970 nog een aantal jaren door.

De antwoorden ja en nee zijn eveneens van toepassing op de vraag of The Who behoren tot de magische acts van de jaren 60. Ik ben geneigd ja te zeggen. Zeker nadat ik op 2 juli getuige was van het laatste concert van hun Europese tour (en mogelijk laatste show in Nederland ooit). Nee, de band rondom Roger Daltrey en Pete Townshend had bij mij ook nooit de status die The Beatles en The Stones (of The Doors en Dylan) hadden. Maar toch, ik wilde ze zien. The Who scoorde minder hits, maakte minder albums en heeft daardoor slechts een handvol klassiekers op hun naam staan Zingt Tante Mien uit Assen hun hits mee zoals ze dat wel in de Arena bij The Stones doet? The Who heeft geen rijtje ala Satisfaction, Sympathy for the Devil, Brown Sugar, Angie et cetera. En ook geen serie als Hey Jude, Let it Be, Yesterday, She Loves You et cetera. Liedjes die iedere generatie opnieuw met de paplepel krijgt ingestopt.

My Generation? Ja zeker! Die wel. Who are You? Yep, al was het alleen maar vanwege de tv-serie. Maar dan? Pinball Wizard? Misschien. Won’t get Fooled Again? Tja, voer voor Classic Rock liefhebbers. Behind Blue Eyes? Misschien nog net. Dat ze die ultieme status niet hebben is punt 1 niet erg en punt 2 zijn de heren er zich daar zelf ook bewust van. Pete Townshend vertelde 
in de Ziggo Dome vaak over de verhalen achter de liedjes. Hoe ze ontstaan waren. Over het waarom. Zo was The Who eind jaren zestig vooral heel druk in de VS en speelde de band onder andere op Woodstock. Het werd tijd voor een hit in Europa, zodat de mensen hun daar niet zouden vergeten. Het resultaat werd: I can see for Miles. Een meezinger. Maar nee, zo vertelt de gitarist. Het deed bijna niets in de charts. Het volk pakte het nummer niet op.

Een kleine 50 jaar later kent een beetje Classic Rock liefhebber die hit wel. De zelfspot kwam regelmatig terug. “Dat! Dat daarachter is toch een bierkraam? Of niet dan,” zo vroeg Townshend halverwege de avond aan het publiek. “Ik zie hier verdomme kids van 25 jaar in de zaal staan. Man op die leeftijd stond ik liever bier te drinken dan naar een ouwe lul van 70 jaar te kijken.” Zijn uitleg over hoe hij Eminence Front aan Miami Vice had verkocht was eveneens voorzien van het nodige cynisme. Ja, puur voor de poen. Toen al. In de jaren 80. Voor het internet. Ook vertelde de gitarist hoe hij nu van het leven genoot. Van zijn dure auto’s of een fantastisch in Nederland gemaakt jacht. “From your fucking money! Haha!” Die eerlijke verhalen die Townshend opbiechtte, bevestigden de status van The Who. De status van rockhelden.

Want er ging gewoon een lichte schok door mijn lijf toen de twee enig overgebleven leden van deze Britse band het podium betraden. Ja, mijn eerste concert van The Who en ik had even kippenvel omdat er in mijn ogen toch twee Rockgoden op slechts een paar meter afstand stonden. Daltrey en Townshend mogen dan geen Jagger en Richards of Lennon en McCartney zijn, voor mij hadden ze die avond in de Ziggodome wel hetzelfde charisma.

Was ik in die eerste minuut al om. Na twee uur was ik volledig verkocht. Wat een band! Wat een power! Wat een indrukwekkende reeks rockklassiekers hebben ze stiekem toch gemaakt. Eigenlijk was vooraf al duidelijk hoe groots The Who is. Voor de show werd op het scherm door middel van foto’s en teksten de historie van de band belicht. Het verhaal van Woodstock. De tragische dood van drummer Keith Moon. Het net zo tragische einde van bassist John Entwistle. De foto’s uit de gloriejaren voor volle stadions. De albumhoezen. Hier stond een portie rockhistorie op het podium om U tegen te zeggen. En met name de uitvoering van al die nummers was magisch. In de dagen voor het concert las ik vaak verhalen over de stem van zanger Roger Daltrey; die zou aan kracht hebben ingeboet. Yeah right! Mijn kont. Die stem was fantastisch. In de hoge en lage regionen. Na afloop sprak ik mensen die aangaven dat er in het recente verleden inderdaad mindere avonden waren geweest, maar deze avond klopte alles. Dus ook de stem.



Kippenvel was er niet alleen bij de opkomst van de Daltrey en Townshend, maar ook bij het intro van You better you bet of gewoon toen ze na een korte welkoms toespraak Who are You inzetten. Dat overbekende intro. Het gejuich vanuit de zaal. Eigenlijk was toen al duidelijk dat het een bijzondere avond zou worden. See me, Feel me, Amazing Journey, Pinball Wizard of welk nummer dan ook. Allemaal bevestigden ze wat ik tijdens de show steeds meer voelde. Het was een historische avond. En wat ben ik blij dat ik ze toch minimaal één keer live aan het werk mocht zien. Daltrey en Townshend! Die ouwe rakkers. They didn’t die before they got old! God zij dank niet!

Rob

maandag 13 juli 2015

13 juli 1985

Nee, ik heb er toen niets van op TV gezien. Ons gezin was op zaterdag 13 juli 1985 onderweg naar het vakantieadres: Parco del Garda in Garda. Maar tijdens de autorit op die zaterdag en op het moment van aankomst bij het bungalowpark hoorde ik flarden van wat zich afspeelde in het Wembley Stadion te Londen en het JFK Stadium in Philadelphia. In mijn herinnering zijn dat stukjes van optredens van Madonna, Sting, The Power Station, Paul Young en de finale in Londen met Do they know it's Christmas. Ik hoorde het op de radio van mijn draagbare radio/cassettespeler. Misschien ook wel bij een tankstation of die avond in een restaurant aan het Gardameer. Live Aid was op 13 juli 1985 namelijk overal. De wereld was in de ban van de muziek voor het goede doel. 

De betekenis van muziek was toen anders dan nu. Een evenement als Live Aid kun je anno 2015 niet meer neerzetten. Niet meer van die omvang. Maar vooral niet meer met zoveel impact. Tien jaar geleden, in 2005, is het nog een keer geprobeerd. Op nog meer locaties. Met nog veel meer artiesten, maar de historische waarde van 1985 wilde op 2 juli 2005 (ondanks de reünie van Pink Floyd) maar niet lukken. De wereld was veranderd. De interesse van de mensheid was anders. Waar in 1985 tientallen miljoenen mensen 17 uur lang aan de tv gekluisterd zaten, daar pikte de wereld twintig jaar later slechts sporadisch wat stukjes mee. Leuk, grappig, goed, maar nergens historisch. Als we over Live Aid praten, dan gaat het over Live Aid 1985. Veel mensen zullen nu waarschijnlijk zelfs verbaasd opkijken als ze van deel 2 in 2005 horen.

Zoals gezegd: ik zag er niets van. Ja later. Stukjes op TV en dankzij de DVD box die in 2004 was uitgebracht. Maar toch is de grootsheid en de impact van toen dertig jaar later nog voelbaar. Mijn timeline op Facebook stond vandaag vol met foto's en video's van die 13e juli 1985. De jeugd van toen reist weer even terug in de tijd en kijkt weer ademloos naar historische optredens van Queen, U2, Mick Jagger, Madonna, Sting, David Bowie of die legendarische finales in beide steden. De zee van mensen in beide stadions blijft indrukwekkend. De wereld was weer even één. De mensen hadden nog het geloof dat artiesten de wereld konden veranderen. Later zijn muziekprojecten voor het goede doel volledig belachelijk gemaakt. Waarschijnlijk door de eindeloze stroom die na Live Aid en USA for Africa op gang kwam. Overdaad schaadt. Helaas ook in dit geval.

Zoals gezegd: de impact en het belang van muziek is anno nu anders. De magie is verdwenen. Alles is vanzelfsprekend. In de afgelopen twintig jaar zijn er nauwelijks meer sterren opgestaan van het niveau Bowie, Jagger, McCartney, Mercury, Sting of Bono. Stemmen en persoonlijkheden die generatie na generatie blijven boeien. Muziek is door de digitalisering vaak verworden tot een wegwerpproduct. iedere dag een nieuwe trend. Niets tot weinig beklijft. Het is geen onderdeel meer van het dagelijks leven zoals bijna de hele Westerse wereld op 13 juli 1985 17 uur lang aan radio en/of tv gekluisterd was. Waar je ook was, er moest tijdens die dag minimaal een radio mee om te kunnen blijven luisteren. Om bij te blijven. Om niets te missen.

Zoals ook mijn broer en ik probeerden te luisterden; met zo'n immens grote jaren 80 koptelefoon op ons hoofd. Achterin de auto die over het smeltend asfalt van de Italiaanse autowegen raasde. Het was al dag drie van de vakantie, maar volgens goede traditie was de heenreis al een essentieel onderdeel van de vakantie en stonden er twee overnachtingen op het programma. Op dag 3 vertrokken we vanuit de laatste overnachtingsplek in Oostenrijk naar het Gardameer. Het was de laatste zomervakantie met onze ouders. We luisteren tijdens die rit over de Oostenrijkse en Italiaanse autobanen naar de stemmen van onze helden. Later in het bungalowpark en tijdens die eerste mooie Italiaanse zomeravond van die zomervakantie bij restaurantjes langs het Gardameer zongen of neurieden we weer zachtjes mee. Misschien slechts in ons hoofd. Maar wij hoorden wat er in Londen en Philadelphia gebeurde. Overal stond een tv of radio aan. Rockin all over the World. Radio Ga Ga. Get into the Groove. In the Air Tonight. Do they know it's Christmas. Die hit van Band Aid waar het liefdadigheidsproject ruim een half jaar eerder mee begonnen was. Een kersthit in de zomer. En we zongen ook laat in de avond op 13 juli 1985 terwijl we genoten van echte Italiaanse spaghetti weer mee. Feed the World!! Die weken in juli 1985 waren dus om meerdere redenen historisch.

Rob

woensdag 8 juli 2015

Rob's Ouwe Lullen tour deel 12: Sting in Mönchengladbach

Als je je show kunt beginnen met If I ever Lose my Faith in You, Every Little Thing She Does is Magic, Englishman in New York en So Lonely dan heb je het niet alleen het publiek direct bij de kloten te pakken, maar het toont tevens aan dat je als zanger/performer/liedjesschrijver een hele grote mijnheer bent. En een grote mijnheer; dat is Sting.
Hoewel hij één van mijn jeugdhelden is, was ik hem ergens een beetje kwijtgeraakt. De reunion tour met The Police bezocht ik in 2007 in de Amsterdam Arena, maar ik zag en beleefde de show totaal niet. Dankzij ons bierdrinkende en zwetsende volkje dat tijdens concerten niet voor de muziek komt, maar alleen om er bij te zijn. Die avond was een absoluut dieptepunt. 
Ergens begin dit jaar realiseerde ik mij weer hoe groots mijnheer Sting eigenlijk wel niet is. Ik zag de ode van Bruno Mars (en diverse andere belangrijke artiesten) aan Sting. De zanger/bassist had van president Obama die avond een speciale onderscheiding ter ere van zijn omvangrijke oeuvre ontvangen. Sting keek en luisterde geamuseerd naar de fantastische versie die Mars van Message in a Bottle neerzette. Op het moment dat grote sterren als Michael Stipe en Springsteen het podium betraden, was de emotie bij Sting duidelijk zichtbaar. Een emotie waarin trots, maar ook een lach en een traan verborgen zaten. Ik hoorde Bruno Mars & Co, zag Sting en realiseerde mij hoe groot zijn status is en hoeveel plezier hij mij gedurende mijn leven heeft geboden. Tijd voor een live show dus. 
Toen hij eerder dit jaar samen met Paul Simon een duotour deed en o.a 2x in de Ziggo Dome optrad, twijfelde ik net te lang en kon geen kaarten bemachtigen. Een meer dan prima pleister op de wonde was de soloshow die Sting deed op amper 30 minuten van mijn woonplaats Venlo; vanavond in Mönchengladbach dus. Het enige outdoor concert van Rob's Ouwe Lullen tour. 
Het begin van de show - zoals hierboven geschetst - maakte duidelijk wat we mochten verwachten. Een overzicht van zijn rijke carrière: een Greatest Hits show. Dat was het, maar wel bij veel nummers met een eigen twist. Zeker de nummers van The Police kregen vaak net die andere draai zodat het niet een simpel afraffelen van bekende deuntjes werd. In tegendeel. Sting (met een soort van kabouter Plopbaard) en zijn perfect spelende band hebben er tijdens deze speciaal ingelaste Europese zomertour duidelijk zin in. Bijna een jaar lang stond hij met Paul Simon op de planken. Dit lijkt een soort van tussendoortje waarbij niemand teleurgesteld naar huis zal zijn gegaan. Veel hits van zowel The Police als zijn solo-carriere kwamen aan bod. Er was zelfs ruimte voor een aantal album-tracks (Driven to tears, When the World is running Down) van het befaamde trio. 
Natuurlijk dacht ik na afloop: Hey… waarom geen: King of Pain, Set them Free, Fortress around your Heart, Wrapped around your finger? Maar een man met zo'n rijke catalogus als Sting kan uren lang spelen als hij het iedereen volledig naar de zin moet maken. Daarmee werd deze avond niet alleen pleister voor het missen van zijn show met Paul Simon, maar mss zelfs wel ook een beetje voor dat verpeste Police concert in Amsterdam. Sting had er lol in. Sting bood kwaliteit. Het was een prachtige zomeravond, net over de Venlose grens, zo dicht bij huis.
De setlist:
If I Ever Lose My Faith in You
Every Little Thing She Does Is Magic
(The Police song)
Englishman in New York
So Lonely
(The Police song)
When the World Is Running Down, You Make the Best of What's Still Around
(The Police song)
Fields of Gold
Heavy Cloud No Rain
Driven to Tears
(The Police song)
Walking on the Moon
(The Police song)
America
(Simon & Garfunkel cover)
Message in a Bottle
(The Police song)
The Hounds of Winter
De Do Do Do, De Da Da Da
(The Police song)
Roxanne / Ain't no sunshine
Encore:
Desert Rose
Every Breath You Take
(The Police song)
Encore 2:
Next to You
(The Police song)
Fragile

woensdag 1 juli 2015

Rob's Ouwe Lullen Tour deel 10: Santana - Ziggo Dome, Amsterdam.

Het is deze week een beetje een mini-Woodstock in Rob's Ouwe Lullen Tour. Vanavond was het de beurt aan Santana, donderdag mag The Who bewijzen hoe fit ze nog zijn. Volgens mij twee van de weinige bands van het befaamde rockfestival uit 1969 die nog steeds op het podium staan.
Carlos Santana refereerde er vanavond ook een beetje aan. De gitaargod sprak over het muzikale tijdperk waarin hij opgroeide en noemde o.a The Doors en Jimi Hendrix. "And we're still here," zo klonk het bijna verontschuldigend.
Ruim 2.5 uur stond hij met zijn band op het podium en dat tijdsbestek kunnen we het beste in 2 delen. Het eerste anderhalf uur was fantastisch. Wie naar Santana gaat, gaat niet specifiek voor de hits, maar vooral voor zijn magistrale gitaarwerk en natuurlijk ook een beetje voor het percussiegeweld. Dat was er in die eerste 90 minuten volop, met hier en daar een hit; Maria Maria, Europa, Black Magic Woman et cetera. 


Opvallend aspect: we zaten voor de eerste keer echt in de nok van de Ziggo Dome en het geluid klonk als de welbekende klok. Vanaf de eerste seconde was alles glashelder en loepzuiver. Die plek op de één na de hoogste rij van deze Amsterdamse concerthal was tevens een nadeel. Ik voelde nergens de interactie. Nergens voelde ik het zweet van de artiesten op de bühne. Als je beneden op 'het veld' staat; dan is er die interactie wel. Jammer, maar geen onoverkomelijk probleem voor deze ene keer omdat Carlos en band in topvorm waren, maar ergens na dat eerste anderhalf uur ging het mis. Carlos en band raakten - in ieder geval - mij kwijt. De spanning was er uit, het werd een tikkeltje gezapig. Zeker toen hij aan zijn toegiften begon. De man met tig klassieke albums en zoveel hits vond het nodig om covers te gaan spelen. In totaal kwam 3x Michael Jackson voorbij, Roxanne van The Police, maar ook de jaren 50 klassieker: Tequila en meer van dat werk. 
Plots was Santana veranderd in een bruiloften- en partijenorkest. Een weliswaar perfect spelend combo, maar het hart en de ziel waren er uit. Het klonk enigszins gezapig. Het muzikale vuurwerk was weg. Deze tour draagt de naam Corazon(hart), maar juist dat aspect was volledig zoek. De muzikanten hadden het naar hun zin, maar ergens snakte ik weer naar Santana-klassiekers of gewoon eigen nieuwe werk.
Geen Well Alright, She's Not There of Samba Pa ti, maar populaire deuntjes die iedere gemiddelde coverband op zijn repertoire heeft staan. Ik dacht bij het inzetten van de jaren 90 hit Smooth nog even: Santana snapt mij weer, maar nee. Het kwam niet meer goed. Muzikaal klonk het prima, maar het bleef tevens steriel. Jammer. Het was het eerste concert van zijn Europese tour en ik ben benieuwd of het tweede deel van zijn setlist op het einde nog overeind staat. Want waar de mensen in de eerste helft nog regelmatig dansend in de gangpaden stonden, daar was dat fenomeen in het laatste uur niet meer te zien. 
Zoals gezegd: deze keer geen frontrow plek, dus zijn de foto's ook navenant. Van grote hoogte gemaakt en daar kon mijn camera ook niets aan veranderen. Het is dus een plek waar ik sowieso nooit meer zal gaan zitten. Als muziekliefhebber wil ik de band echt zien en voelen. Dat kan daarboven helaas niet.

Rob