Dit is een bijzondere week. Niet alleen presenteerde mijn broer Jac gisteravond zijn eerste boek 'Demonen' - zie deze link voor meer info - maar er is meer. Aanstaande zondag ziet de debuut-cd van de nieuwe band waarbij mijn buurman zanger is het levenslicht. Tussen deze twee events door, beleef ik ook nog een reünie van mijn zesde klas van de lagere school.
Qua werk vormen deze maanden altijd de drukste periode van het jaar. Waarom, zo vroeg iemand mij nog deze week. Een echte verklaring kan ik niet geven, maar waarschijnlijk heeft het te maken met extra edities en het toewerken naar de laatste uitgaves van het jaar. Alles dient op tijd binnen te zijn. Deze week merkte ik vooral de hectiek. Diverse telefonische interviews, wat reisjes door het land plus veel telefoontjes, mails en ander regelwerk. Daar tussendoor fietsen dus een aantal bijzondere momenten. Een beetje voor mij, maar vooral voor andere mensen. Momenten die eigenlijk veel meer aandacht verdienen dan ze nu krijgen.
De boekpresentatie van mijn broer is inmiddels voorbij. Het was een aparte ervaring. Mede door de dagelijkse hectiek was het vooraf al een aparte dag. Een zakelijke trip naar Kerkdriel was op het laatste moment ingepland. Ik ben van mening dat op dagen als deze eigenlijk de gebeurtenis centraal dient te staan. Het komt tenslotte niet iedere dag voor dat mijn broer een boek presenteert. Ik wil daar dan naar toe leven, een bepaalde trots voelen en eventueel nog iets mee regelen of helpen. Die eerste keer is altijd bijzonder. Daar moet je van genieten. Hij bleef er zelf nuchter onder, had geen idee wat op hem af kwam.
Ik was voor mijn doen laat; kwam pas tien minuten voor aanvang naar binnen. Mijn voorkeur gaat er naar uit om alles goed voor te bereiden, ruim op tijd te zijn, bij voorkeur te acclimatiseren; noem het sfeer proeven. Misschien huist er in mij wel iets van een controlfreak. Plots sta ik in een zaaltje dat volloopt met mensen die al een groot deel in ons leven aanwezig zijn. Familie, vrienden, kennissen. Het liefste wil ik met iedereen even een babbeltje maken, eigenlijk naast iedereen gaan zitten. Ik voel me medeverantwoordelijk; als broer ben ik misschien ook wel een stukje gastheer. Jac is bezig met andere zaken. Terwijl die mensen de zaal betreden, realiseer ik mij weer dat de twee belangrijkste personen er niet zijn: onze ouders. Ik verdrijf het gevoel direct. Het is vreemd. Hun familie en vrienden zijn er. Zij niet. Met alle waan van deze dag zorgt dat enigszins voor een emotionele achtbaan.
Het was een succesvolle avond. Zoals een vriend al na afloop tegen mijn broer zei: "Je hebt je prestatie nu geleverd. Maak je niet druk om de verkoop. Het boek is klaar. Daar gaat het om." Maar iedereen weet natuurlijk dat een schrijver ook de hoop heeft dat het boek verkocht, gelezen en vooral ook gewaardeerd wordt. Dat zullende de komende weken en maanden uitwijzen. De reis om het boek te presenteren is voorbij. Nu begint een nieuwe trip. Promotie, recensies, verkoop en reacties. "Iedereen mag er nu van vinden wat hij of zij wil. Dat is met alle vormen van kunst en cultuur," zo zei presentator Sef Thissen terecht.
Zondag is een volgende presentatie. Mijn buurman is zanger. Tot nu toe van diverse lokale acts. Maar nu wordt het groter. Misschien moet ik zeggen: is het al groter. Hij zingt in de Guy Smeets Band. De formatie rondom een 16-jarige stergitarist. De Limburgse Joe Bonamassa? Misschien. Afgelopen zomer zag ik ze voor de eerste keer live tijdens het Zomerparkfeest in Venlo en ik was onder de indruk. Een formatie met een volwassen geluid. Via Facebook zie ik dat mijn buurman, Guy en de andere bandleden wekelijks optreden. Door heel Nederland en zelfs al daarbuiten. Nu komt er dus ook die eerste echte plaat. Zondag is de lancering. Voor de Guy Smeets band een bijzonder moment. In het nieuwe poppodium van Venlo: Grenswerk. Ik ben er vanzelfsprekend bij.
Tenslotte onderga ik zaterdag nog a trip down memory lane. Die dag sta ik oog in oog met mijn voormalige klasgenoten van de Sint Martinusschool in Venlo. Velen heb ik al jaren niet meer gezien of gesproken. Misschien een aantal wel al niet meer sinds toen. Ook dit is iets wat je als mens niet dagelijks meemaakt. Misschien is het wel de laatste keer dat we op deze manier samen komen. Er is gelukkig al voldoende voorpret geweest. Ik had de eer om onderdeel van de organisatie te zijn. De eerste herinneringen zijn al verteld. Sommigen waren door mij volledig vergeten, andere momenten keerden weer terug. En zo zal dat zaterdag ook gaan. We zijn ouder geworden, hebben meer levenservaring en de meesten hebben zelf kinderen die een lagere school bezoeken. Iedereen heeft zijn verhaal. Ik hoor ze zaterdag en kijk er naar uit.
Rob
Over muziek, film, voetbal, series, mijn werk als journalist, persoonlijke ervaringen en andere aardse zaken
vrijdag 31 oktober 2014
woensdag 22 oktober 2014
Demonen - Het boek van mijn broer
Nee, ik wist er ook vrij weinig van af. Het is al weer heel wat jaren geleden dat hij mij vertelde bezig te zijn met een boek. Beter gezegd: een manuscript. Ik hoorde het kort aan en was vooral benieuwd naar de toekomst van dat boek. Die toekomst is nu. Volgende week donderdag 30 oktober om 19:00 uur presenteert mijn broer Jac zijn eerste boek bij Koops in Venlo. Een thriller met de titel: Demonen.
Nee, ik weet ook echt niet meer in welk jaar hij mij dit voor het eerst vertelde en waarom. Maar het moet zeker een jaar of vijf geleden zijn. Sindsdien heb ik de ontwikkelingen mondjesmaat gevolgd. Het is natuurlijk ook niet zo dat er bij het schrijven van een boek iedere week iets nieuws te vertellen is. Integendeel. Bovendien merkte ik wel dat hij er niet te veel over kwijt wilde. Nee, dat zei hij niet expliciet. Maar dat voel je als jongere broer aan. Ik ken hem redelijk goed. Net zoals ons contact eigenlijk meer dan goed is. Het mag saai of klef klinken; conflicten hebben wij nooit gehad. Zelfs woordenwisselingen zijn schaars. Er zal in onze jonge jaren vast links of rechts eens een tik zijn uitgedeeld. Ook zijn er in latere jaren zeker momenten geweest waarin we het totaal niet eens waren, maar dat was nauwelijks merkbaar. We komen uit een harmonieus gezin met goede rolmodellen - onze ouders - waardoor schelden, ruzie maken, felle discussies, slaan of schoppen voor ons onbekend was. Wat dat aangaat hoop ik voor alle lezers inclusief mijzelf dat het boek spannender wordt. Maar daar twijfel ik geen moment aan. Hij heeft er jaren aan gewerkt. Heeft tips gekregen van diverse uitgeverijen en waar nodig aanpassingen gedaan. Bovendien is mijn broer redelijk (zelf) kritisch.
Nu is het af of zoals hij zelf verleden week op Facebook schreef: "de reis is bijna ten einde en dat stemt melancholisch." Hij kan er niets meer aan veranderen. Personages zijn zoals ze zijn, verhaallijnen blijven intact. Er kan niets meer veranderd worden. Het boek ligt bij de drukker. Nu is Jac afhankelijk van de reacties van het leespubliek en de pers, de critici. Mensen gaan over hem schrijven; hem misschien wel interviewen. Dat is eigenlijk zijn werk en nu ervaart hij door zijn eigen passie zelf de andere kant van het verhaal.
Eigenlijk moet hij van alle poeha die nu op hem afkomt niets hebben. Hij heeft een nog grotere hekel aan de schijnwerpers dan ik. Maar het hoort er bij. Dat weet hij. Te beginnen met een officiële presentatie en wie weet wat nog meer. Een van de weinige periodes dat Jac enigszins in het middelpunt stond was tijdens zijn actieve periode als drummer. Vaak bij jazzbandjes, maar hij maakte begin jaren 90 ook met de band Nachwerk de eerste popplaat/cd in Venloos dialect. Luisterpop. Een plaat waar zelfs een duet tussen zanger Herman Poels en Liesbeth List op is terug te vinden. Geloof het of niet: recentelijk trof ik in de huidige winkel van Poels nog twee enthousiaste tieners die beweerden deze cd grijs te draaien.
Natuurlijk zat mijn broer daar prima verscholen achter zijn drumkit. Nu kan hij zich niet meer verstoppen. Het gaat om hem: Jac Buchholz. En om niemand anders. Dit stukje op mijn blog zal hij zelfs al onzin vinden. Maar volgende week donderdag moet hij er toch echt aan geloven. Bij Boekhandel Koops mag hij de mensen toespreken. De twee belangrijkste mensen - onze ouders -zijn daar helaas niet bij aanwezig. Dat is jammer en misschien zelfs pijnlijk. Pap zal boven vast proosten op dit literaire debuut van zijn zoon. Bij mijn moeder bespeuren we ondanks haar ziektebeeld -waardoor ze dus helaas verstek moet laten gaan - sinds kort enkele telepathische gaves. Waarschijnlijk heeft ze daardoor live een lijntje met boekhandel Koops. Misschien ziet ze het boek zelfs wel als eerste. Ondanks de afwezigheid van deze twee fantastische mensen hoop ik dat mijn broer het zaaltje bij Boekhandel Koops volgende week donderdagavond vol krijgt met familie, vrienden, kennissen, collega's en alle andere belangstellenden. En vooral natuurlijk dat iedereen het boek ook koopt. Misschien zijn ook wel die twee jeugdige fans van de band Nachwerk aanwezig. Een volle zaal en goede verkoop heeft Jac na jaren van zwoegen wel verdiend. Ik kijk er naar uit en zou zeggen: komt dat zien… en lezen.
Rob
Nee, ik weet ook echt niet meer in welk jaar hij mij dit voor het eerst vertelde en waarom. Maar het moet zeker een jaar of vijf geleden zijn. Sindsdien heb ik de ontwikkelingen mondjesmaat gevolgd. Het is natuurlijk ook niet zo dat er bij het schrijven van een boek iedere week iets nieuws te vertellen is. Integendeel. Bovendien merkte ik wel dat hij er niet te veel over kwijt wilde. Nee, dat zei hij niet expliciet. Maar dat voel je als jongere broer aan. Ik ken hem redelijk goed. Net zoals ons contact eigenlijk meer dan goed is. Het mag saai of klef klinken; conflicten hebben wij nooit gehad. Zelfs woordenwisselingen zijn schaars. Er zal in onze jonge jaren vast links of rechts eens een tik zijn uitgedeeld. Ook zijn er in latere jaren zeker momenten geweest waarin we het totaal niet eens waren, maar dat was nauwelijks merkbaar. We komen uit een harmonieus gezin met goede rolmodellen - onze ouders - waardoor schelden, ruzie maken, felle discussies, slaan of schoppen voor ons onbekend was. Wat dat aangaat hoop ik voor alle lezers inclusief mijzelf dat het boek spannender wordt. Maar daar twijfel ik geen moment aan. Hij heeft er jaren aan gewerkt. Heeft tips gekregen van diverse uitgeverijen en waar nodig aanpassingen gedaan. Bovendien is mijn broer redelijk (zelf) kritisch.
Nu is het af of zoals hij zelf verleden week op Facebook schreef: "de reis is bijna ten einde en dat stemt melancholisch." Hij kan er niets meer aan veranderen. Personages zijn zoals ze zijn, verhaallijnen blijven intact. Er kan niets meer veranderd worden. Het boek ligt bij de drukker. Nu is Jac afhankelijk van de reacties van het leespubliek en de pers, de critici. Mensen gaan over hem schrijven; hem misschien wel interviewen. Dat is eigenlijk zijn werk en nu ervaart hij door zijn eigen passie zelf de andere kant van het verhaal.
Eigenlijk moet hij van alle poeha die nu op hem afkomt niets hebben. Hij heeft een nog grotere hekel aan de schijnwerpers dan ik. Maar het hoort er bij. Dat weet hij. Te beginnen met een officiële presentatie en wie weet wat nog meer. Een van de weinige periodes dat Jac enigszins in het middelpunt stond was tijdens zijn actieve periode als drummer. Vaak bij jazzbandjes, maar hij maakte begin jaren 90 ook met de band Nachwerk de eerste popplaat/cd in Venloos dialect. Luisterpop. Een plaat waar zelfs een duet tussen zanger Herman Poels en Liesbeth List op is terug te vinden. Geloof het of niet: recentelijk trof ik in de huidige winkel van Poels nog twee enthousiaste tieners die beweerden deze cd grijs te draaien.
Natuurlijk zat mijn broer daar prima verscholen achter zijn drumkit. Nu kan hij zich niet meer verstoppen. Het gaat om hem: Jac Buchholz. En om niemand anders. Dit stukje op mijn blog zal hij zelfs al onzin vinden. Maar volgende week donderdag moet hij er toch echt aan geloven. Bij Boekhandel Koops mag hij de mensen toespreken. De twee belangrijkste mensen - onze ouders -zijn daar helaas niet bij aanwezig. Dat is jammer en misschien zelfs pijnlijk. Pap zal boven vast proosten op dit literaire debuut van zijn zoon. Bij mijn moeder bespeuren we ondanks haar ziektebeeld -waardoor ze dus helaas verstek moet laten gaan - sinds kort enkele telepathische gaves. Waarschijnlijk heeft ze daardoor live een lijntje met boekhandel Koops. Misschien ziet ze het boek zelfs wel als eerste. Ondanks de afwezigheid van deze twee fantastische mensen hoop ik dat mijn broer het zaaltje bij Boekhandel Koops volgende week donderdagavond vol krijgt met familie, vrienden, kennissen, collega's en alle andere belangstellenden. En vooral natuurlijk dat iedereen het boek ook koopt. Misschien zijn ook wel die twee jeugdige fans van de band Nachwerk aanwezig. Een volle zaal en goede verkoop heeft Jac na jaren van zwoegen wel verdiend. Ik kijk er naar uit en zou zeggen: komt dat zien… en lezen.
Rob
zondag 19 oktober 2014
Verhuizing
De muziekrecensies die hier de laatste weken te lezen waren, hebben een eigen plek gekregen op http://robsmuziekblog.blogspot.nl. De reden is simpel. Ze kregen op dit blog de overhand. Dit medium is gestart om te schrijven over diverse onderwerpen; maar vooral eigen ervaringen, hersenspinsels, herinneringen en meningen.
Nee robmuziekblog is geen bijster geile naam. Maar geloof me als ik zeg dat tig opties (with a little help from my friends) de revue zijn gepasseerd. Of de naam was al bezet, of toch niet origineel genoeg, te girly, te ranzig, te weinig omvattend of wat voor reden dan ook. Daarom deze simpel te onthouden naam: Rob's Muziek Blog.
Voor 'Wat Rob Zegt' blijft gelden dat op die plek de persoonlijke verhalen, hersenspinsels, ervaringen et cetera aan bod blijven komen.
Nee, het is niet omslachtig om meer blogs te hebben. Voor mij een kwestie van één klik op de juiste titel en schrijven maar. Voor bezoekers één simpele klik naar de juiste link.
Alle recensies zijn al te vinden op het nieuwe blog en verdwenen van dit persoonlijke blog.
Alle recensies zijn al te vinden op het nieuwe blog en verdwenen van dit persoonlijke blog.
Dat ik ook nog een apart blog over Amerika heb, laat ik nu maar even achterwege. Dan wordt het te ingewikkeld. Bovendien is dat blog al een tijdje in ruste. Het kost namelijk meer tijd om daar goede stukken voor te schrijven. Tijd die ik helaas op dit moment ontbeer. Hoe dat ongeveer eruit ziet Klik hier voor de link naar: http://amerikanieuws.blogspot.nl
Voor nu dus: Robs Muziekblog en Wat Rob Zegt!
woensdag 15 oktober 2014
Van vader op zoon: de liefde voor Venlo
Venlo is als een jas die me steeds beter past. Ik ben hier geboren, getogen, dronken geworden, heb er veel vrienden gemaakt, misschien ook wel enkele vijanden, maar nam ook afstand van mijn eigen stad, zocht naar andere plekken, maar vertrok nooit echt. De grootste en meest langdurige afstand tussen deze stad en mijzelf was medio jaren 90 toen ik in Nijmegen studeerde en 'op kamers' vertoefde. Vreemder ben ik nooit gegaan. Toch was er altijd die neiging om het ergens anders te zoeken. Amsterdam of gekker: de USA. Met het stijgen der jaren en misschien ook wel door de omstandigheden berust ik er met volle tevredenheid in dat dit mijn plek is. En het voelt goed.
'You can't return to where you never left', zo zingt Bono op het nieuwe album van U2. Daarin heeft hij gelijk. Ik ben inderdaad nooit weggeweest. Misschien in mijn hoofd, maar ik bleef altijd. Ik verliet zelfs nooit het centrum van Venlo. Buiten de stadsmuren voelt het al niet meer als thuis. Van Jodenstraat naar St. Jorisstraat naar mijn huidige historische woning. Dat pand dat één van de bekendste en fraaiste van Venlo is, is al ruim 2.5 jaar mijn thuis. Allemaal woningen in hartje stad. Hier in deze woning kan en wil ik zelfs oud worden. Er is ruimte genoeg om verder te groeien.
De opdrachten die ik krijg voor mijn werk zijn vooral voor landelijke media. Maar nog liever zou ik meer de focus op mijn eigen Venlo richten. Sporadisch gebeurt dit, maar te weinig. Daarom ben ik sinds een tijdje met een oud klasgenoot bezig een project op te zetten. Een project dat puur over deze stad gaat. Het wordt een combi van artikelen en foto's. Ja, ik heb er al eens iets over verteld hier. Een jaar geleden. Maar met het project zijn we een andere richting ingeslagen en het lijkt nu echt te gebeuren. Onze eerste resultaten moeten volgende maand zichtbaar zijn. Groots? Nee, zeker nog niet. Vooral leuk, boeiend en voor de lange termijn. We willen ons eerst bewijzen. Van daaruit zien we wel verder. Ook dit project liet me opnieuw kennis maken met mijn eigen stad. De stad waar zoveel gebeurt en waar nog veel meer is gebeurd. Door hierin te duiken, voel ik de wortels met me zelf.
Mijn vader had ook een grote passie voor zijn eigen stad. Hij liet dat blijken door zijn betrokkenheid. Hij was mede-oprichter van één van de eerste Joekskapellen van Venlo 't Hetje, stond tevens aan de basis van de Schinkemerret; het feest dat tot medio jaren 90 als een zomercarnaval was voor veel Venlonaren. Hij was ook betrokken bij de buurtvereniging, was gangmaker binnen de familie en waarschijnlijk deed hij nog wel wat zaken die betrekking hadden op het promoten van of door zijn liefde voor Venlo. Verder hielp hij waar nodig tijdens mijn periode op de basisschool. Niet alleen met het huiswerk, maar tijdens activiteiten. Hij nam mijn broer en mij mee naar de plaatselijke voetbaltrots, naar de diverse kerken, leerde ons Vastelaovend vieren. Ach, eigenlijk alles wat veel vaders doen. Want hij was verzot op eigen stad. Alle boeken die over Venlo verschenen, kocht hij. Als kapper in het centrum van de stad was hij natuurlijk ook vaak op de hoogte van de nieuwste ontwikkelingen. In de laatste jaren van zijn leven maakten we vaak gezamenlijk een zondagochtendwandeling door het centrum. Ik liet alleen dan verstek gaan als de nevel in mijn kop van een gezellige zaterdagavond/nacht de overhand had.
Die ommetjes maak ik nog vaak op zondagmorgen. Er gaat geen wandeling voorbij dat ik niet aan hem denk. Wat zou hij van alle veranderingen van de laatste tien jaar hebben gevonden? Venlo heeft een ander gezicht. Ik denk een combinatie van trots en kritiek. Zoals veel Venlonaren dat doen. Zoals ik dat zelf ook doe. Ook bij elk bezoek aan stadion De Koel denk ik aan hem. Daar aan de lange zijde bij de hoofdingang was onze vaste plek. Dankzij al zijn lessen en al die keren dat hij mij de weg wees, zit Venlo in mijn genen. Al zou ik willen, dat gaat er niet meer uit. Ik ben telg van een echte Venlose familie. "Asse maar neet met zo'n Hollandse proem aan kumps zette," zo zei hij ooit, toen de interesse voor het andere geslacht concreet werd.
Jarenlang dacht ik dat deze stad te klein was. Misschien vind ik hier ook niet alles wat ik denk belangrijk te vinden, maar dat vind ik wel met een afstand van 1 tot 2 uur reizen. Daarom voelt Venlo voor mij als het centrum van de wereld; in ieder geval mijn wereld. Binnen die reistijd vind ik wel bijna alles wat ik nodig heb en keer ik 's avonds weer tevreden huiswaarts. Na een dagtrip, concert of bezoek bij vrienden, kennissen of familie in andere delen van het land.
Nu ik door omstandigheden weer meer in mijn eigen stad verankerd ben en minder vaak elders een kijkje neem, heb ik weer opnieuw ontdekt hoeveel mooie en leuke dingen hier gebeuren. Nee, niet alles past bij mij. Maar er is heel veel dat wel past. Misschien heb ik de huidige ervaringen wel nodig om weer met beide voeten in mijn geboortegrond te worden gezet. Mijn vleugels waren blijkbaar niet sterk genoeg om uit te vliegen. De passie voor de stad is toch sterker dan de drang om te vertrekken. Nu mijn familie mij opnieuw nodig heeft, ben ik blij hier nog steeds te wonen. Waarschijnlijk heb ik zelf Venlo nodig om me te ontwikkelen.
Rob
'You can't return to where you never left', zo zingt Bono op het nieuwe album van U2. Daarin heeft hij gelijk. Ik ben inderdaad nooit weggeweest. Misschien in mijn hoofd, maar ik bleef altijd. Ik verliet zelfs nooit het centrum van Venlo. Buiten de stadsmuren voelt het al niet meer als thuis. Van Jodenstraat naar St. Jorisstraat naar mijn huidige historische woning. Dat pand dat één van de bekendste en fraaiste van Venlo is, is al ruim 2.5 jaar mijn thuis. Allemaal woningen in hartje stad. Hier in deze woning kan en wil ik zelfs oud worden. Er is ruimte genoeg om verder te groeien.
De opdrachten die ik krijg voor mijn werk zijn vooral voor landelijke media. Maar nog liever zou ik meer de focus op mijn eigen Venlo richten. Sporadisch gebeurt dit, maar te weinig. Daarom ben ik sinds een tijdje met een oud klasgenoot bezig een project op te zetten. Een project dat puur over deze stad gaat. Het wordt een combi van artikelen en foto's. Ja, ik heb er al eens iets over verteld hier. Een jaar geleden. Maar met het project zijn we een andere richting ingeslagen en het lijkt nu echt te gebeuren. Onze eerste resultaten moeten volgende maand zichtbaar zijn. Groots? Nee, zeker nog niet. Vooral leuk, boeiend en voor de lange termijn. We willen ons eerst bewijzen. Van daaruit zien we wel verder. Ook dit project liet me opnieuw kennis maken met mijn eigen stad. De stad waar zoveel gebeurt en waar nog veel meer is gebeurd. Door hierin te duiken, voel ik de wortels met me zelf.
Mijn vader had ook een grote passie voor zijn eigen stad. Hij liet dat blijken door zijn betrokkenheid. Hij was mede-oprichter van één van de eerste Joekskapellen van Venlo 't Hetje, stond tevens aan de basis van de Schinkemerret; het feest dat tot medio jaren 90 als een zomercarnaval was voor veel Venlonaren. Hij was ook betrokken bij de buurtvereniging, was gangmaker binnen de familie en waarschijnlijk deed hij nog wel wat zaken die betrekking hadden op het promoten van of door zijn liefde voor Venlo. Verder hielp hij waar nodig tijdens mijn periode op de basisschool. Niet alleen met het huiswerk, maar tijdens activiteiten. Hij nam mijn broer en mij mee naar de plaatselijke voetbaltrots, naar de diverse kerken, leerde ons Vastelaovend vieren. Ach, eigenlijk alles wat veel vaders doen. Want hij was verzot op eigen stad. Alle boeken die over Venlo verschenen, kocht hij. Als kapper in het centrum van de stad was hij natuurlijk ook vaak op de hoogte van de nieuwste ontwikkelingen. In de laatste jaren van zijn leven maakten we vaak gezamenlijk een zondagochtendwandeling door het centrum. Ik liet alleen dan verstek gaan als de nevel in mijn kop van een gezellige zaterdagavond/nacht de overhand had.
Die ommetjes maak ik nog vaak op zondagmorgen. Er gaat geen wandeling voorbij dat ik niet aan hem denk. Wat zou hij van alle veranderingen van de laatste tien jaar hebben gevonden? Venlo heeft een ander gezicht. Ik denk een combinatie van trots en kritiek. Zoals veel Venlonaren dat doen. Zoals ik dat zelf ook doe. Ook bij elk bezoek aan stadion De Koel denk ik aan hem. Daar aan de lange zijde bij de hoofdingang was onze vaste plek. Dankzij al zijn lessen en al die keren dat hij mij de weg wees, zit Venlo in mijn genen. Al zou ik willen, dat gaat er niet meer uit. Ik ben telg van een echte Venlose familie. "Asse maar neet met zo'n Hollandse proem aan kumps zette," zo zei hij ooit, toen de interesse voor het andere geslacht concreet werd.
Jarenlang dacht ik dat deze stad te klein was. Misschien vind ik hier ook niet alles wat ik denk belangrijk te vinden, maar dat vind ik wel met een afstand van 1 tot 2 uur reizen. Daarom voelt Venlo voor mij als het centrum van de wereld; in ieder geval mijn wereld. Binnen die reistijd vind ik wel bijna alles wat ik nodig heb en keer ik 's avonds weer tevreden huiswaarts. Na een dagtrip, concert of bezoek bij vrienden, kennissen of familie in andere delen van het land.
Nu ik door omstandigheden weer meer in mijn eigen stad verankerd ben en minder vaak elders een kijkje neem, heb ik weer opnieuw ontdekt hoeveel mooie en leuke dingen hier gebeuren. Nee, niet alles past bij mij. Maar er is heel veel dat wel past. Misschien heb ik de huidige ervaringen wel nodig om weer met beide voeten in mijn geboortegrond te worden gezet. Mijn vleugels waren blijkbaar niet sterk genoeg om uit te vliegen. De passie voor de stad is toch sterker dan de drang om te vertrekken. Nu mijn familie mij opnieuw nodig heeft, ben ik blij hier nog steeds te wonen. Waarschijnlijk heb ik zelf Venlo nodig om me te ontwikkelen.
Rob
donderdag 9 oktober 2014
De meest vreselijke plek waar een mens kan zijn
De belofte van afgelopen zaterdag "daar vertel ik morgen wel wat meer over" werd dus vandaag. Een paar dagen later. De waan en hectiek van de dag zorgt ervoor dat ik vanaf het opstaan tot en met het terug in bed stappen, bezig ben. Werk, huishoudelijke verplichtingen, afspraken en de situatie rondom mijn moeder.
Al vaker wilde ik daar iets over schrijven, maar telkens blokkeer ik. Hoe ver gaat een mens op internet met het delen van persoonlijke zaken. En als ik blokkeer, komt er dus ook geen blogje. Het is net alsof ik over een hekje moet springen om verder te kunnen. Het gevoel dat ik dit moet, wil en kan vertellen leeft in mij, maar omdat een persoonlijk verhaal misschien te ver gaat, denk ik daar telkens over na.
Maar, ik heb er eerder op dit blog het een en ander over losgelaten. Zeer beperkt in dit verhaal over 'zoor vleis' een jaar geleden. En in dit verhaal van afgelopen januari over mantelzorg. Wie even wil bijlezen, kan het beste dat laatste blog aanklikken. Een maand later, sinds 10 februari, is de situatie geëscaleerd. Sindsdien staat het leven van mijn broer en mijzelf, maar vooral van mijn moeder compleet op zijn kop. Ik was die maandag de 10e februari zelf voor werk in Praag. De dag ervoor, voor mijn vertrek naar Schiphol, bezocht ik haar nog. Ze was suf, suf als een konijn. Als ze liep, liep ze compleet voorovergebogen. "Die valt één dezer dagen nog een keer om," zo dacht ik. De Geriater had haar een medicijn voorgeschreven om rustig te worden: Haldol. Bij het lezen van de bijwerkingen denkt ieder redelijk mens: niet innemen. Nu is dat bij veel bijsluiters het geval, maar deze ging nog een stapje verder. Bij de tweede keer aandringen door de specialist - we geven haar echt de laagste dosering - gingen mijn broer en ik akkoord. De eerste van de twee grootste fouten die ik in mijn leven heb gemaakt. Dit hadden we nooit goed mogen keuren.
De volgende dag kwam tijdens mijn verblijf in Praag het verontrustende telefoontje van mijn broer. "Ik heb mam bewusteloos naast het bed gevonden. De huisarts is geweest en straks gaat ze ter observatie naar het ziekenhuis." Gelukkig had ik de belangrijkste interviews net gedaan. Wat restte was een korte rondleiding door de stad, een lekker hapje eten en vroeg in de avond weer terug naar Nederland. Vanaf dat bewuste telefoontje kon zowel de stad Praag, het lekkere eten als deze bijzonder vriendelijke groep mensen mij gestolen worden. Ik wilde direct terug naar huis, maar de vlucht vertrok echt niet eerder dan een uur of zeven.
Op 13 februari - de dag van haar verjaardag - is mijn moeder overgebracht naar een kliniek in Venray. Op de gesloten afdeling. Ter observatie. Want volgens een aantal deskundigen die haar de laatste weken voor de val hadden gezien was er misschien meer aan de hand dan Alzheimer. "Ik zie het al,"zo zei een verpleger bij het intakegesprek. "Deze mevrouw is te goed voor hier." Toch werd ze opgenomen. Ter observatie. Wij dachten voor een paar weken. Het is inmiddels bijna acht maanden. De tweede grootste fout die ik in mijn leven heb gemaakt. Door mijn moeder daar naartoe te brengen. Je belandt in de hel. En ik overdrijf niet.
In die acht maanden is zij veranderd in een wrak, zoals ik daar veel mensen in negatieve zin heb zien veranderen. Wij bezoeken haar dagelijks. Veel mensen vinden dat vreemd, soms in een positieve zin, soms volgt er wijze raad. "Denk aan jezelf. Dit houd je niet vol." Et cetera. Et cetera. Ik vind het raar om zo te denken. Mijn ouders stonden altijd voor ons klaar. Ze hebben mijn broer en ik een fantastische en onbezorgde tijd gegeven. Net zolang tot het zover was ons los te laten. Voor mij is het niet meer dan normaal om iets terug te doen. Dat heb ik eind jaren negentig bij mijn vader gedaan en nu doe ik het weer. Net zolang als nodig is.
In de kliniek zie ik mensen die nauwelijks of sporadisch bezoek krijgen. Het lijkt me triest als iedereen je vergeet. "Dit is de meest vreselijke plek waar een mens kan zijn," zo hebben een aantal artsen zelf al gezegd. Op die vreselijke plek wil ik iemand die me dierbaar is, zo veel als mogelijk steunen en afleiding bieden. Ja, mijn moeder herkent ons nog gewoon. Het is echter een warboel in haar hoofd. Bij alles wat ze doet en zegt schiet ze van links naar rechts en van boven naar beneden. Ze slaat na elke paar woorden een ander een weg in. Ze weet ook dat ze zichzelf aan het verliezen is. Dat maakt het triest! Triest om van zo dichtbij te zien gebeuren.
Ondertussen doe ik mijn werk als freelance journalist en doe andere verplichtingen als huishouden en boodschappen. Ja heel af en toe een concert of een potje voetbal, maar de laatste tijd was dat louter in eigen omgeving. Gelukkig heeft mijn eigen stad Venlo veel moois te bieden. De laatste keer 'ver weg' was Pinkpop in juni. Zelfs op dag 2 van dat festival ging ik eerst naar de kliniek om haar te bezoeken. De andere dagen van Pinkpop behoren tot de uitzonderingen dat ik er niet was. Ik vind mijn rust thuis: in boeken, in muziek, in een serie of dankzij documentaires. Of een wandeling in eigen buurt. Is dat eenzaam? Geen idee. Het is zoals het is. Ooit zal het weer anders zijn. Voor zolang het duurt en nodig is, doe ik dit. Omdat ik werk als freelancer en geen gezin heb, ben ik volledig baas over eigen agenda. In deze situatie een voordeel.
Wat daar allemaal in die kliniek is gebeurd (een arts die mij bedreigde na het stellen van kritische vragen, de strijd met de gezondheidszorg in het algemeen en nog veel meer 'gezelligheid') komt in de toekomst vast nog een keer voorbij. Hier op dit blog. Ik wil het niet als main issue gebruiken. Morgen - of over een aantal dagen :-) - weer gewoon iets over mijn werk, muziek, een serie, een herinnering of iets over de waan van de dag. Voor nu wilde ik wat betreft dit onderwerp 'even bijpraten'.
Zo snel er een plek is, mag ze overigens terug naar Venlo. Naar een betere omgeving. Ze staat op de urgente lijst. Het telefoontje betreffende de overplaatsing kunnen we morgen krijgen, maar ook over een paar weken of maanden. Time will tell!
Rob
Al vaker wilde ik daar iets over schrijven, maar telkens blokkeer ik. Hoe ver gaat een mens op internet met het delen van persoonlijke zaken. En als ik blokkeer, komt er dus ook geen blogje. Het is net alsof ik over een hekje moet springen om verder te kunnen. Het gevoel dat ik dit moet, wil en kan vertellen leeft in mij, maar omdat een persoonlijk verhaal misschien te ver gaat, denk ik daar telkens over na.
Maar, ik heb er eerder op dit blog het een en ander over losgelaten. Zeer beperkt in dit verhaal over 'zoor vleis' een jaar geleden. En in dit verhaal van afgelopen januari over mantelzorg. Wie even wil bijlezen, kan het beste dat laatste blog aanklikken. Een maand later, sinds 10 februari, is de situatie geëscaleerd. Sindsdien staat het leven van mijn broer en mijzelf, maar vooral van mijn moeder compleet op zijn kop. Ik was die maandag de 10e februari zelf voor werk in Praag. De dag ervoor, voor mijn vertrek naar Schiphol, bezocht ik haar nog. Ze was suf, suf als een konijn. Als ze liep, liep ze compleet voorovergebogen. "Die valt één dezer dagen nog een keer om," zo dacht ik. De Geriater had haar een medicijn voorgeschreven om rustig te worden: Haldol. Bij het lezen van de bijwerkingen denkt ieder redelijk mens: niet innemen. Nu is dat bij veel bijsluiters het geval, maar deze ging nog een stapje verder. Bij de tweede keer aandringen door de specialist - we geven haar echt de laagste dosering - gingen mijn broer en ik akkoord. De eerste van de twee grootste fouten die ik in mijn leven heb gemaakt. Dit hadden we nooit goed mogen keuren.
De volgende dag kwam tijdens mijn verblijf in Praag het verontrustende telefoontje van mijn broer. "Ik heb mam bewusteloos naast het bed gevonden. De huisarts is geweest en straks gaat ze ter observatie naar het ziekenhuis." Gelukkig had ik de belangrijkste interviews net gedaan. Wat restte was een korte rondleiding door de stad, een lekker hapje eten en vroeg in de avond weer terug naar Nederland. Vanaf dat bewuste telefoontje kon zowel de stad Praag, het lekkere eten als deze bijzonder vriendelijke groep mensen mij gestolen worden. Ik wilde direct terug naar huis, maar de vlucht vertrok echt niet eerder dan een uur of zeven.
Op 13 februari - de dag van haar verjaardag - is mijn moeder overgebracht naar een kliniek in Venray. Op de gesloten afdeling. Ter observatie. Want volgens een aantal deskundigen die haar de laatste weken voor de val hadden gezien was er misschien meer aan de hand dan Alzheimer. "Ik zie het al,"zo zei een verpleger bij het intakegesprek. "Deze mevrouw is te goed voor hier." Toch werd ze opgenomen. Ter observatie. Wij dachten voor een paar weken. Het is inmiddels bijna acht maanden. De tweede grootste fout die ik in mijn leven heb gemaakt. Door mijn moeder daar naartoe te brengen. Je belandt in de hel. En ik overdrijf niet.
In die acht maanden is zij veranderd in een wrak, zoals ik daar veel mensen in negatieve zin heb zien veranderen. Wij bezoeken haar dagelijks. Veel mensen vinden dat vreemd, soms in een positieve zin, soms volgt er wijze raad. "Denk aan jezelf. Dit houd je niet vol." Et cetera. Et cetera. Ik vind het raar om zo te denken. Mijn ouders stonden altijd voor ons klaar. Ze hebben mijn broer en ik een fantastische en onbezorgde tijd gegeven. Net zolang tot het zover was ons los te laten. Voor mij is het niet meer dan normaal om iets terug te doen. Dat heb ik eind jaren negentig bij mijn vader gedaan en nu doe ik het weer. Net zolang als nodig is.
In de kliniek zie ik mensen die nauwelijks of sporadisch bezoek krijgen. Het lijkt me triest als iedereen je vergeet. "Dit is de meest vreselijke plek waar een mens kan zijn," zo hebben een aantal artsen zelf al gezegd. Op die vreselijke plek wil ik iemand die me dierbaar is, zo veel als mogelijk steunen en afleiding bieden. Ja, mijn moeder herkent ons nog gewoon. Het is echter een warboel in haar hoofd. Bij alles wat ze doet en zegt schiet ze van links naar rechts en van boven naar beneden. Ze slaat na elke paar woorden een ander een weg in. Ze weet ook dat ze zichzelf aan het verliezen is. Dat maakt het triest! Triest om van zo dichtbij te zien gebeuren.
Ondertussen doe ik mijn werk als freelance journalist en doe andere verplichtingen als huishouden en boodschappen. Ja heel af en toe een concert of een potje voetbal, maar de laatste tijd was dat louter in eigen omgeving. Gelukkig heeft mijn eigen stad Venlo veel moois te bieden. De laatste keer 'ver weg' was Pinkpop in juni. Zelfs op dag 2 van dat festival ging ik eerst naar de kliniek om haar te bezoeken. De andere dagen van Pinkpop behoren tot de uitzonderingen dat ik er niet was. Ik vind mijn rust thuis: in boeken, in muziek, in een serie of dankzij documentaires. Of een wandeling in eigen buurt. Is dat eenzaam? Geen idee. Het is zoals het is. Ooit zal het weer anders zijn. Voor zolang het duurt en nodig is, doe ik dit. Omdat ik werk als freelancer en geen gezin heb, ben ik volledig baas over eigen agenda. In deze situatie een voordeel.
Wat daar allemaal in die kliniek is gebeurd (een arts die mij bedreigde na het stellen van kritische vragen, de strijd met de gezondheidszorg in het algemeen en nog veel meer 'gezelligheid') komt in de toekomst vast nog een keer voorbij. Hier op dit blog. Ik wil het niet als main issue gebruiken. Morgen - of over een aantal dagen :-) - weer gewoon iets over mijn werk, muziek, een serie, een herinnering of iets over de waan van de dag. Voor nu wilde ik wat betreft dit onderwerp 'even bijpraten'.
Zo snel er een plek is, mag ze overigens terug naar Venlo. Naar een betere omgeving. Ze staat op de urgente lijst. Het telefoontje betreffende de overplaatsing kunnen we morgen krijgen, maar ook over een paar weken of maanden. Time will tell!
Rob
zaterdag 4 oktober 2014
Meer dan een muziekblog
Goed, de laatste weken is dit blog goed gevuld dankzij de wekelijkse cd-recensies. Maar muziek was niet de enige reden dat ik met dit fenomeen ben begonnen. Het is niet de bedoeling dat Wat Rob Zegt dadelijk louter muzikale recensies gaat bevatten.
--------------------------------------------------------------------------------------------------------
Update voordat je verder leest: de muziekrecensies zijn inmiddels verwijderd en hebben een eigen plek gekregen op:
http://robsmuziekblog.blogspot.nl
--------------------------------------------------------------------------------------------------------
Er zijn in het afgelopen jaar al tig beloftes aan mezelf geweest om het bloggen serieuzer op te pakken. Zoals dat in december van afgelopen jaar prima lukte: dagelijks een stukje. Een heftige verandering in mijn persoonlijke leven sinds februari van dit jaar is er debet aan dat dit niet meer lukte. De recensie van het huiskameroptreden van Jake Clemons was echter een bewijs aan mezelf hoe eenvoudig het kan zijn. De ochtend na dit bijzondere optreden was ik met een goed kwartier klaar met het verslag. Als het dicht bij me staat, is schrijven redelijk eenvoudig. Zeker dankzij mijn jarenlange ervaring als journalist.
Misschien houdt dat laatste aspect mij soms wel tegen. Snel effe een stukje schrijven kan leiden tot minder sterke stukjes, maar erger: ook tot fouten. Dat moet je als vakman niet willen. Elke verkeerde getypte letter is voor een journalist dodelijk. Je hoofd komt op het hakblok. Terecht? Ja en nee. Fouten zijn stom, maar ik weet ook dat er collega journalisten zijn die snel stukjes schrijven op een persoonlijk blog. Ook daar kijkt geen eindredactie mee. Ook daar speelt de factor tijd een belangrijke rol. Het resultaat: een leuk stukje waar veel mensen iets mee kunnen. Maar anderen staan klaar om je te liquideren. Tikfout of stomme fout. Kromme zin? Door een aanpassing of te snel willen tikken. Je hangt! Geen slip of the tongue, maar een slip of the fingers. Ik beloof de stukjes na te lezen. Ik garandeer nooit dat het foutloos is. Time is the enemy!
Maar goed, ik laat me er dus niet van weerhouden. Dan maar af en toe de mist in door snelheid, onnauwkeurig zijn of te weinig tijd. Dan maar met mijn kop op het hakblok. So be it. "Een journalist moet bloggen," zo hoor ik vaak. Nu moeten wij niets. Maar ik ben een schrijver, het zit in me. Ja het zal vast af en toe persoonlijk zijn. Grappig, serieus, luchtig of kritisch. Ik vertel er morgen wat meer over. Misschien wel over mijn leven dat sinds februari een andere wending kreeg. Ik doe daar niet spastisch over. Iedereen die er in het echte leven naar vraagt - vriend, familie of onbekende - krijgt daarover van mij ook altijd een eerlijk antwoord. En ik heb er op dit blog al eens iets over vertelt en ook op sociale media als Facebook en Twitter is het al eens voorbij gekomen. Het moet echter geen dagelijkse kost worden. Hoewel er mensen zijn die juist gaan bloggen om over hun ervaringen met deze problematiek te vertellen, lotgenoten te vinden en elkaar te adviseren of een hart onder de riem te steken. Maar de verhalen zullen dus over meer onderwerpen gaan.
Ik ga niet beloven dat ik dagelijks ga bloggen, maar de frequentie gaat wel omhoog. De muziekliefhebbers moeten weten dat ze hier op zondag terecht kunnen voor een aantal recensies. Voor de rest wil ik dit blog gebruiken voor ervaringen uit mijn eigen leven. Over mijn werk, hobby's, persoonlijke gebeurtenissen, een mening, gewoon over de waan van de dag. Mijn dag. Wat ik zie en hoor. Daarom heet het ook Wat Rob Zegt. De ene keer lang, de andere keer kort of misschien wel slechts een foto.
Daar heb je toch Facebook voor? Ja, maar daar zit een 'beperkte' groep op. Mijn vrienden in alle soorten en maten, ex-klasgenoten, kennissen, familie; iedereen die me dierbaar is. Het zijn er ruim 500 en ze krijgen ook allemaal te horen als ik hier weer een stukje schrijf. Maar het moet voor meer mensen leesbaar zijn. Daarom op dit blog.
Hoe lang ik dit regelmatig bloggen denk vol te houden? Geen idee. De tijd zal het leren.
Morgen meer.
Rob
--------------------------------------------------------------------------------------------------------
Update voordat je verder leest: de muziekrecensies zijn inmiddels verwijderd en hebben een eigen plek gekregen op:
http://robsmuziekblog.blogspot.nl
--------------------------------------------------------------------------------------------------------
Er zijn in het afgelopen jaar al tig beloftes aan mezelf geweest om het bloggen serieuzer op te pakken. Zoals dat in december van afgelopen jaar prima lukte: dagelijks een stukje. Een heftige verandering in mijn persoonlijke leven sinds februari van dit jaar is er debet aan dat dit niet meer lukte. De recensie van het huiskameroptreden van Jake Clemons was echter een bewijs aan mezelf hoe eenvoudig het kan zijn. De ochtend na dit bijzondere optreden was ik met een goed kwartier klaar met het verslag. Als het dicht bij me staat, is schrijven redelijk eenvoudig. Zeker dankzij mijn jarenlange ervaring als journalist.
Misschien houdt dat laatste aspect mij soms wel tegen. Snel effe een stukje schrijven kan leiden tot minder sterke stukjes, maar erger: ook tot fouten. Dat moet je als vakman niet willen. Elke verkeerde getypte letter is voor een journalist dodelijk. Je hoofd komt op het hakblok. Terecht? Ja en nee. Fouten zijn stom, maar ik weet ook dat er collega journalisten zijn die snel stukjes schrijven op een persoonlijk blog. Ook daar kijkt geen eindredactie mee. Ook daar speelt de factor tijd een belangrijke rol. Het resultaat: een leuk stukje waar veel mensen iets mee kunnen. Maar anderen staan klaar om je te liquideren. Tikfout of stomme fout. Kromme zin? Door een aanpassing of te snel willen tikken. Je hangt! Geen slip of the tongue, maar een slip of the fingers. Ik beloof de stukjes na te lezen. Ik garandeer nooit dat het foutloos is. Time is the enemy!
Maar goed, ik laat me er dus niet van weerhouden. Dan maar af en toe de mist in door snelheid, onnauwkeurig zijn of te weinig tijd. Dan maar met mijn kop op het hakblok. So be it. "Een journalist moet bloggen," zo hoor ik vaak. Nu moeten wij niets. Maar ik ben een schrijver, het zit in me. Ja het zal vast af en toe persoonlijk zijn. Grappig, serieus, luchtig of kritisch. Ik vertel er morgen wat meer over. Misschien wel over mijn leven dat sinds februari een andere wending kreeg. Ik doe daar niet spastisch over. Iedereen die er in het echte leven naar vraagt - vriend, familie of onbekende - krijgt daarover van mij ook altijd een eerlijk antwoord. En ik heb er op dit blog al eens iets over vertelt en ook op sociale media als Facebook en Twitter is het al eens voorbij gekomen. Het moet echter geen dagelijkse kost worden. Hoewel er mensen zijn die juist gaan bloggen om over hun ervaringen met deze problematiek te vertellen, lotgenoten te vinden en elkaar te adviseren of een hart onder de riem te steken. Maar de verhalen zullen dus over meer onderwerpen gaan.
Ik ga niet beloven dat ik dagelijks ga bloggen, maar de frequentie gaat wel omhoog. De muziekliefhebbers moeten weten dat ze hier op zondag terecht kunnen voor een aantal recensies. Voor de rest wil ik dit blog gebruiken voor ervaringen uit mijn eigen leven. Over mijn werk, hobby's, persoonlijke gebeurtenissen, een mening, gewoon over de waan van de dag. Mijn dag. Wat ik zie en hoor. Daarom heet het ook Wat Rob Zegt. De ene keer lang, de andere keer kort of misschien wel slechts een foto.
Daar heb je toch Facebook voor? Ja, maar daar zit een 'beperkte' groep op. Mijn vrienden in alle soorten en maten, ex-klasgenoten, kennissen, familie; iedereen die me dierbaar is. Het zijn er ruim 500 en ze krijgen ook allemaal te horen als ik hier weer een stukje schrijf. Maar het moet voor meer mensen leesbaar zijn. Daarom op dit blog.
Hoe lang ik dit regelmatig bloggen denk vol te houden? Geen idee. De tijd zal het leren.
Morgen meer.
Rob
Abonneren op:
Posts (Atom)