Vandaag - op deze laatste dag van de meteorologische zomer - was er een klein heuglijk feitje. Ik mocht mijn 600e Facebookvriend (in dit geval vriendin) bijschrijven. In principe is niet het aantal van 600 zo belangrijk, maar meer dat deze plek van het fraaie afgeronde getal door mijn lieve petekind Lotte is ingenomen. Een petekind dat ieder mens zich wenst: vrolijk, onbevangen, direct, slim, een bijdehandje of zoals haar moeder verleden week gewoon zei: "Lotte zit gewoon verrekte goed in haar vel en dat straalt ze uit."
Maar ik ga hier geen ode aan deze bijna 16-jarige wijsneus houden. Het feit dat ik 600 vrienden heb op een sociaal medium is de reden voor dit stukje. 600 stuks. Precies zes jaar geleden bij de start van de studie Amerikanistiek waren het de toenmalige studiegenoten die mij overtuigden. "Als ik ooit 200 vrienden haal, is dat al uniek," zo liet ik toen weten. Soms vraag ik me nog af waar die 600 'vrienden en vriendinnen' van afkomen, maar ongeveer 95% heeft simpelweg een enigszins tot bijzondere plek in mijn leven. Misschien ooit gehad of nog steeds, maar het zijn de mensen die ik vertrouw en waaraan ik regelmatig persoonlijke dingen vertel. Levenservaringen, vreugdevolle momenten, maar soms ook de minder leuke kanten van het leven. Ik zou het ze ook vertellen bij een ontmoeting in real life. Nu doe ik het ongevraagd op een voor sommige mensen nog steeds ongebruikelijke plek.
Want nog heel vaak klinkt de dooddoener: "Wat sommigen er toch wel niet allemaal opzetten." Ik maak me er niet druk om. Ik ben op een bepaalde manier geïnteresseerd in het wel en wee van mijn voormalige klasgenoten, familieleden, muziekvrienden, voormalige mede kroegtijgers, ex-collega's of huidige vrienden. Een paar keer per dag scroll ik door dit medium en mijn ogen en brein filteren na zes jaar ervaring al bijna bewust de zaken die ik wel en niet wil lezen. Ergeren op Facebook… nee sorry. Ik zie vooral de voordelen. Mensen die al lang uit mijn leven verdwenen leken of die ik om wat voor reden nauwelijks meer spreek, blijven toch dichtbij. Ik weet wat ze belangrijk vinden, wat hun bezighoudt. Als ik het niet zou willen weten, waren ze al lang 'ontvriend' zoals dat zo mooi heet. Een actie die ik trouwens nauwelijks meer toepas. De laatste keer was toen iemand in een persoonlijk bericht openlijk een bepaalde vorm van geweld verheerlijkte. "Hersenloos fossiel," zo dacht ik en knikkerde de persoon in kwestie er vanaf.
Een bijzonder boeiend fenomeen rondom Facebook vind ik de mening van Twitteraars over Facebook. Deze groep (waar ik overigens ook deel van ben) voelt zichzelf vaak verheven boven de personen op Facebook. Zij beschouwen zichzelf vooral als slimmer. Nu vind ik dat ten eerste een behoorlijke enge gedachte (jezelf boven anderen plaatsen, vooral als het eigenlijk je vrienden, collega's en anderen zijn). Het is dan ook een visie die er bij mij niet ingaat. Waarschijnlijk heb je dan echt een aantal mensen in je Facebook timeline die je liever kwijt dan rijk bent of je vind hun leven niet belangrijk. Ga dan weg op FB of verwijder ze. Ik lees eerlijk gezegd nauwelijks rotzooi op Facebook. Wel op Twitter. Ten tweede heb ik in al die jaren ook op dat vluchtige medium al veel rare zaken voorbij zien komen. Op Twitter wordt te vaak zonder na te denken een emotionele reactie geplaatst. Bij tijd en wijle lijkt het op een gemiddeld voetbalforum of reacties in discussieplekken van bepaalde kranten of andere media. Gelukkig helpen de zelf samengestelde lijstjes prima om hier het kaft van het koren te scheiden. Maar goed, ze vinden zichzelf dus bijzonder slim en vooruitstrevend die Twitteraars. Begrijp mij niet verkeerd, ik zie ook de voordelen van dit medium in. Het is een fantastische snelle bron van informatie en ook hier lees ik (bij mensen die tevens onderdeel zijn van mijn Facebookpossie) graag hun mening over bepaalde zaken of waar ze mee bezig zijn. Je hebt sneller een gespreksonderwerp bij een ontmoeting op straat. "Lekker weertje" of "Alles goed" kan achterwege blijven. We kunnen direct naar bepaalde zaken vragen. Dankzij Twitter en Facebook.
Afgelopen week liet het NOS-journaal in een reportage het belang van Facebook zien voor de toenemende stroom vluchtelingen. Ze houden het thuisfront op de hoogte, weten precies wie de foute mensensmokkelaars zijn, vinden zo eenvoudiger hun weg in een voor hun nieuwe wereld en informeren elkaar over allerlei andere essentiële zaken. Een betere reclame kan Facebook zich niet wensen. Ik wil daar nog wel een schepje bovenop doen. Zoals al eerder hier gesteld had ik bepaalde positieve stappen bij de situatie rondom mijn zieke moeder niet kunnen zetten als er geen Facebook was. En ook niet onbelangrijk: zeker omdat Facebook mij de mogelijkheid biedt nieuwe mensen in mijn leven nog beter te leren kennen, is dat op meerdere fronten een meerwaarde. Zonder Facebook was mijn contact met sommigen misschien wel nooit zo intensief gegroeid. Ik heb het deze zomer nog ervaren. Vroeger schreef je een brief, wisselde je telefoonnummers uit. Leuk, maar het kende zijn beperkingen. Maar de snelle ontwikkelingen in de wereld zorgen er voor dat mooie vriendschappen ook sneller kunnen groeien. Facebook, Twitter, Instagram, Whatsapp. Ze hebben allemaal voor- en nadelen. Gebruik ze op de juiste manier en de voordelen zijn snel duidelijk. Iedereen maakt zijn keuzes en bepaalt zelf hoe met sociale media om te gaan. Als je deze op de juiste wijze gebruikt is het een verrijking voor het leven. Ik kan er over meepraten. Die zeshonderd mensen zijn mij om een bepaalde reden bijna allemaal even lief. Goed dat ze er zijn.
Rob
Wat Rob Zegt
Over muziek, film, voetbal, series, mijn werk als journalist, persoonlijke ervaringen en andere aardse zaken
maandag 31 augustus 2015
woensdag 19 augustus 2015
Het mooiste moment van de dag
Zoals iedere dag liep ik ook gisteren weer de afdeling op. Vaak zit ze met het gezicht naar de raam gekeerd, maar deze keer keek ze samen met de andere bewoners TV en was haar olijke gezicht dus ook naar de ingang van de woonkamer gericht. Ze zag me binnenkomen en dat moment blijft onbeschrijfelijk mooi. Een stralende lach van oor tot oor, licht vochtige oogjes die twinkelen als sterren aan de hemel: "Ha jong," zo zei ze met een stem die een mix van verbazing, pure blijdschap en oprechte vrolijkheid liet horen. Ze begon nog net niet te juichen. Hier doe ik het voor. Daarom ga ik iedere dag weer naar mijn lieve moeder toe. Een dusdanig oprechte sympathieke lach vind ik nergens anders.
Die vrolijke stemming kan ook weer snel omslaan. Soms kan ze na een paar minuten weer even boos worden, dan komt het verdriet van haar ziekte er uit. De frustratie dat ze op een plek zit waar ze eigenlijk niet wil zijn en dat uit ze dan (heel begrijpelijk) tegen ons. De mensen die het dichtste bij staan gelden als klankbord of kussen waarop gemept kan worden in tijden van verdriet en boosheid. Dat doen wij allemaal. Een enkele keer kan dat bij haar zelfs gepaard gaan met een paar ferme tikken op de arm. "Zoë dan," zegt ze met die bekende boze blik alsof ze wil zeggen: 'dat heb je verdiend. Jij hebt mij hier neergezet.' Ik snap het volkomen, word er nooit boos over en tover dan juist mijn vrolijkste lach op het gezicht. Dan begint ook zij vaak weer snel te lachen. Of ze vraagt met een boze blik:" Denk je dat je leuk bent." Dan zeg ik met een lach: 'nee, totaal niet.' En die tweede lach kan zij dan niet meer weerstaan en keert bij haar de positieve stemming weer terug. Het afreageren met slaande bewegingen is een souvenirtje van haar verblijf in Vincent van Gogh.
Het mag vreemd klinken, maar eigenlijk zijn die uurtjes bij haar in dat moderne verzorgingstehuis voor mij tevens een moment van volledige rust. Ja, een oase van rust. Even weg uit de compleet gestoorde wereld waarin wij leven. Even weg van de hectiek, mensen die je belazeren, de drukke agenda, gemaakte vrolijkheid en de keiharde wetten van de moderne maatschappij. Hoewel het natuurlijk geen ouderlijk huis of thuis meer is, zit zij daar. En juist daardoor voelt het altijd weer even als thuiskomen.
"Uw moeder heeft een medebewoner geslagen," zo kregen wij anderhalf jaar geleden plotseling te horen toen zij sinds een aantal weken in die vreselijke kliniek verbleef. Mijn moeder iemand geslagen? Ik begreep er niets van. Mijn moeder sloeg nooit. Later begreep ik het en zag het met eigen ogen. Zij werd daar in die hel ook geslagen door andere bewoners. Daar op die plek waarvan iedereen (Inclusief medisch deskundigen) wist dat ze er niet thuis hoorde, daar werd moeder niet alleen psychisch mishandeld door haar omgeving, maar kreeg ze tevens met fysiek geweld te maken. Wie weet hoe vaak ze daar geslagen werd. Want wat zich het grootste deel van de dag - op de momenten dat er geen bezoek mocht komen - achter die gesloten deuren afspeelde, zullen we nooit weten. Hoewel. Een aantal familieleden van andere patiënten bracht er om diverse redenen wel eens de nacht door. De verhalen die daarover verteld werden, stemde ons niet vrolijk en bevestigde ons beeld. Dwalende, onrustige en dus ook boze patiënten over de gangen die dan ongevraagd bij anderen de kamer binnenliepen. Het personeel? Dat zat op een andere plek koffie te drinken. Op die locatie is mijn moeder voor de jaren die ze nog heeft voor goed veranderd. Bijna elf maanden lang psychische en fysieke mishandeling gaat niemand in de koude kleren zitten. Zeker een dementerende senior niet.
Op dit moment lopen drie tuchtzaken tegen de betreffende Geriater en vier officiële klachten bij het Medisch Tuchtcollege tegen de instelling zelf over de situatie daar. Ja, gelukkig durfden meer families deze stap te zetten. Samen sta je sterker. Anderen gaven eerlijk toe dat ze het niet aandurfden om officiële aanklachten tegen de arts en de instelling te zetten. Bang voor de confrontatie, angst voor represailles, intimidatie of gewoon te veel emoties. Triest maar waar. Wij hebben er ook nog een aparte jurist op gezet. Behalve de vreselijke ziekte van moeder krijgen wij (en al die andere families) dat onvoorstelbare gedrag er gratis bij. Slechts louter tegenwerking, leugens en damage control van arts en instelling. Het is een lange strijd die dagelijks veel energie kost, maar wij gaan door.
En ondanks die elf maanden in de hel, weet mijn moeder nu toch weer dagelijks die lieve en stralende lach op haar gezicht te toveren. Gewoon omdat ze ons (of een ander vertrouwd) gezicht ziet. De heftige uitingen van boosheid zijn helaas wel gebleven. Aangeleerd op de momenten dat ze zich daar in Venray helemaal alleen moest verdedigen. "Wat jullie doen, heb ik in de 20 jaar sinds ik in de verpleging werk nog nooit meegemaakt," zo liet een medewerker van de betere plek - waar ze nu alweer bijna 8 maanden verblijft - onlangs weten. "Daar heb ik zoveel respect voor," zo voegde ze er nog aan toe. Ook andere medewerkers laten het regelmatig horen. Bij Vincent van Gogh omschreef men dit als ongebruikelijk bedrag. Tja, het is gewoon oprechte betrokkenheid. Ik ben er mee opgevoed en weet niet beter dan dat ook dit helaas een deel van het leven kan zijn. Onze ouders waren er ook altijd voor ons. Dan doe je in de laatste jaren van hun leven alles terug. Bij mijn vader hebben we tijdens zijn ziekte (hersentumor) hetzelfde gedaan. Eigenlijk is het triest dat anderen het opvallend vinden.
Behalve de bezoekjes komen wij ook op alle andere fronten voor haar op. Het lieve mens kan zichzelf niet meer verdedigen. Wij willen het beste voor haar; het allerbeste. De enige wijze van verdedigen die zij nog heeft, is de slaande beweging zo snel iemand zich met gestrekte armen richting haar wendt. Het is een gestrekte hand die haar juist wil helpen (met bijvoorbeeld aankleden of wassen), maar de Pavlovreactie die ze zich in Venray aanleerde, zit er nog in. Verdedigen. Zij weet niet wat die gestrekte hand met arm van plan zijn en dus komt daar de bekende reactie. Alleen als ik een vriendelijke arm om haar heen leg, vertrouwt ze het, maar alle andere bewegingen zijn voor haar verdacht. Maar toch; telkens als ik binnenkom en op vele andere onverwachte momenten tijdens de uurtjes van mijn bezoek, is daar die fantastische stralende, soms ondeugende, maar altijd lieve moederlach. "Ze lacht wel vaker," zo zei een verpleegkundige van de afdeling. "Maar zo snel ze jullie ziet, is het echt ongelofelijk hoe ze dan straalt."
De lach in combinatie met een paar stralende ogen die zorgt dat ik de strijd weer aankan. De lach die niemand anders kan geven. De lach die telkens weer zorgt voor het mooiste moment van de dag.
De lach in combinatie met een paar stralende ogen die zorgt dat ik de strijd weer aankan. De lach die niemand anders kan geven. De lach die telkens weer zorgt voor het mooiste moment van de dag.
Rob
woensdag 5 augustus 2015
Koning Voetbal regeert weer
Het duurde deze keer net iets te lang. Ja, er was begin juni nog de Champions League finale en een belangrijke interland van Oranje, maar toch was het over een periode van twee maanden te weinig. Hoe vaak wij supporters ook zeuren op Koning Voetbal; we kunnen niet zonder. De bal moet rollen. Bij voorkeur zo vaak mogelijk want dan kunnen wij liefhebbers zelf kiezen welke wedstrijd we willen zien.
Toch is die zomer aan de andere kant ook weer een mooie periode. Hoofdredacteur van Voetbal International Tom van Hulsen schreef begin juli al in zijn wekelijkse column dat het blad in de voetballoze periode doorgaans beter verkoopt. Zoals hij zelf al aangeeft wil de liefhebber tijdens de vakantie wat verstrooiende literatuur lezen, maar door het gebrek aan wedstrijden wel geïnformeerd worden waar de clubs mee bezig zijn. De zomer is tenslotte een mooie periode om te dromen van successen. Een aantal clubs wordt zeker kampioen. Een ander aantal gaat zonder twijfel mee doen in de strijd om Europees voetbal te halen en de rest ontloopt zeker de degradatie. Prachtig toch. Vooral voor Feyenoordfans is dit al jaren een prachtige tijd. Telkens in juli en augustus weer dromen dat in het voorjaar de Coolsingel weer volloopt. Helaas is voor het legioen zelfs deze zomer al weinig reden om die traditionele dromen in ere te houden. De ploeg van nieuwe coach Van Bronckhorst kreeg al de ene na de andere tik te verwerken en met name de nederlaag tegen VVV-Venlo (2-1) deed pijn. Maar toch zit de Kuip aanstaande zondag weer nokvol en kan één overwinning de dromen weer tot leven wekken.
De zomer is dus een periode dat er nog meer onzin te lezen en horen valt dan tijdens de competitie. Voor het tweede jaar op rij moest ik horen en lezen dat het met Ajax allemaal wel goed zat. Je bent als een beetje liefhebber toch wel geneigd iemand als Frank de Boer te geloven als deze vanuit een trainingskamp in een zonnig Oostenrijk laat weten dat de groep gretig is en ja zelfs gegroeid ten opzicht van het seizoen daarvoor. Hoe groot was een jaar geleden de shock toen we Ajax dramatisch door de mand zagen vallen tijdens de strijd om de Johan Cruijff Schaal tegen PEC Zwolle. In drie maanden tijd niets geleerd. Na de onthutsende nederlaag in de finale tegen diezelfde club (1-5) was de nederlaag qua cijfers dan misschien minder hard (0-1), maar zag een beetje kenner dat het nog steeds goed mis was in de Arena. De Boer ging echter bijna het hele jaar door met roeptoeteren dat hij een goed voetballend Ajax had gezien. Als eigenaar van een seizoenkaart (zoals ik) voel je je dan ongelooflijk in de zeik genomen. Of zoals Youp van 't Hek zich in één van zijn columns terecht afvroeg of er in de hoofdstad soms twee Arena's waren. Ook hij hoorde na afloop op de radio de Ajax-coach na de zoveelste zaadpartij orakelen dat zijn ploeg wederom lekker gebald had. Zowel Youp als ik als al die tienduizenden andere mensen die in het stadion geweest waren, houd je niet voor de mal.
Dit jaar was het niet anders. Wederom klonken de mooie verhalen vanuit datzelfde trainingskamp in het fraaie Oostenrijk. Na het zien van Ajax tegen Wolfsburg en een helft tegen Saint Etienne begon ik even aan mijn eigen voetbalkennis te twijfelen. In mijn ogen was het wederom wéér niet goed. Oh, ook zeker niet dramatisch want met met voetbal van dat niveau doe je in Nederland gewoon mee om de titel, maar om nu te spreken van goed voetbal... Tegen Wolfsburg had ik continu het gevoel dat als de Duitse bekerwinnaar even wilde aanzetten ze Ajax van de mat zouden tikken. Toch wilden de kenners van FOX-sports (die de wedstrijd uitzonden) mij doen geloven dat de Amsterdammers verdraaid lekker stonden te spelen. In de rust en na afloop kregen kijkers behalve een redelijk lovende visie van de presentatoren plus analyticus een zogenaamd bewijs voorgelegd waarbij beelden begeleid werden door een in beeld geplakt zinnetje 'mooie aanval Ajax'. Een kinderhand is snel gevuld, zo denk ik dan.
"Rob, ik heb de kranten gelezen en vier mensen gesproken en jij bent de eerste die niet positief over de wedstrijd bent," zo sprak een mede Ajaxsupporter uit mijn eigen stad nadat ik hem mijn visie over de wedstrijd had gegeven. "Een beetje zouteloos en risicoloos rondtikken met hier en daar een leuke aanval. Geen verschil met de laatste twee seizoenen," zo had ik hem net daarvoor uitgelegd. Nu de voorbereiding voorbij is en Ajax inmiddels alweer door een stelletje net iets slimmere Oostenrijkers (met de begroting van een Nederlandse degradatiekandidaat) uit de Champions League geknikkerd is, mag langzaam aan duidelijk zijn dat de mooie woorden vanuit het trainingskamp en de visie van het FOXsports-team wederom loze woorden en vooral overdone waren.
Eigenlijk geen positief verhaal hierboven, maar toch is een liefhebber als ik blij dat Koning Voetbal weer regeert. Waar ik in het verleden nog naar sporten als tennis, schaatsen (ja echt, ik keek ooit naar schaatsen) en wielrennen kon kijken, daar heb ik tegenwoordig genoeg aan een potje voetbal. Alles eromheen is mooi. Zelfs het oeverloze gezanik van de supporters. Als cynisme niet bestond dan zou het wel in een voetbalstadion uitgevonden worden. Heerlijk. Waar ze bij andere sporten bij elk woordje van kritiek (zeker uit de mond van voetballiefhebbers) toch al vrij snel in de verdedigingsmodus of in de stuip schieten daar doen wij voetbalfanaten er zelf nog een schepje boven op. Ook ik zal in de loop van komend seizoen een aantal weken weer nauwelijks een bal zien rollen, maar dan bepaal ik het zelf omdat ik weer even voldaan ben. Maar als ik zin heb om te kijken, is er voldoende aanbod. Want uiteindelijk levert dit spelletje telkens weer zoveel mooie, hilarische, emotionele, onvergetelijke en zelfs historische momenten op dat voor iedere liefhebber duidelijk is waarom voetbal nog steeds Koning is en ook altijd zal blijven.
Rob
Toch is die zomer aan de andere kant ook weer een mooie periode. Hoofdredacteur van Voetbal International Tom van Hulsen schreef begin juli al in zijn wekelijkse column dat het blad in de voetballoze periode doorgaans beter verkoopt. Zoals hij zelf al aangeeft wil de liefhebber tijdens de vakantie wat verstrooiende literatuur lezen, maar door het gebrek aan wedstrijden wel geïnformeerd worden waar de clubs mee bezig zijn. De zomer is tenslotte een mooie periode om te dromen van successen. Een aantal clubs wordt zeker kampioen. Een ander aantal gaat zonder twijfel mee doen in de strijd om Europees voetbal te halen en de rest ontloopt zeker de degradatie. Prachtig toch. Vooral voor Feyenoordfans is dit al jaren een prachtige tijd. Telkens in juli en augustus weer dromen dat in het voorjaar de Coolsingel weer volloopt. Helaas is voor het legioen zelfs deze zomer al weinig reden om die traditionele dromen in ere te houden. De ploeg van nieuwe coach Van Bronckhorst kreeg al de ene na de andere tik te verwerken en met name de nederlaag tegen VVV-Venlo (2-1) deed pijn. Maar toch zit de Kuip aanstaande zondag weer nokvol en kan één overwinning de dromen weer tot leven wekken.
De zomer is dus een periode dat er nog meer onzin te lezen en horen valt dan tijdens de competitie. Voor het tweede jaar op rij moest ik horen en lezen dat het met Ajax allemaal wel goed zat. Je bent als een beetje liefhebber toch wel geneigd iemand als Frank de Boer te geloven als deze vanuit een trainingskamp in een zonnig Oostenrijk laat weten dat de groep gretig is en ja zelfs gegroeid ten opzicht van het seizoen daarvoor. Hoe groot was een jaar geleden de shock toen we Ajax dramatisch door de mand zagen vallen tijdens de strijd om de Johan Cruijff Schaal tegen PEC Zwolle. In drie maanden tijd niets geleerd. Na de onthutsende nederlaag in de finale tegen diezelfde club (1-5) was de nederlaag qua cijfers dan misschien minder hard (0-1), maar zag een beetje kenner dat het nog steeds goed mis was in de Arena. De Boer ging echter bijna het hele jaar door met roeptoeteren dat hij een goed voetballend Ajax had gezien. Als eigenaar van een seizoenkaart (zoals ik) voel je je dan ongelooflijk in de zeik genomen. Of zoals Youp van 't Hek zich in één van zijn columns terecht afvroeg of er in de hoofdstad soms twee Arena's waren. Ook hij hoorde na afloop op de radio de Ajax-coach na de zoveelste zaadpartij orakelen dat zijn ploeg wederom lekker gebald had. Zowel Youp als ik als al die tienduizenden andere mensen die in het stadion geweest waren, houd je niet voor de mal.
Dit jaar was het niet anders. Wederom klonken de mooie verhalen vanuit datzelfde trainingskamp in het fraaie Oostenrijk. Na het zien van Ajax tegen Wolfsburg en een helft tegen Saint Etienne begon ik even aan mijn eigen voetbalkennis te twijfelen. In mijn ogen was het wederom wéér niet goed. Oh, ook zeker niet dramatisch want met met voetbal van dat niveau doe je in Nederland gewoon mee om de titel, maar om nu te spreken van goed voetbal... Tegen Wolfsburg had ik continu het gevoel dat als de Duitse bekerwinnaar even wilde aanzetten ze Ajax van de mat zouden tikken. Toch wilden de kenners van FOX-sports (die de wedstrijd uitzonden) mij doen geloven dat de Amsterdammers verdraaid lekker stonden te spelen. In de rust en na afloop kregen kijkers behalve een redelijk lovende visie van de presentatoren plus analyticus een zogenaamd bewijs voorgelegd waarbij beelden begeleid werden door een in beeld geplakt zinnetje 'mooie aanval Ajax'. Een kinderhand is snel gevuld, zo denk ik dan.
"Rob, ik heb de kranten gelezen en vier mensen gesproken en jij bent de eerste die niet positief over de wedstrijd bent," zo sprak een mede Ajaxsupporter uit mijn eigen stad nadat ik hem mijn visie over de wedstrijd had gegeven. "Een beetje zouteloos en risicoloos rondtikken met hier en daar een leuke aanval. Geen verschil met de laatste twee seizoenen," zo had ik hem net daarvoor uitgelegd. Nu de voorbereiding voorbij is en Ajax inmiddels alweer door een stelletje net iets slimmere Oostenrijkers (met de begroting van een Nederlandse degradatiekandidaat) uit de Champions League geknikkerd is, mag langzaam aan duidelijk zijn dat de mooie woorden vanuit het trainingskamp en de visie van het FOXsports-team wederom loze woorden en vooral overdone waren.
Eigenlijk geen positief verhaal hierboven, maar toch is een liefhebber als ik blij dat Koning Voetbal weer regeert. Waar ik in het verleden nog naar sporten als tennis, schaatsen (ja echt, ik keek ooit naar schaatsen) en wielrennen kon kijken, daar heb ik tegenwoordig genoeg aan een potje voetbal. Alles eromheen is mooi. Zelfs het oeverloze gezanik van de supporters. Als cynisme niet bestond dan zou het wel in een voetbalstadion uitgevonden worden. Heerlijk. Waar ze bij andere sporten bij elk woordje van kritiek (zeker uit de mond van voetballiefhebbers) toch al vrij snel in de verdedigingsmodus of in de stuip schieten daar doen wij voetbalfanaten er zelf nog een schepje boven op. Ook ik zal in de loop van komend seizoen een aantal weken weer nauwelijks een bal zien rollen, maar dan bepaal ik het zelf omdat ik weer even voldaan ben. Maar als ik zin heb om te kijken, is er voldoende aanbod. Want uiteindelijk levert dit spelletje telkens weer zoveel mooie, hilarische, emotionele, onvergetelijke en zelfs historische momenten op dat voor iedere liefhebber duidelijk is waarom voetbal nog steeds Koning is en ook altijd zal blijven.
Rob
dinsdag 21 juli 2015
Met VVV op trainingskamp in Bardolino
Eigenlijk twijfelde ik of ik die zomer nog wel met de familie op vakantie zou gaan. Waarom? Ik kan het nu niet eens meer zeggen. Wij gingen naar hetzelfde prachtige bungalowpark aan het Gardameer als een jaar eerder en dat was mij uitstekend bevallen. Incidenten waren er ook nooit geweest. We reisden altijd met bevriende gezinnen, dus er was zeker voldoende afleiding. Waarschijnlijk wilde ik als jonge tiener gewoon een beetje dwars liggen.
"Ik weet nu wel zeker dat je met ons mee op vakantie gaat," aldus mijn vader op maandagochtend 3 juni 1985 terwijl hij met zijn vinger naar een artikel in de speciale promotiebijlage van de krant wees. Het was de dag nadat (toen nog) FC VVV door een benauwde overwinning (2-1) op Eindhoven naar de eredivisie was gepromoveerd. Die penalty van Remy Reynierse in de 91e minuut. Die strafschop die aan alle onzekerheid een einde maakte en stadion De Koel deed ontploffen. Dat artikel maakte melding over een speciaal trainingskamp dat de Venlose club een maand later tijdens de zomervakantie in Italië zou beleggen. Een week lang zweten in Bardolino. En Bardolino lag op slechts 2 kilometer van dat mooie bungalowpark in het plaatsje Garda waar wij verbleven. Weg twijfel. De reis naar het Gardameer kon ineens niet snel genoeg beginnen.
Het was die zelfde zomervakantie van Live Aid (lees dit artikel). De laatste met mijn ouders en dus in meerdere opzichten een bijzondere. Behalve de selectie, technische staf en enkele bestuursleden waren er vanzelfsprekend verder geen Venlonaren. Behalve wij. Het was ook voor de spelers dan vreemd dat plots een boekje over de promotie onder hun snufferd werd gelegd met het verzoek om de cover te signeren. Nog groter was de verbazing van doelman John Roox toen hij tijdens de training een waterslang richting zijn mond bracht om de dorst te lessen en daarbij in plat Venloos van onze kant de waarschuwing hoorde: "John! Kiek oët! Det water mosse neet drinke!" Zijn eigen dialect had de keeper zo ver van huis niet verwacht.
We bezochten twee oefenwedstrijden en een training. Wie de tegenstanders waren? Zo goed als zeker de eigenaar van het ministadion (met één tribune): Bardolino Calcio. Maar de andere tegenstander weet ik echt niet meer. Bij de twee oefenwedstrijden waren behalve wij en de lokale voetbalfans ook enkele tientallen Hollandse vakantiegangers aanwezig. Blijkbaar had de club reclame gemaakt op campings en vakantieparken. Anders kan ik die opkomst niet verklaren. En als nieuwbakken eredivisieclub was FC VVV natuurlijk toch aantrekkelijk voor een beetje Nederlandse voetballiefhebber. De uitslagen van die potjes? Al slaat u mij dood. 0-4? Dat komt in mij op. Maar of het klopt? Geen idee. Onze landgenoten wilden van alles weten over mijn cluppie. Want ja, als jonge tiener was ik nog bloedfanatiek supporter.
"Ik weet nu wel zeker dat je met ons mee op vakantie gaat," aldus mijn vader op maandagochtend 3 juni 1985 terwijl hij met zijn vinger naar een artikel in de speciale promotiebijlage van de krant wees. Het was de dag nadat (toen nog) FC VVV door een benauwde overwinning (2-1) op Eindhoven naar de eredivisie was gepromoveerd. Die penalty van Remy Reynierse in de 91e minuut. Die strafschop die aan alle onzekerheid een einde maakte en stadion De Koel deed ontploffen. Dat artikel maakte melding over een speciaal trainingskamp dat de Venlose club een maand later tijdens de zomervakantie in Italië zou beleggen. Een week lang zweten in Bardolino. En Bardolino lag op slechts 2 kilometer van dat mooie bungalowpark in het plaatsje Garda waar wij verbleven. Weg twijfel. De reis naar het Gardameer kon ineens niet snel genoeg beginnen.
Het was die zelfde zomervakantie van Live Aid (lees dit artikel). De laatste met mijn ouders en dus in meerdere opzichten een bijzondere. Behalve de selectie, technische staf en enkele bestuursleden waren er vanzelfsprekend verder geen Venlonaren. Behalve wij. Het was ook voor de spelers dan vreemd dat plots een boekje over de promotie onder hun snufferd werd gelegd met het verzoek om de cover te signeren. Nog groter was de verbazing van doelman John Roox toen hij tijdens de training een waterslang richting zijn mond bracht om de dorst te lessen en daarbij in plat Venloos van onze kant de waarschuwing hoorde: "John! Kiek oët! Det water mosse neet drinke!" Zijn eigen dialect had de keeper zo ver van huis niet verwacht.
Uw blogger in wit shirt volgt aandachtig de wedstrijd. Daarachter mijn vader en broer. |
We bezochten twee oefenwedstrijden en een training. Wie de tegenstanders waren? Zo goed als zeker de eigenaar van het ministadion (met één tribune): Bardolino Calcio. Maar de andere tegenstander weet ik echt niet meer. Bij de twee oefenwedstrijden waren behalve wij en de lokale voetbalfans ook enkele tientallen Hollandse vakantiegangers aanwezig. Blijkbaar had de club reclame gemaakt op campings en vakantieparken. Anders kan ik die opkomst niet verklaren. En als nieuwbakken eredivisieclub was FC VVV natuurlijk toch aantrekkelijk voor een beetje Nederlandse voetballiefhebber. De uitslagen van die potjes? Al slaat u mij dood. 0-4? Dat komt in mij op. Maar of het klopt? Geen idee. Onze landgenoten wilden van alles weten over mijn cluppie. Want ja, als jonge tiener was ik nog bloedfanatiek supporter.
Veel foto's zijn er die dagen niet gemaakt. Met dezelfde mogelijkheden van nu waren er zeker tientallen kiekjes geschoten. Van wedstrijden, spelers, selfie's et cetera. Toen moest ik het stellen met een jaren 80 toestel inclusief rolletje voor 24 foto's. Misschien had ik nog een extra rolletje kunnen kopen, maar het ontwikkelen was duur en ik nog zuinig. Dus meer dan 4-6 foto's van dat bijna vergeten stukje historie van de Venlose club zijn er door mij tijdens die prachtige vakantie aan het Gardameer niet gemaakt. En de plaatjes die wij maakten, zijn natuurlijk niet van al te hoogstaande kwaliteit. Maar wij waren er bij. En ik vond het bijzonder om dat als supporter mee te maken.
De conditie van het veld van Bardolino Calcio was overigens trouwens bedroevend slecht. En dat is een understatement. Op bepaalde plekken lag meer zand dan gras. Maar het heeft de spelers van VVV misschien gehard. Want na het trainingskamp in Bardolino volgde één van de meest succesvolle periodes uit de historie van de Venlose club. Vier jaar eredivisie. Met onder andere twee maal een vijfde plek. En ik? Ik had maar mooi dat historische boekje met handtekeningen van alle spelers en een foto met Mario Verlijsdonk en Stan Valckx als herinnering voor de eeuwigheid.
Rob
Update: de uitslagen van de oefenwedstrijden tijdens dat trainingskamp waren:
Bardolino - VVV 1-6
Juventino - VVV 0-2
Met dank aan historie.vvv-venlo.nl
vrijdag 17 juli 2015
Niet alles komt goed
Het is een uitspraak die te pas en te onpas gebruikt wordt. Bij klein en groot leed: "Alles komt goed." Met andere woorden: trek het je niet aan. Het leven gaat door. Over een tijdje ben je het kwijt. In deze uitspraak huist een soort van gemakzucht, onmacht, onwetendheid of te weinig besef van persoonlijk leed. Op een dag als vandaag zou het zeer ongepast zijn om tegen die tientallen families, vrienden, klas- en teamgenoten, collega's of buren van de slachtoffers van de MH-17 vlucht te zeggen: Alles komt goed. Want nee: niet alles komt goed.
De uitspraak heeft eigenlijk een achterliggende gedachte: niet treuren; het leven gaat nu eenmaal verder. Dat is te vaak te makkelijk gezegd. Twee jaar geleden had ik een interview bij een mijnheer die trots vertelde over zijn bedrijf. Zijn producten werden op maat gemaakt voor de evenementen- en concerten/festivalbranche. Niet de meest vervelende sector om in te werken. Om een of andere reden sloeg het gesprek ineens om. De man - ergens rond de 50 - begon plots over zijn ouders te vertellen. Hoe trots ze zouden zijn geweest op zijn goed functionerende bedrijf. Wat bleek: zijn vader en moeder waren in 1977 bij de vliegtuigramp op Tenerife om het leven gekomen. Terwijl hij zijn verhaal vertelde, sprongen de tranen hem weer in de ogen. "Sorry," zo klonk het met een snik. Ik voelde me niet ongemakkelijk en probeerde het juist te begrijpen. Hij had het verlies na ruim 35 jaar nog steeds niet goed verwerkt. Ondanks vele vormen van therapieën. Ik dacht: "Hoe vaak zal die man in zijn leven gehoord hebben: alles komt goed."
Een voormalige vrouwelijke collega kon geen kinderen krijgen. Als er op de afdeling -met diverse dames van rond de 30 - weer een nieuwe spruit geboren was, dan had zij daar moeite mee. Daarover sprak ze eerlijk. Ze ging vaak niet mee op kraamvisite. Die bezoekjes waren te pijnlijk. Het niet kunnen krijgen van kinderen kwam ook bij haar niet meer goed en bleef haar lang achtervolgen. Als de feestelijkheden van een nieuwe geboorte voorbij waren, had zij wel de kracht om regelmatig cadeautjes voor die kinderen te regelen of gewoon iets anders goeds te doen. Iets te doen wat haar hart haar ingaf. Ondanks het feit dat ze geen moeder kon worden, school in haar toch een moeder. Een goede moeder die ondanks de pijn die zij voelde bij de ongekende vreugde van anderen uiteindelijk toch haar liefde wilde tonen. Maar echt goed, nee dat is bij haar niet meer gekomen. Op dat gebied niet. Het bleef een pijnpunt in haar leven dat op het moment van andere persoonlijk verdriet ook weer regelmatig terugkeerde.
Verleden jaar zag ik een jonge moeder op TV. Ze had door een vreselijke ziekte haar zoontje verloren en ze zei het rechtuit: "Nee, sommige dingen komen niet meer goed. Nooit meer. Je pakt het leven op; doet je best, maar dat litteken gaat nooit meer weg. De pijn blijft, al laat ik het vaak niet zien."
Ik heb het ook gemerkt bij mijn eigen moeder. Op relatief jonge leeftijd verloor ze haar beide ouders; vlak achter elkaar. Een paar weken voor mijn geboorte. Vader door een auto-ongeluk. Haar moeder koos er bewust voor om haar echtgenoot te volgen en wandelde tijdens de oud en nieuw nacht de Maas in. Voor haar gevoel kwam het niet meer goed. Hoewel mijn moeder zeker vele mooie jaren heeft gekend, van het leven heeft genoten, vaak vrolijk lachend oprecht van mooie momenten genoot, merkten wij te pas en te onpas dat er veel onverwerkt verdriet in haar huisde. Toen mijn broer en ik jong waren, kenden wij het ware verhaal van opa en oma niet. Pas veel later is ons dat verteld.
Mijn vader overleed op veel te jonge leeftijd. Mijn moeder had het daar ook moeilijk mee. Opnieuw waren er een aantal zware jaren. "Maar Martha, kijk eens naar die kennis van je. Die heeft haar leven na de dood van haar man toch ook weer opgepakt. Laat je toch niet zo hangen." Waarschijnlijk zal de persoon in kwestie ook in dat gesprek of eerder al tegen mijn moeder gezegd hebben: alles komt goed. Hoe fout waren die opmerkingen. Punt één weet ik dat bij die andere vrouw het vaak schone schijn was. Als ik haar sprak, vertelde ze ook vaak hoe eenzaam ze was. "Maar je moet he. Je moet verder. De mensen om je heen verwachten dat. Hoe zwaar me dat ook valt. Niemand begrijpt je." Ze speelde een sociale wenselijke rol. Dan kom ik bij punt twee: Niet iedereen kan of wil die rol spelen. Het zit er niet in. Die hebben geen boodschap aan de mededeling dat alles wel goed komt. Ze weten dat niet alles goed komt. Natuurlijk heeft ook mijn moeder een aantal jaren na de dood van mijn vader het leven weer enigszins opgepakt en was de lach toch weer wat vaker op haar gezicht te zien. Het voorjaar en de zomer vond ze het ergste. Dan ging ze een stukje fietsen en kwam ze leeftijdsgenoten tegen die wel samen waren. Hoewel velen haar uitnodigden mee te gaan, voelde ze zich te vaak het vijfde wiel aan de wagen. Dat gevoel zat in haar. Dat haal je niet weg door te zeggen: stel je niet aan of alles komt goed. Want door het overlijden van pap kwam ook dat onverwerkte verdriet van haar ouders weer terug. Het werd zo een dubbele dosis pijn. Ja, ze had hulp kunnen zoeken, maar dat wilde ze niet. Alles wilde ze zelf doen. Eigenlijk is het een heel sterke vrouw. Dat denk ik ook als ik zie wat ze in het afgelopen anderhalf jaar allemaal heeft moeten doorstaan. Ze is daardoor veranderd. Harder geworden en voor de duvel niet meer bang. Ze bijt van zich af. Het hoort ook bij haar ziekte, maar soms ben ik dan wel zo trots als een pauw en lach als ik het zie. Ze duldt geen onzinnige opmerkingen of verplichtingen die haar niet aan staan. Maar ook in dat gedrag schuilt natuurlijk een stukje pijn. Ze moet zich vaak alleen verdedigen. En dat is triest. Ze voelt zich - ondanks het feit dat wij haar dagelijks bezoeken- toch vaak eenzaam. Er leeft iets in haar waardoor ook hier niet alles meer goed komt.
Vaak heb ik zelf ook tegen anderen te pas en te onpas gezegd: alles komt goed. Terwijl ik verdomde goed wist dat het niet zo is. Maar het is sociaal wenselijk. Soms speel je die sociaal wenselijke rol eenvoudiger dan een andere keer. Nu mijn eigen moeder zo ziek is en eigenlijk niet meer de moeder is die ze ooit was, mis ik mijn vader, 17 jaar na zijn dood, weer net zoals toen. Maar daarover mag en kan ik niet praten. Dat gevoel mag ik niet tonen. Mensen die vinden dat je maar door moet gaan met leven zijn meesters in het afvlakken van elk menselijk gevoel: "That's life! Zo gaat dat nu eenmaal. Daar moet je maar mee leren omgaan. Ach, het komt wel goed." Het zijn echter vaak diezelfde mensen die zelf bij enige tegenslag (bijvoorbeeld op het werk) al burn-out klachten krijgen.
Een jaar na het overlijden van mijn vader kwam ik ook de man met de hamer tegen. Ik had zelf een soort van burn-out omdat ik vanaf de dag na zijn begrafenis weer 'vrolijk' door het leven huppelde. Maar steeds vaker knalde ik tegen een muur. Totdat ik ruim een jaar na zijn dood bekaf was. Niet verwerkt wat er in die twee jaar van zijn ziekte tot overlijden was gebeurd. Hoe intens dat ook was geweest. Te weinig stil gestaan bij zijn ziekte, de processen, de strijd en de dood. Hoe zeer ook aangekondigd. De dood komt toch altijd onverwacht. Pats boem! Weg! Ik had een half jaar en wat gesprekken nodig om weer door te kunnen gaan. Maar ondanks die gesprekken en de vele leuke dingen die ik sindsdien heb gedaan, merk ik nu - tijdens de ziekte van mijn moeder - weer dagelijks dat het litteken weer open is getrokken. Ook dat is dus eigenlijk niet goed gekomen. Hoe vaak denk ik op een dag: verdomme, waarom heb ik al zo vroeg afscheid van pap moeten nemen? Waarom is ons gezin al zo snel uit elkaar getrokken? We wilden nog zoveel doen. Ik wil ook dingen laten zien waardoor ze trots zouden zijn. Net zoals die mijnheer die zijn ouders bij de vliegramp op Tenerife verloor. Mam is er nog, oogt nog fit, herkent ons nog, maar kan niet meer goed plaatsen wat wij doen en wat het betekent. Waarom moet mam ook op te jonge leeftijd al die rotziekte krijgen? Ze is er nog, maar toch zijn we haar kwijt. Net zoals bij pap krijg je de gevechten met artsen en beleidsbepalers er bij. Alsof de ziekte nog niet slopend genoeg is. "Komt wel goed," zeggen mensen dan ook vaak in die strijd tegen ons.
"Als één van je ouders aan Alzheimer lijdt, neem je drie keer afscheid," zo zei een kennis en tevens lotgenoot twee weken geleden tegen mij. "Op het moment dat de ziekte zich openbaart. En dan de dag dat ze naar een verpleeghuis moeten en uiteindelijk weer als ze komen te overlijden." Het is inderdaad een lang traject van afscheid nemen. Iedere dag een beetje weer. Iedere dag opnieuw die harde confrontatie. Mooie herinneringen uit het verleden doen nu zelfs pijn. Ik vrees de dag als het afscheid definitief wordt. En ook dan zullen mensen tegen mij zeggen: alles komt goed. Als ervaringsdeskundige weet ik nu al: dat is helaas niet zo. Nooit helemaal. Net zoals nu zal ik ook dan vrolijk concerten bezoeken, naar voetbalwedstrijden gaan en weet ik wat niet meer. Maar ergens draag ik dat stukje altijd weer mee. Dat te vroege afscheid en denken: waarom zo snel? Waarom op die manier? De vele dingen die zoveel anderen wel samen met ouders kunnen doen, heb ik niet kunnen doen. Dat ervaar je dagelijks en daarom komt dat in ieder geval helaas niet meer goed. Dingen veranderen, je past je aan, het leven gaat door, soms of misschien wel vaak vol leuke momenten. Maar om te zeggen dat alles goed komt. Dat is echt te makkelijk.
Rob
De uitspraak heeft eigenlijk een achterliggende gedachte: niet treuren; het leven gaat nu eenmaal verder. Dat is te vaak te makkelijk gezegd. Twee jaar geleden had ik een interview bij een mijnheer die trots vertelde over zijn bedrijf. Zijn producten werden op maat gemaakt voor de evenementen- en concerten/festivalbranche. Niet de meest vervelende sector om in te werken. Om een of andere reden sloeg het gesprek ineens om. De man - ergens rond de 50 - begon plots over zijn ouders te vertellen. Hoe trots ze zouden zijn geweest op zijn goed functionerende bedrijf. Wat bleek: zijn vader en moeder waren in 1977 bij de vliegtuigramp op Tenerife om het leven gekomen. Terwijl hij zijn verhaal vertelde, sprongen de tranen hem weer in de ogen. "Sorry," zo klonk het met een snik. Ik voelde me niet ongemakkelijk en probeerde het juist te begrijpen. Hij had het verlies na ruim 35 jaar nog steeds niet goed verwerkt. Ondanks vele vormen van therapieën. Ik dacht: "Hoe vaak zal die man in zijn leven gehoord hebben: alles komt goed."
Een voormalige vrouwelijke collega kon geen kinderen krijgen. Als er op de afdeling -met diverse dames van rond de 30 - weer een nieuwe spruit geboren was, dan had zij daar moeite mee. Daarover sprak ze eerlijk. Ze ging vaak niet mee op kraamvisite. Die bezoekjes waren te pijnlijk. Het niet kunnen krijgen van kinderen kwam ook bij haar niet meer goed en bleef haar lang achtervolgen. Als de feestelijkheden van een nieuwe geboorte voorbij waren, had zij wel de kracht om regelmatig cadeautjes voor die kinderen te regelen of gewoon iets anders goeds te doen. Iets te doen wat haar hart haar ingaf. Ondanks het feit dat ze geen moeder kon worden, school in haar toch een moeder. Een goede moeder die ondanks de pijn die zij voelde bij de ongekende vreugde van anderen uiteindelijk toch haar liefde wilde tonen. Maar echt goed, nee dat is bij haar niet meer gekomen. Op dat gebied niet. Het bleef een pijnpunt in haar leven dat op het moment van andere persoonlijk verdriet ook weer regelmatig terugkeerde.
Verleden jaar zag ik een jonge moeder op TV. Ze had door een vreselijke ziekte haar zoontje verloren en ze zei het rechtuit: "Nee, sommige dingen komen niet meer goed. Nooit meer. Je pakt het leven op; doet je best, maar dat litteken gaat nooit meer weg. De pijn blijft, al laat ik het vaak niet zien."
Ik heb het ook gemerkt bij mijn eigen moeder. Op relatief jonge leeftijd verloor ze haar beide ouders; vlak achter elkaar. Een paar weken voor mijn geboorte. Vader door een auto-ongeluk. Haar moeder koos er bewust voor om haar echtgenoot te volgen en wandelde tijdens de oud en nieuw nacht de Maas in. Voor haar gevoel kwam het niet meer goed. Hoewel mijn moeder zeker vele mooie jaren heeft gekend, van het leven heeft genoten, vaak vrolijk lachend oprecht van mooie momenten genoot, merkten wij te pas en te onpas dat er veel onverwerkt verdriet in haar huisde. Toen mijn broer en ik jong waren, kenden wij het ware verhaal van opa en oma niet. Pas veel later is ons dat verteld.
Mijn vader overleed op veel te jonge leeftijd. Mijn moeder had het daar ook moeilijk mee. Opnieuw waren er een aantal zware jaren. "Maar Martha, kijk eens naar die kennis van je. Die heeft haar leven na de dood van haar man toch ook weer opgepakt. Laat je toch niet zo hangen." Waarschijnlijk zal de persoon in kwestie ook in dat gesprek of eerder al tegen mijn moeder gezegd hebben: alles komt goed. Hoe fout waren die opmerkingen. Punt één weet ik dat bij die andere vrouw het vaak schone schijn was. Als ik haar sprak, vertelde ze ook vaak hoe eenzaam ze was. "Maar je moet he. Je moet verder. De mensen om je heen verwachten dat. Hoe zwaar me dat ook valt. Niemand begrijpt je." Ze speelde een sociale wenselijke rol. Dan kom ik bij punt twee: Niet iedereen kan of wil die rol spelen. Het zit er niet in. Die hebben geen boodschap aan de mededeling dat alles wel goed komt. Ze weten dat niet alles goed komt. Natuurlijk heeft ook mijn moeder een aantal jaren na de dood van mijn vader het leven weer enigszins opgepakt en was de lach toch weer wat vaker op haar gezicht te zien. Het voorjaar en de zomer vond ze het ergste. Dan ging ze een stukje fietsen en kwam ze leeftijdsgenoten tegen die wel samen waren. Hoewel velen haar uitnodigden mee te gaan, voelde ze zich te vaak het vijfde wiel aan de wagen. Dat gevoel zat in haar. Dat haal je niet weg door te zeggen: stel je niet aan of alles komt goed. Want door het overlijden van pap kwam ook dat onverwerkte verdriet van haar ouders weer terug. Het werd zo een dubbele dosis pijn. Ja, ze had hulp kunnen zoeken, maar dat wilde ze niet. Alles wilde ze zelf doen. Eigenlijk is het een heel sterke vrouw. Dat denk ik ook als ik zie wat ze in het afgelopen anderhalf jaar allemaal heeft moeten doorstaan. Ze is daardoor veranderd. Harder geworden en voor de duvel niet meer bang. Ze bijt van zich af. Het hoort ook bij haar ziekte, maar soms ben ik dan wel zo trots als een pauw en lach als ik het zie. Ze duldt geen onzinnige opmerkingen of verplichtingen die haar niet aan staan. Maar ook in dat gedrag schuilt natuurlijk een stukje pijn. Ze moet zich vaak alleen verdedigen. En dat is triest. Ze voelt zich - ondanks het feit dat wij haar dagelijks bezoeken- toch vaak eenzaam. Er leeft iets in haar waardoor ook hier niet alles meer goed komt.
Vaak heb ik zelf ook tegen anderen te pas en te onpas gezegd: alles komt goed. Terwijl ik verdomde goed wist dat het niet zo is. Maar het is sociaal wenselijk. Soms speel je die sociaal wenselijke rol eenvoudiger dan een andere keer. Nu mijn eigen moeder zo ziek is en eigenlijk niet meer de moeder is die ze ooit was, mis ik mijn vader, 17 jaar na zijn dood, weer net zoals toen. Maar daarover mag en kan ik niet praten. Dat gevoel mag ik niet tonen. Mensen die vinden dat je maar door moet gaan met leven zijn meesters in het afvlakken van elk menselijk gevoel: "That's life! Zo gaat dat nu eenmaal. Daar moet je maar mee leren omgaan. Ach, het komt wel goed." Het zijn echter vaak diezelfde mensen die zelf bij enige tegenslag (bijvoorbeeld op het werk) al burn-out klachten krijgen.
Een jaar na het overlijden van mijn vader kwam ik ook de man met de hamer tegen. Ik had zelf een soort van burn-out omdat ik vanaf de dag na zijn begrafenis weer 'vrolijk' door het leven huppelde. Maar steeds vaker knalde ik tegen een muur. Totdat ik ruim een jaar na zijn dood bekaf was. Niet verwerkt wat er in die twee jaar van zijn ziekte tot overlijden was gebeurd. Hoe intens dat ook was geweest. Te weinig stil gestaan bij zijn ziekte, de processen, de strijd en de dood. Hoe zeer ook aangekondigd. De dood komt toch altijd onverwacht. Pats boem! Weg! Ik had een half jaar en wat gesprekken nodig om weer door te kunnen gaan. Maar ondanks die gesprekken en de vele leuke dingen die ik sindsdien heb gedaan, merk ik nu - tijdens de ziekte van mijn moeder - weer dagelijks dat het litteken weer open is getrokken. Ook dat is dus eigenlijk niet goed gekomen. Hoe vaak denk ik op een dag: verdomme, waarom heb ik al zo vroeg afscheid van pap moeten nemen? Waarom is ons gezin al zo snel uit elkaar getrokken? We wilden nog zoveel doen. Ik wil ook dingen laten zien waardoor ze trots zouden zijn. Net zoals die mijnheer die zijn ouders bij de vliegramp op Tenerife verloor. Mam is er nog, oogt nog fit, herkent ons nog, maar kan niet meer goed plaatsen wat wij doen en wat het betekent. Waarom moet mam ook op te jonge leeftijd al die rotziekte krijgen? Ze is er nog, maar toch zijn we haar kwijt. Net zoals bij pap krijg je de gevechten met artsen en beleidsbepalers er bij. Alsof de ziekte nog niet slopend genoeg is. "Komt wel goed," zeggen mensen dan ook vaak in die strijd tegen ons.
"Als één van je ouders aan Alzheimer lijdt, neem je drie keer afscheid," zo zei een kennis en tevens lotgenoot twee weken geleden tegen mij. "Op het moment dat de ziekte zich openbaart. En dan de dag dat ze naar een verpleeghuis moeten en uiteindelijk weer als ze komen te overlijden." Het is inderdaad een lang traject van afscheid nemen. Iedere dag een beetje weer. Iedere dag opnieuw die harde confrontatie. Mooie herinneringen uit het verleden doen nu zelfs pijn. Ik vrees de dag als het afscheid definitief wordt. En ook dan zullen mensen tegen mij zeggen: alles komt goed. Als ervaringsdeskundige weet ik nu al: dat is helaas niet zo. Nooit helemaal. Net zoals nu zal ik ook dan vrolijk concerten bezoeken, naar voetbalwedstrijden gaan en weet ik wat niet meer. Maar ergens draag ik dat stukje altijd weer mee. Dat te vroege afscheid en denken: waarom zo snel? Waarom op die manier? De vele dingen die zoveel anderen wel samen met ouders kunnen doen, heb ik niet kunnen doen. Dat ervaar je dagelijks en daarom komt dat in ieder geval helaas niet meer goed. Dingen veranderen, je past je aan, het leven gaat door, soms of misschien wel vaak vol leuke momenten. Maar om te zeggen dat alles goed komt. Dat is echt te makkelijk.
Rob
woensdag 15 juli 2015
Rob's Ouwe Lullen Tour deel 11: The Who Ziggodome 2 juli 2015
Ze hebben niet
de status van The Beatles of The Stones, maar toch: The Who behoort tot de
absolute groten der aarde. Ze komen uit het decennium waarover een sluier van
liefde, magie, nostalgie, maar ook een waas van mystiek hangt. Was het allemaal echt zo
mooi als velen ons nu doen geloven? Waren de jaren zestig echt dat keerpunt
voor de mensheid?
Het antwoord is
waarschijnlijk ja en nee. Natuurlijk is er op sociaal en artistiek gebied veel gebeurd
in dat decennium. Maar de aanloop begon al in de jaren 50; de jaren na de tweede
wereldoorlog, de jaren van wederopbouw. Bovendien begonnen de roerige jaren zestig
zoals we ze kennen eigenlijk pas in 1965 en liepen ze op 1 januari 1970 nog een
aantal jaren door.
De antwoorden ja
en nee zijn eveneens van toepassing op de vraag of The Who behoren tot de
magische acts van de jaren 60. Ik ben geneigd ja te zeggen. Zeker nadat ik op 2
juli getuige was van het laatste concert van hun Europese tour (en mogelijk
laatste show in Nederland ooit). Nee, de band rondom Roger Daltrey en Pete
Townshend had bij mij ook nooit de status die The Beatles en The Stones (of The
Doors en Dylan) hadden. Maar toch, ik wilde ze zien. The Who scoorde minder
hits, maakte minder albums en heeft daardoor slechts een handvol klassiekers op
hun naam staan Zingt Tante Mien uit Assen hun hits mee zoals ze dat wel in de Arena bij The Stones doet? The Who heeft geen rijtje ala
Satisfaction, Sympathy for the Devil, Brown Sugar, Angie et cetera. En ook geen
serie als Hey Jude, Let it Be, Yesterday, She Loves You et cetera. Liedjes die
iedere generatie opnieuw met de paplepel krijgt ingestopt.
My Generation?
Ja zeker! Die wel. Who are You? Yep, al was het alleen maar vanwege de tv-serie. Maar
dan? Pinball Wizard? Misschien. Won’t get Fooled Again? Tja, voer voor Classic
Rock liefhebbers. Behind Blue Eyes? Misschien nog net. Dat ze die ultieme status
niet hebben is punt 1 niet erg en punt 2 zijn de heren er zich daar zelf ook
bewust van. Pete Townshend vertelde
in de Ziggo Dome vaak
over de verhalen achter de liedjes. Hoe ze ontstaan waren. Over het waarom. Zo
was The Who eind jaren zestig vooral heel druk in de VS en speelde de band
onder andere op Woodstock. Het werd tijd voor een hit in Europa, zodat de
mensen hun daar niet zouden vergeten. Het resultaat werd: I can see for Miles.
Een meezinger. Maar nee, zo vertelt de gitarist. Het deed bijna niets in de charts. Het volk pakte het nummer niet op.
Een
kleine 50 jaar later kent een beetje Classic Rock liefhebber die hit wel. De
zelfspot kwam regelmatig terug. “Dat! Dat daarachter is toch een bierkraam? Of
niet dan,” zo vroeg Townshend halverwege de avond aan het publiek. “Ik zie hier
verdomme kids van 25 jaar in de zaal staan. Man op die leeftijd stond ik liever
bier te drinken dan naar een ouwe lul van 70 jaar te kijken.” Zijn uitleg
over hoe hij Eminence Front aan Miami Vice had verkocht was eveneens voorzien van het nodige cynisme. Ja, puur voor de poen. Toen al. In de jaren 80. Voor het internet. Ook vertelde de gitarist hoe hij nu van het leven genoot. Van zijn dure
auto’s of een fantastisch in Nederland gemaakt jacht. “From your fucking money!
Haha!” Die eerlijke verhalen die Townshend opbiechtte, bevestigden de status van
The Who. De status van rockhelden.
Want er ging
gewoon een lichte schok door mijn lijf toen de twee enig overgebleven leden van
deze Britse band het podium betraden. Ja, mijn eerste concert van The Who en ik
had even kippenvel omdat er in mijn ogen toch twee Rockgoden op slechts een
paar meter afstand stonden. Daltrey en Townshend mogen dan geen Jagger
en Richards of Lennon en McCartney zijn, voor mij hadden ze die avond in de
Ziggodome wel hetzelfde charisma.
Was ik in die eerste minuut al om. Na twee uur was ik volledig verkocht. Wat een band! Wat een power! Wat een indrukwekkende reeks rockklassiekers hebben ze stiekem toch gemaakt. Eigenlijk was vooraf al duidelijk hoe groots The Who is. Voor de show werd op het scherm door middel van foto’s en teksten de historie van de band belicht. Het verhaal van Woodstock. De tragische dood van drummer Keith Moon. Het net zo tragische einde van bassist John Entwistle. De foto’s uit de gloriejaren voor volle stadions. De albumhoezen. Hier stond een portie rockhistorie op het podium om U tegen te zeggen. En met name de uitvoering van al die nummers was magisch. In de dagen voor het concert las ik vaak verhalen over de stem van zanger Roger Daltrey; die zou aan kracht hebben ingeboet. Yeah right! Mijn kont. Die stem was fantastisch. In de hoge en lage regionen. Na afloop sprak ik mensen die aangaven dat er in het recente verleden inderdaad mindere avonden waren geweest, maar deze avond klopte alles. Dus ook de stem.
Kippenvel was er
niet alleen bij de opkomst van de Daltrey en Townshend, maar ook bij het intro
van You better you bet of gewoon toen ze na een korte welkoms toespraak Who are
You inzetten. Dat overbekende intro. Het gejuich vanuit de zaal. Eigenlijk was
toen al duidelijk dat het een bijzondere avond zou worden. See me, Feel me,
Amazing Journey, Pinball Wizard of welk nummer dan ook. Allemaal bevestigden ze
wat ik tijdens de show steeds meer voelde. Het was een historische avond. En
wat ben ik blij dat ik ze toch minimaal één keer live aan het werk mocht zien. Daltrey
en Townshend! Die ouwe rakkers. They didn’t die before they got old! God zij
dank niet!
Rob
maandag 13 juli 2015
13 juli 1985
Nee, ik heb er toen niets van op TV gezien. Ons gezin was op zaterdag 13 juli 1985 onderweg naar het vakantieadres: Parco del Garda in Garda. Maar tijdens de autorit op die zaterdag en op het moment van aankomst bij het bungalowpark hoorde ik flarden van wat zich afspeelde in het Wembley Stadion te Londen en het JFK Stadium in Philadelphia. In mijn herinnering zijn dat stukjes van optredens van Madonna, Sting, The Power Station, Paul Young en de finale in Londen met Do they know it's Christmas. Ik hoorde het op de radio van mijn draagbare radio/cassettespeler. Misschien ook wel bij een tankstation of die avond in een restaurant aan het Gardameer. Live Aid was op 13 juli 1985 namelijk overal. De wereld was in de ban van de muziek voor het goede doel.
De betekenis van muziek was toen anders dan nu. Een evenement als Live Aid kun je anno 2015 niet meer neerzetten. Niet meer van die omvang. Maar vooral niet meer met zoveel impact. Tien jaar geleden, in 2005, is het nog een keer geprobeerd. Op nog meer locaties. Met nog veel meer artiesten, maar de historische waarde van 1985 wilde op 2 juli 2005 (ondanks de reünie van Pink Floyd) maar niet lukken. De wereld was veranderd. De interesse van de mensheid was anders. Waar in 1985 tientallen miljoenen mensen 17 uur lang aan de tv gekluisterd zaten, daar pikte de wereld twintig jaar later slechts sporadisch wat stukjes mee. Leuk, grappig, goed, maar nergens historisch. Als we over Live Aid praten, dan gaat het over Live Aid 1985. Veel mensen zullen nu waarschijnlijk zelfs verbaasd opkijken als ze van deel 2 in 2005 horen.
Zoals gezegd: ik zag er niets van. Ja later. Stukjes op TV en dankzij de DVD box die in 2004 was uitgebracht. Maar toch is de grootsheid en de impact van toen dertig jaar later nog voelbaar. Mijn timeline op Facebook stond vandaag vol met foto's en video's van die 13e juli 1985. De jeugd van toen reist weer even terug in de tijd en kijkt weer ademloos naar historische optredens van Queen, U2, Mick Jagger, Madonna, Sting, David Bowie of die legendarische finales in beide steden. De zee van mensen in beide stadions blijft indrukwekkend. De wereld was weer even één. De mensen hadden nog het geloof dat artiesten de wereld konden veranderen. Later zijn muziekprojecten voor het goede doel volledig belachelijk gemaakt. Waarschijnlijk door de eindeloze stroom die na Live Aid en USA for Africa op gang kwam. Overdaad schaadt. Helaas ook in dit geval.
Zoals gezegd: de impact en het belang van muziek is anno nu anders. De magie is verdwenen. Alles is vanzelfsprekend. In de afgelopen twintig jaar zijn er nauwelijks meer sterren opgestaan van het niveau Bowie, Jagger, McCartney, Mercury, Sting of Bono. Stemmen en persoonlijkheden die generatie na generatie blijven boeien. Muziek is door de digitalisering vaak verworden tot een wegwerpproduct. iedere dag een nieuwe trend. Niets tot weinig beklijft. Het is geen onderdeel meer van het dagelijks leven zoals bijna de hele Westerse wereld op 13 juli 1985 17 uur lang aan radio en/of tv gekluisterd was. Waar je ook was, er moest tijdens die dag minimaal een radio mee om te kunnen blijven luisteren. Om bij te blijven. Om niets te missen.
Zoals ook mijn broer en ik probeerden te luisterden; met zo'n immens grote jaren 80 koptelefoon op ons hoofd. Achterin de auto die over het smeltend asfalt van de Italiaanse autowegen raasde. Het was al dag drie van de vakantie, maar volgens goede traditie was de heenreis al een essentieel onderdeel van de vakantie en stonden er twee overnachtingen op het programma. Op dag 3 vertrokken we vanuit de laatste overnachtingsplek in Oostenrijk naar het Gardameer. Het was de laatste zomervakantie met onze ouders. We luisteren tijdens die rit over de Oostenrijkse en Italiaanse autobanen naar de stemmen van onze helden. Later in het bungalowpark en tijdens die eerste mooie Italiaanse zomeravond van die zomervakantie bij restaurantjes langs het Gardameer zongen of neurieden we weer zachtjes mee. Misschien slechts in ons hoofd. Maar wij hoorden wat er in Londen en Philadelphia gebeurde. Overal stond een tv of radio aan. Rockin all over the World. Radio Ga Ga. Get into the Groove. In the Air Tonight. Do they know it's Christmas. Die hit van Band Aid waar het liefdadigheidsproject ruim een half jaar eerder mee begonnen was. Een kersthit in de zomer. En we zongen ook laat in de avond op 13 juli 1985 terwijl we genoten van echte Italiaanse spaghetti weer mee. Feed the World!! Die weken in juli 1985 waren dus om meerdere redenen historisch.
Rob
De betekenis van muziek was toen anders dan nu. Een evenement als Live Aid kun je anno 2015 niet meer neerzetten. Niet meer van die omvang. Maar vooral niet meer met zoveel impact. Tien jaar geleden, in 2005, is het nog een keer geprobeerd. Op nog meer locaties. Met nog veel meer artiesten, maar de historische waarde van 1985 wilde op 2 juli 2005 (ondanks de reünie van Pink Floyd) maar niet lukken. De wereld was veranderd. De interesse van de mensheid was anders. Waar in 1985 tientallen miljoenen mensen 17 uur lang aan de tv gekluisterd zaten, daar pikte de wereld twintig jaar later slechts sporadisch wat stukjes mee. Leuk, grappig, goed, maar nergens historisch. Als we over Live Aid praten, dan gaat het over Live Aid 1985. Veel mensen zullen nu waarschijnlijk zelfs verbaasd opkijken als ze van deel 2 in 2005 horen.
Zoals gezegd: ik zag er niets van. Ja later. Stukjes op TV en dankzij de DVD box die in 2004 was uitgebracht. Maar toch is de grootsheid en de impact van toen dertig jaar later nog voelbaar. Mijn timeline op Facebook stond vandaag vol met foto's en video's van die 13e juli 1985. De jeugd van toen reist weer even terug in de tijd en kijkt weer ademloos naar historische optredens van Queen, U2, Mick Jagger, Madonna, Sting, David Bowie of die legendarische finales in beide steden. De zee van mensen in beide stadions blijft indrukwekkend. De wereld was weer even één. De mensen hadden nog het geloof dat artiesten de wereld konden veranderen. Later zijn muziekprojecten voor het goede doel volledig belachelijk gemaakt. Waarschijnlijk door de eindeloze stroom die na Live Aid en USA for Africa op gang kwam. Overdaad schaadt. Helaas ook in dit geval.
Zoals gezegd: de impact en het belang van muziek is anno nu anders. De magie is verdwenen. Alles is vanzelfsprekend. In de afgelopen twintig jaar zijn er nauwelijks meer sterren opgestaan van het niveau Bowie, Jagger, McCartney, Mercury, Sting of Bono. Stemmen en persoonlijkheden die generatie na generatie blijven boeien. Muziek is door de digitalisering vaak verworden tot een wegwerpproduct. iedere dag een nieuwe trend. Niets tot weinig beklijft. Het is geen onderdeel meer van het dagelijks leven zoals bijna de hele Westerse wereld op 13 juli 1985 17 uur lang aan radio en/of tv gekluisterd was. Waar je ook was, er moest tijdens die dag minimaal een radio mee om te kunnen blijven luisteren. Om bij te blijven. Om niets te missen.
Zoals ook mijn broer en ik probeerden te luisterden; met zo'n immens grote jaren 80 koptelefoon op ons hoofd. Achterin de auto die over het smeltend asfalt van de Italiaanse autowegen raasde. Het was al dag drie van de vakantie, maar volgens goede traditie was de heenreis al een essentieel onderdeel van de vakantie en stonden er twee overnachtingen op het programma. Op dag 3 vertrokken we vanuit de laatste overnachtingsplek in Oostenrijk naar het Gardameer. Het was de laatste zomervakantie met onze ouders. We luisteren tijdens die rit over de Oostenrijkse en Italiaanse autobanen naar de stemmen van onze helden. Later in het bungalowpark en tijdens die eerste mooie Italiaanse zomeravond van die zomervakantie bij restaurantjes langs het Gardameer zongen of neurieden we weer zachtjes mee. Misschien slechts in ons hoofd. Maar wij hoorden wat er in Londen en Philadelphia gebeurde. Overal stond een tv of radio aan. Rockin all over the World. Radio Ga Ga. Get into the Groove. In the Air Tonight. Do they know it's Christmas. Die hit van Band Aid waar het liefdadigheidsproject ruim een half jaar eerder mee begonnen was. Een kersthit in de zomer. En we zongen ook laat in de avond op 13 juli 1985 terwijl we genoten van echte Italiaanse spaghetti weer mee. Feed the World!! Die weken in juli 1985 waren dus om meerdere redenen historisch.
Rob
woensdag 8 juli 2015
Rob's Ouwe Lullen tour deel 12: Sting in Mönchengladbach
Als je je show kunt beginnen met If I ever Lose my Faith in You, Every Little Thing She Does is Magic, Englishman in New York en So Lonely dan heb je het niet alleen het publiek direct bij de kloten te pakken, maar het toont tevens aan dat je als zanger/performer/liedjesschrijver een hele grote mijnheer bent. En een grote mijnheer; dat is Sting.
Hoewel hij één van mijn jeugdhelden is, was ik hem ergens een beetje kwijtgeraakt. De reunion tour met The Police bezocht ik in 2007 in de Amsterdam Arena, maar ik zag en beleefde de show totaal niet. Dankzij ons bierdrinkende en zwetsende volkje dat tijdens concerten niet voor de muziek komt, maar alleen om er bij te zijn. Die avond was een absoluut dieptepunt.
Ergens begin dit jaar realiseerde ik mij weer hoe groots mijnheer Sting eigenlijk wel niet is. Ik zag de ode van Bruno Mars (en diverse andere belangrijke artiesten) aan Sting. De zanger/bassist had van president Obama die avond een speciale onderscheiding ter ere van zijn omvangrijke oeuvre ontvangen. Sting keek en luisterde geamuseerd naar de fantastische versie die Mars van Message in a Bottle neerzette. Op het moment dat grote sterren als Michael Stipe en Springsteen het podium betraden, was de emotie bij Sting duidelijk zichtbaar. Een emotie waarin trots, maar ook een lach en een traan verborgen zaten. Ik hoorde Bruno Mars & Co, zag Sting en realiseerde mij hoe groot zijn status is en hoeveel plezier hij mij gedurende mijn leven heeft geboden. Tijd voor een live show dus.
Toen hij eerder dit jaar samen met Paul Simon een duotour deed en o.a 2x in de Ziggo Dome optrad, twijfelde ik net te lang en kon geen kaarten bemachtigen. Een meer dan prima pleister op de wonde was de soloshow die Sting deed op amper 30 minuten van mijn woonplaats Venlo; vanavond in Mönchengladbach dus. Het enige outdoor concert van Rob's Ouwe Lullen tour.
Het begin van de show - zoals hierboven geschetst - maakte duidelijk wat we mochten verwachten. Een overzicht van zijn rijke carrière: een Greatest Hits show. Dat was het, maar wel bij veel nummers met een eigen twist. Zeker de nummers van The Police kregen vaak net die andere draai zodat het niet een simpel afraffelen van bekende deuntjes werd. In tegendeel. Sting (met een soort van kabouter Plopbaard) en zijn perfect spelende band hebben er tijdens deze speciaal ingelaste Europese zomertour duidelijk zin in. Bijna een jaar lang stond hij met Paul Simon op de planken. Dit lijkt een soort van tussendoortje waarbij niemand teleurgesteld naar huis zal zijn gegaan. Veel hits van zowel The Police als zijn solo-carriere kwamen aan bod. Er was zelfs ruimte voor een aantal album-tracks (Driven to tears, When the World is running Down) van het befaamde trio.
Natuurlijk dacht ik na afloop: Hey… waarom geen: King of Pain, Set them Free, Fortress around your Heart, Wrapped around your finger? Maar een man met zo'n rijke catalogus als Sting kan uren lang spelen als hij het iedereen volledig naar de zin moet maken. Daarmee werd deze avond niet alleen pleister voor het missen van zijn show met Paul Simon, maar mss zelfs wel ook een beetje voor dat verpeste Police concert in Amsterdam. Sting had er lol in. Sting bood kwaliteit. Het was een prachtige zomeravond, net over de Venlose grens, zo dicht bij huis.
De setlist:
If I Ever Lose My Faith in You
Every Little Thing She Does Is Magic
(The Police song)
Englishman in New York
So Lonely
(The Police song)
When the World Is Running Down, You Make the Best of What's Still Around
(The Police song)
Fields of Gold
Heavy Cloud No Rain
Driven to Tears
(The Police song)
Walking on the Moon
(The Police song)
America
(Simon & Garfunkel cover)
Message in a Bottle
(The Police song)
The Hounds of Winter
De Do Do Do, De Da Da Da
(The Police song)
Roxanne / Ain't no sunshine
Encore:
Desert Rose
Every Breath You Take
(The Police song)
Encore 2:
Next to You
(The Police song)
Fragile
If I Ever Lose My Faith in You
Every Little Thing She Does Is Magic
(The Police song)
Englishman in New York
So Lonely
(The Police song)
When the World Is Running Down, You Make the Best of What's Still Around
(The Police song)
Fields of Gold
Heavy Cloud No Rain
Driven to Tears
(The Police song)
Walking on the Moon
(The Police song)
America
(Simon & Garfunkel cover)
Message in a Bottle
(The Police song)
The Hounds of Winter
De Do Do Do, De Da Da Da
(The Police song)
Roxanne / Ain't no sunshine
Encore:
Desert Rose
Every Breath You Take
(The Police song)
Encore 2:
Next to You
(The Police song)
Fragile
woensdag 1 juli 2015
Rob's Ouwe Lullen Tour deel 10: Santana - Ziggo Dome, Amsterdam.
Het is deze week een beetje een mini-Woodstock in Rob's Ouwe Lullen Tour. Vanavond was het de beurt aan Santana, donderdag mag The Who bewijzen hoe fit ze nog zijn. Volgens mij twee van de weinige bands van het befaamde rockfestival uit 1969 die nog steeds op het podium staan.
Carlos Santana refereerde er vanavond ook een beetje aan. De gitaargod sprak over het muzikale tijdperk waarin hij opgroeide en noemde o.a The Doors en Jimi Hendrix. "And we're still here," zo klonk het bijna verontschuldigend.
Ruim 2.5 uur stond hij met zijn band op het podium en dat tijdsbestek kunnen we het beste in 2 delen. Het eerste anderhalf uur was fantastisch. Wie naar Santana gaat, gaat niet specifiek voor de hits, maar vooral voor zijn magistrale gitaarwerk en natuurlijk ook een beetje voor het percussiegeweld. Dat was er in die eerste 90 minuten volop, met hier en daar een hit; Maria Maria, Europa, Black Magic Woman et cetera.
Opvallend aspect: we zaten voor de eerste keer echt in de nok van de Ziggo Dome en het geluid klonk als de welbekende klok. Vanaf de eerste seconde was alles glashelder en loepzuiver. Die plek op de één na de hoogste rij van deze Amsterdamse concerthal was tevens een nadeel. Ik voelde nergens de interactie. Nergens voelde ik het zweet van de artiesten op de bühne. Als je beneden op 'het veld' staat; dan is er die interactie wel. Jammer, maar geen onoverkomelijk probleem voor deze ene keer omdat Carlos en band in topvorm waren, maar ergens na dat eerste anderhalf uur ging het mis. Carlos en band raakten - in ieder geval - mij kwijt. De spanning was er uit, het werd een tikkeltje gezapig. Zeker toen hij aan zijn toegiften begon. De man met tig klassieke albums en zoveel hits vond het nodig om covers te gaan spelen. In totaal kwam 3x Michael Jackson voorbij, Roxanne van The Police, maar ook de jaren 50 klassieker: Tequila en meer van dat werk.
Plots was Santana veranderd in een bruiloften- en partijenorkest. Een weliswaar perfect spelend combo, maar het hart en de ziel waren er uit. Het klonk enigszins gezapig. Het muzikale vuurwerk was weg. Deze tour draagt de naam Corazon(hart), maar juist dat aspect was volledig zoek. De muzikanten hadden het naar hun zin, maar ergens snakte ik weer naar Santana-klassiekers of gewoon eigen nieuwe werk.
Geen Well Alright, She's Not There of Samba Pa ti, maar populaire deuntjes die iedere gemiddelde coverband op zijn repertoire heeft staan. Ik dacht bij het inzetten van de jaren 90 hit Smooth nog even: Santana snapt mij weer, maar nee. Het kwam niet meer goed. Muzikaal klonk het prima, maar het bleef tevens steriel. Jammer. Het was het eerste concert van zijn Europese tour en ik ben benieuwd of het tweede deel van zijn setlist op het einde nog overeind staat. Want waar de mensen in de eerste helft nog regelmatig dansend in de gangpaden stonden, daar was dat fenomeen in het laatste uur niet meer te zien.
Geen Well Alright, She's Not There of Samba Pa ti, maar populaire deuntjes die iedere gemiddelde coverband op zijn repertoire heeft staan. Ik dacht bij het inzetten van de jaren 90 hit Smooth nog even: Santana snapt mij weer, maar nee. Het kwam niet meer goed. Muzikaal klonk het prima, maar het bleef tevens steriel. Jammer. Het was het eerste concert van zijn Europese tour en ik ben benieuwd of het tweede deel van zijn setlist op het einde nog overeind staat. Want waar de mensen in de eerste helft nog regelmatig dansend in de gangpaden stonden, daar was dat fenomeen in het laatste uur niet meer te zien.
Zoals gezegd: deze keer geen frontrow plek, dus zijn de foto's ook navenant. Van grote hoogte gemaakt en daar kon mijn camera ook niets aan veranderen. Het is dus een plek waar ik sowieso nooit meer zal gaan zitten. Als muziekliefhebber wil ik de band echt zien en voelen. Dat kan daarboven helaas niet.
vrijdag 26 juni 2015
Rob's Ouwe Lullen tour deel 9 : Neil Diamond - Ziggo Dome Amsterdam
"Ben je ook een echte fan?," zo vraagt een dame als ik naast haar ga zitten. Ook op 'het veld' van De Ziggodome zijn vanavond stoelen geplaatst voor het concert van Neil Diamond. Het is lang geleden, maar ik voel me tot de jongste categorie bezoekers horen vanavond. Toen ik met Neil kennis maakte -en dan bedoel ik natuurlijk zijn muziek- waren zijn gloriejaren al grotendeels voorbij.
"Euh nee," zo luidt dan ook mijn antwoord aan de dame met geblondeerd haar en gelnagels die naast mij zit. "Geen fan nee. Ik vind hem wel een dusdanige grootheid in de historie van de popmuziek dat ik Neil zeker een keer live aan het werk wil zien." Weet zij veel van mijn oude lullen tour. "Nou ik heb al zijn elpees en nu koop ik het weer allemaal op cd," zo vertelt ze trots. "En de film de Jazz Singer heb ik wel 14x gezien. En wat heb je daar voor een mooi boek gekocht?" Ik toon haar het nog ingesealde exemplaar. "Ja, een tourboek. Met een cd erbij. Een live-cd" Ze kijkt me verbaasd aan. "Live? Maar die liedjes heb je dus dan toch allemaal al??" Ik weet eigenlijk niet wat ik daar voor antwoord op moet geven. Ik heb wel iets van Neil Diamond in mijn cd-kast staan, maar zeker niet alles. Het gesprek valt stil en even later bewandelt de man van het tourboek en de live cd het podium van de Ziggodome.
Enigszins stram, maar vrolijk, uitstekend bij stem en sterker: ome Neil lijkt er op recht zin in te hebben.
Ik word niet teleurgesteld. Geen mens in de zaal wordt teleurgesteld. Alle successen passeren de revue. Cracklin Rosie, Love on the Rocks, Song Sung Blue, Hello Again, Forever in Blue Jeans, I'm a Believer. Persoonlijk miste ik alleen September Morn.
Dat ik zijn glorietijd niet bewust heb meegemaakt en dus geen echte fan blijkt als bij een aantal nummers het publiek dolenthousiast een intro begroet en ik denk: " Wat is dit?" Maar dat deert niet. Ook de onbekende nummers sluit ik mijn hart en ik geniet. Ook van die kleine momenten. Als tijdens Girl, you'll be a woman soon spontaan een aantal dames vanuit hun plek in de zaal naar het podium wandelen. Ze strekken hun hand naar Neil. Bij de eerste dacht ik nog aan een bloemetje of klein kadootje. Nee, de dames houden even als een verliefde puber zijn hand vast. En Neil gunt ze dat moment en speelt het spel mee. Een bijzonder en tegelijkertijd bizar moment Het publiek juicht bij elke handreiking, zoals de fans eigenlijk de hele avond laaiend enthousiast zijn. Ook op de ringen staan ze bijna continu te dansen en mee te zingen. De Ziggodome reikte Neil de hand en hij neemt deze volledig.
Een verrassend hoogtepunt is Brooklyn Roads. Toen de koters van pa en ma Diamond op de wereld werden gezet kocht pa één van de eerste filmcamera's en legde zoveel mogelijk unieke momenten vast. Die beelden zagen wij vanavond in de Ziggodome. Neil zingt over zijn ouderlijk huis in Brooklyn en wij beleven zijn jeugd mee dankzij die bijzondere camerabeelden van het oude New York. Fantastisch.
De finale is een volgende aaneenschakeling van greatest hits: America, Holy Holy en natuurlijk Sweet Caroline.
Na 135 minuten zit het erop. Een ingetogen(niet te veel visueel spektakel), maar tevens typisch Amerikaanse show. Neil werd -vanzelfsprekend zou je bijna zeggen - begeleid door een band met louter topmuzikanten. Door de deur in de grote diamant aan de achterzijde waardoor hij het podium opwandelde, daar vertrekt hij ook weer. Een laatste zwaai naar het uitzinnige publiek. En weg was hij.
En ik? Ik had wederom genoten. Misschien heeft Neil er wel een echte fan bij. De mevrouw naast me kon ik het niet meer vertellen. Zij was plots verdwenen. Misschien toch dat tourboek met live cd gaan kopen.
Rob
"Euh nee," zo luidt dan ook mijn antwoord aan de dame met geblondeerd haar en gelnagels die naast mij zit. "Geen fan nee. Ik vind hem wel een dusdanige grootheid in de historie van de popmuziek dat ik Neil zeker een keer live aan het werk wil zien." Weet zij veel van mijn oude lullen tour. "Nou ik heb al zijn elpees en nu koop ik het weer allemaal op cd," zo vertelt ze trots. "En de film de Jazz Singer heb ik wel 14x gezien. En wat heb je daar voor een mooi boek gekocht?" Ik toon haar het nog ingesealde exemplaar. "Ja, een tourboek. Met een cd erbij. Een live-cd" Ze kijkt me verbaasd aan. "Live? Maar die liedjes heb je dus dan toch allemaal al??" Ik weet eigenlijk niet wat ik daar voor antwoord op moet geven. Ik heb wel iets van Neil Diamond in mijn cd-kast staan, maar zeker niet alles. Het gesprek valt stil en even later bewandelt de man van het tourboek en de live cd het podium van de Ziggodome.
Enigszins stram, maar vrolijk, uitstekend bij stem en sterker: ome Neil lijkt er op recht zin in te hebben.
Ik word niet teleurgesteld. Geen mens in de zaal wordt teleurgesteld. Alle successen passeren de revue. Cracklin Rosie, Love on the Rocks, Song Sung Blue, Hello Again, Forever in Blue Jeans, I'm a Believer. Persoonlijk miste ik alleen September Morn.
Dat ik zijn glorietijd niet bewust heb meegemaakt en dus geen echte fan blijkt als bij een aantal nummers het publiek dolenthousiast een intro begroet en ik denk: " Wat is dit?" Maar dat deert niet. Ook de onbekende nummers sluit ik mijn hart en ik geniet. Ook van die kleine momenten. Als tijdens Girl, you'll be a woman soon spontaan een aantal dames vanuit hun plek in de zaal naar het podium wandelen. Ze strekken hun hand naar Neil. Bij de eerste dacht ik nog aan een bloemetje of klein kadootje. Nee, de dames houden even als een verliefde puber zijn hand vast. En Neil gunt ze dat moment en speelt het spel mee. Een bijzonder en tegelijkertijd bizar moment Het publiek juicht bij elke handreiking, zoals de fans eigenlijk de hele avond laaiend enthousiast zijn. Ook op de ringen staan ze bijna continu te dansen en mee te zingen. De Ziggodome reikte Neil de hand en hij neemt deze volledig.
Een verrassend hoogtepunt is Brooklyn Roads. Toen de koters van pa en ma Diamond op de wereld werden gezet kocht pa één van de eerste filmcamera's en legde zoveel mogelijk unieke momenten vast. Die beelden zagen wij vanavond in de Ziggodome. Neil zingt over zijn ouderlijk huis in Brooklyn en wij beleven zijn jeugd mee dankzij die bijzondere camerabeelden van het oude New York. Fantastisch.
De finale is een volgende aaneenschakeling van greatest hits: America, Holy Holy en natuurlijk Sweet Caroline.
Na 135 minuten zit het erop. Een ingetogen(niet te veel visueel spektakel), maar tevens typisch Amerikaanse show. Neil werd -vanzelfsprekend zou je bijna zeggen - begeleid door een band met louter topmuzikanten. Door de deur in de grote diamant aan de achterzijde waardoor hij het podium opwandelde, daar vertrekt hij ook weer. Een laatste zwaai naar het uitzinnige publiek. En weg was hij.
En ik? Ik had wederom genoten. Misschien heeft Neil er wel een echte fan bij. De mevrouw naast me kon ik het niet meer vertellen. Zij was plots verdwenen. Misschien toch dat tourboek met live cd gaan kopen.
Rob
woensdag 24 juni 2015
Rob's Ouwe Lullen Tour Deel 8: KISS- Ziggo Dome Amsterdam
"Het is Chinees nieuwjaar, carnaval in Rio en de Rocky Horror Show samengebald in een bruisende rock & roll show. Alleen een larger-than-live-band als KISS komt daar mee weg." Zomaar een quote aan het einde van de recensie over het concert van KISS die Oor op haar website plaatste. Een opvallende recensie, want het muziekblad en de Amerikaanse rockband… dat is niet bepaald een gelukkig huwelijk. Oor kickt op bands die zogenaamd vernieuwend zijn en springt vaak als een op hol geslagen ADHD'er van trend naar trend naar trend. Dat schijnt dan de betere popmuziek te zijn.
Een act als KISS die al ruim 40 jaar succesvol is, maar nooit van het geijkte pad afstapt, is dan eigenlijk niet interessant. Grootste misser van Oor was toen het anderhalf jaar geleden een verzamel-cd van de band recenseerde en daarin een kritische noot kraakte over het nummer 'Do you love me'. Volgens de scribent een cover van The Contours en tevens bekend uit de succesfilm Dirty Dancing. Blijkbaar had de redacteur nog niet eens het boekje bij de dubbel-cd onder ogen gekregen, want de track van KISS is toch echt een compleet ander nummer dan de hit uit de jaren 60 en is gewoon geschreven door zanger Paul Stanley en producer Bob Ezrin. Hoe belachelijk wil je jezelf als zogenaamde muziekjournalist maken?
Goed, tot zover de relatie Oor en KISS. Dat ik de quote uit de recensie aanhaal, heeft er vooral mee te maken dat ik louter positieve reacties las op de show die afgelopen donderdag in een bijna uitverkochte Ziggo Dome plaatsvond. Fans en pers waren laaiend enthousiast. En eigenlijk had iedereen gewoon gelijk. Want wat was ik vooraf bang dat het mis zou gaan. Wat vreesde ik voor de stem van Paul Stanley. Zou het geen muzikale brei worden? Nee, bijna niets van dat. Ik kan eigenlijk alleen maar concluderen dat KISS iedere bezoeker waar voor zijn geld heeft gegeven. Het was vooral een perfecte en imponerende show. Precies zoals de wereld dat al decennialang van de band gewend is. Natuurlijk kan ik gaan zoeken naar fouten of momenten die niet perfect waren. En ik ontkom er zeker niet aan om te zeggen dat Paul Stanley zich bij tijd en wijle inderdaad overschreeuwde en zijn stem even kwijt was. Hoe opvallend was het echter dat hij daarentegen op bepaalde momenten - als hij zijn stembanden op volle sterkte gebruikte - loepzuiver klonk.
Voor hen die het nog niet wisten: KISS was en blijft mijn eerste muzikale liefde. Nog voor Springsteen. Nog voor The Stones. Nog voor The Beatles. KISS was de eerste act die echt indruk maakte. Ik had al kennisgemaakt met The Golden Earring, Supertramp, Santana, Rod Stewart, The Police, AC/DC, Earth, Wind & Fire, Bee Gees en vele andere grootheden uit de popmuziek. Leuk, goed, prima, indrukwekkend, maar geen enkele act was zo overdonderend als de kennismaking met KISS. Een muzikale liefde met hoogte- en dieptepunten, maar telkens weer kwamen ze terug. Pas in de jaren 90 zag ik ze voor het eerst live aan het werk; tijdens die legendarische reunion tour. De tour waarbij de vier originele leden weer voor het eerst sinds lange tijd op het podium stonden. Hoe verder de tijd verstrijkt, hoe meer ik mij realiseer hoe historisch het was om daar bij te zijn. De herinneringen vervagen echter alweer langzaam. We zijn bijna twintig jaar verder en nog steeds staan mijn helden wereldwijd op het podium voor immense festivalweides, enorme voetbalstadions en grootse concerthallen als de Ziggodome. Oké, van de oorspronkelijke bezetting zijn de twee dissidenten, gitarist Ace Frehley en drummer Peter Criss, inmiddels - net zoals in de jaren 80 - weer van het toneel verdwenen, maar de harde kern staat er nog steeds. De vervangers - Tommy Thayer en Eric Singer - zorgen dat KISS op muzikaal gebied beter klinkt dan de laatste periode van de reunion tour.
En dat bewezen ze dus ook afgelopen donderdag in de Ziggo Dome. Soms stond ik met een vuist in de lucht mee te bléren - Lick it up! Lick it up! of Hey yeah yeah yeah YEAH (bij I love it Loud) of van voor tot achter te tekst oplepelen bij de opener van die avond Detroit Rock City - maar soms viel ik ook even stil. Op die momenten probeerde ik mij bewust te zijn van het moment. Ik stond daar met 2 vrienden die ook al sinds hun kindertijd fan zijn van de band. Hoe kritisch we soms ook zijn geweest, we stonden er weer. Met zijn 3'en. Bijna vooraan; op rij 3 of 4. Net zoals tijdens de reunion tour. Nee de echte kick van toen was er niet meer, zo concludeerden wij na afloop. Wij zijn ouder. Wij zagen de band inmiddels al vaker (de reunion tour was mijn eerste show van KISS en voor de andere twee de eerste keer dat ze de band in make-up op het podium zagen). Wij zijn veranderd. KISS is veranderd. Het zijn niet meer de 4 originele leden. Maar toch. Op die momenten dat ik stil viel, was daar even het gevoel van de jonge Rob. De Rob die er van droomde zijn helden (eigenlijk zijn het gewoon vier action heroes uit mijn jeugdjaren) ooit live op het podium te zien. Wat ik met die reunion tour van de tweede helft jaren negentig heb ervaren, was magisch. Maar dit was ook bijzonder. Een droom werd weer even waar. Ik dacht aan toen. Ik dacht aan die keren dat ik met carnaval als KISS geschminkt over straat wilde. Ik dacht aan mijn jongenskamer, aan de elpees, aan mijn ouders, aan mijn vrienden, aan mijn broer, aan mijn schoolperiode, aan mijn leven. En altijd was daar - in meer of mindere mate - KISS. Zo als al die andere helden van de rockmuziek zijn zij nu nog één van de weinige constante factoren in mijn leven. Factoren van toen, van iets later en van nu. Het zijn ankers die zich vastgeketend hebben in mijn hart en ziel. Of ik het nu leuk vind of niet.
KISS kan ons land soms jarenlang links laten liggen. Daarom kan het zomaar de laatste keer zijn geweest dat we ze zagen. De boegbeelden Stanley & Simmons zijn de zestig gepasseerd. Hoe lang willen ze nog verkleed en geschminkt het podium op? Hoe lang houden de stemmen en de lichamen het leven van een rockster nog vol? De foto's, een gevangen plectrum van Paul Stanley, het kaartje, maar vooral de herinneringen aan deze 18e juni 2015 zullen er voor altijd zijn. Zoals één van de vrienden al zei: "Later in het bejaardenhuis praten we hier nog over." Ik hoop het. Nee, ik weet het wel zeker. En dat de medebewoners maar knettergek worden als wij dan weer een ouderwetse DVD opzetten en met kapotte stembanden meebléren: Hey yeah yeah yeah YEAH!
Rob
Een act als KISS die al ruim 40 jaar succesvol is, maar nooit van het geijkte pad afstapt, is dan eigenlijk niet interessant. Grootste misser van Oor was toen het anderhalf jaar geleden een verzamel-cd van de band recenseerde en daarin een kritische noot kraakte over het nummer 'Do you love me'. Volgens de scribent een cover van The Contours en tevens bekend uit de succesfilm Dirty Dancing. Blijkbaar had de redacteur nog niet eens het boekje bij de dubbel-cd onder ogen gekregen, want de track van KISS is toch echt een compleet ander nummer dan de hit uit de jaren 60 en is gewoon geschreven door zanger Paul Stanley en producer Bob Ezrin. Hoe belachelijk wil je jezelf als zogenaamde muziekjournalist maken?
Goed, tot zover de relatie Oor en KISS. Dat ik de quote uit de recensie aanhaal, heeft er vooral mee te maken dat ik louter positieve reacties las op de show die afgelopen donderdag in een bijna uitverkochte Ziggo Dome plaatsvond. Fans en pers waren laaiend enthousiast. En eigenlijk had iedereen gewoon gelijk. Want wat was ik vooraf bang dat het mis zou gaan. Wat vreesde ik voor de stem van Paul Stanley. Zou het geen muzikale brei worden? Nee, bijna niets van dat. Ik kan eigenlijk alleen maar concluderen dat KISS iedere bezoeker waar voor zijn geld heeft gegeven. Het was vooral een perfecte en imponerende show. Precies zoals de wereld dat al decennialang van de band gewend is. Natuurlijk kan ik gaan zoeken naar fouten of momenten die niet perfect waren. En ik ontkom er zeker niet aan om te zeggen dat Paul Stanley zich bij tijd en wijle inderdaad overschreeuwde en zijn stem even kwijt was. Hoe opvallend was het echter dat hij daarentegen op bepaalde momenten - als hij zijn stembanden op volle sterkte gebruikte - loepzuiver klonk.
Voor hen die het nog niet wisten: KISS was en blijft mijn eerste muzikale liefde. Nog voor Springsteen. Nog voor The Stones. Nog voor The Beatles. KISS was de eerste act die echt indruk maakte. Ik had al kennisgemaakt met The Golden Earring, Supertramp, Santana, Rod Stewart, The Police, AC/DC, Earth, Wind & Fire, Bee Gees en vele andere grootheden uit de popmuziek. Leuk, goed, prima, indrukwekkend, maar geen enkele act was zo overdonderend als de kennismaking met KISS. Een muzikale liefde met hoogte- en dieptepunten, maar telkens weer kwamen ze terug. Pas in de jaren 90 zag ik ze voor het eerst live aan het werk; tijdens die legendarische reunion tour. De tour waarbij de vier originele leden weer voor het eerst sinds lange tijd op het podium stonden. Hoe verder de tijd verstrijkt, hoe meer ik mij realiseer hoe historisch het was om daar bij te zijn. De herinneringen vervagen echter alweer langzaam. We zijn bijna twintig jaar verder en nog steeds staan mijn helden wereldwijd op het podium voor immense festivalweides, enorme voetbalstadions en grootse concerthallen als de Ziggodome. Oké, van de oorspronkelijke bezetting zijn de twee dissidenten, gitarist Ace Frehley en drummer Peter Criss, inmiddels - net zoals in de jaren 80 - weer van het toneel verdwenen, maar de harde kern staat er nog steeds. De vervangers - Tommy Thayer en Eric Singer - zorgen dat KISS op muzikaal gebied beter klinkt dan de laatste periode van de reunion tour.
En dat bewezen ze dus ook afgelopen donderdag in de Ziggo Dome. Soms stond ik met een vuist in de lucht mee te bléren - Lick it up! Lick it up! of Hey yeah yeah yeah YEAH (bij I love it Loud) of van voor tot achter te tekst oplepelen bij de opener van die avond Detroit Rock City - maar soms viel ik ook even stil. Op die momenten probeerde ik mij bewust te zijn van het moment. Ik stond daar met 2 vrienden die ook al sinds hun kindertijd fan zijn van de band. Hoe kritisch we soms ook zijn geweest, we stonden er weer. Met zijn 3'en. Bijna vooraan; op rij 3 of 4. Net zoals tijdens de reunion tour. Nee de echte kick van toen was er niet meer, zo concludeerden wij na afloop. Wij zijn ouder. Wij zagen de band inmiddels al vaker (de reunion tour was mijn eerste show van KISS en voor de andere twee de eerste keer dat ze de band in make-up op het podium zagen). Wij zijn veranderd. KISS is veranderd. Het zijn niet meer de 4 originele leden. Maar toch. Op die momenten dat ik stil viel, was daar even het gevoel van de jonge Rob. De Rob die er van droomde zijn helden (eigenlijk zijn het gewoon vier action heroes uit mijn jeugdjaren) ooit live op het podium te zien. Wat ik met die reunion tour van de tweede helft jaren negentig heb ervaren, was magisch. Maar dit was ook bijzonder. Een droom werd weer even waar. Ik dacht aan toen. Ik dacht aan die keren dat ik met carnaval als KISS geschminkt over straat wilde. Ik dacht aan mijn jongenskamer, aan de elpees, aan mijn ouders, aan mijn vrienden, aan mijn broer, aan mijn schoolperiode, aan mijn leven. En altijd was daar - in meer of mindere mate - KISS. Zo als al die andere helden van de rockmuziek zijn zij nu nog één van de weinige constante factoren in mijn leven. Factoren van toen, van iets later en van nu. Het zijn ankers die zich vastgeketend hebben in mijn hart en ziel. Of ik het nu leuk vind of niet.
KISS kan ons land soms jarenlang links laten liggen. Daarom kan het zomaar de laatste keer zijn geweest dat we ze zagen. De boegbeelden Stanley & Simmons zijn de zestig gepasseerd. Hoe lang willen ze nog verkleed en geschminkt het podium op? Hoe lang houden de stemmen en de lichamen het leven van een rockster nog vol? De foto's, een gevangen plectrum van Paul Stanley, het kaartje, maar vooral de herinneringen aan deze 18e juni 2015 zullen er voor altijd zijn. Zoals één van de vrienden al zei: "Later in het bejaardenhuis praten we hier nog over." Ik hoop het. Nee, ik weet het wel zeker. En dat de medebewoners maar knettergek worden als wij dan weer een ouderwetse DVD opzetten en met kapotte stembanden meebléren: Hey yeah yeah yeah YEAH!
Rob
dinsdag 16 juni 2015
Rob's Ouwe Lullen Tour, deel 7: Ace Frehley live in Bochum
KISS was mijn eerste muzikale liefde en hun gitarist Ace Frehley mijn eerste muzikale held. Hoe bijzonder is het dan om beide acts in een paar dagen tijd live te mogen aanschouwen? Zeker nadat ik enthousiaste reacties van mensen las die de 2 shows van Ace afgelopen week in Nederland hadden gezien. Toch was er vooraf enige vrees over de kwaliteit. Bij de show gisteravond in Bochum was dat niet geheel onterecht. Ja, ik heb aan één kant genoten omdat daar Ace stond en hij diverse te gekke nummers speelde, zoals Rocket Ride, Snow Blind, 2000 man, New York Groove, Rip it Out, Cold Gin et cetera, maar aan de andere kant waren er toch ook diverse pijnpunten.
Ace heeft niet meer de stem die hij had. Nee, het was nooit een groots zanger, maar de Spaceman had zijn eigen kenmerkende geluid. Dat was tof. Het was gisteren nog nergens pijnlijk of triest, maar het klonk gewoon te vaak niet goed. Daarnaast was het geluid bij vlagen te rommelig. Zo klonken de drums soms wel erg amateuristisch. Of kwam dat omdat het geluid echt loeihard stond? Geen idee, maar bij Priest afgelopen zondag was het ook hard, maar klonk het nergens rommelig. En waarom nummers van KISS die hij nooit zelf heeft gezongen zoals: Love Gun, Detroit Rock City, Deuce? Tof? Misschien. Voor mij waren zijn eigen nummers uit het KISS tijdperk of vooral zijn eerste soloalbum of Anomaly ook prima geweest. Nu zijn bandleden het zingen, krijg ik toch het gevoel naar een coverband te staan luisteren.
Maar goed, Ace speelt nog altijd uitstekend gitaar, het publiek was enthousiast, de band werkte hard en ik stond zelf natuurlijk toch af en toe lekker mee te bléren bij een aantal favorieten. En Ace kreeg een verdiend applaus. Voor zijn oeuvre, voor zijn carrière, omdat hij Ace is. Maar gelet op de afnemende kwaliteit (zoals ik die gisteren heb ervaren) wordt het misschien tijd om voortaan af en toe nog eens ergens mee te jammen, een tweede boek te schrijven en een DVD'tje uit te brengen. Het was goed er bij te zijn, maar de concert top 10 van 2015 zal deze show vrees ik niet halen.
Op naar donderdag. Op naar KISS.
Rob
woensdag 10 juni 2015
Rob's Ouwe Lullen Tour deel 5: Paul McCartney - Ziggo Dome - Amsterdam
Tot nu toe het concert van het jaar; zo heb ik al over deze show op de social media lopen roeptoeteren. Ja nu een paar dagen later denk ik daar nog steeds zo over. Het was af! Het was historisch! En dat ietsiepietsie wat niet goed ging; dat vergeven we Sir Paul gewoon. Zoals gezegd: het was historisch!
Ik heb The Beatles niet meegemaakt. Ik heb ze niet ervaren. Niet ervaren wat ze losmaakten in de wereld. Hun gedrag, hun statements, hun grappen en grollen, maar vooral hun muziek; ja eigenlijk alles wat ze toen deden, was al direct legendarisch. Het waren al snel schoffies toen ze begin jaren 60 als broekies voor de leeuwen werden gegooid in de Kaiserkeller; midden in de Hamburgse hoerenbuurt. Zelf nog amper volwassen, maar ver van huis hielden ze zich staande door een bepaalde houding aan te nemen. Vervolgens werden ze in de eerste helft van de jaren zestig snel volwassen met de start van Beatlemania en groeiden het in de laatste jaren van dat decennium uit tot echte ervaren rotten. Op alle fronten. Ze waren nog geen dertig, maar geen mens ter wereld maakte John, Paul, George en Ringo toen nog iets wijs.
Het is dan ook niet zo vreemd dat Paul McCartney dat ruim 40 jaar later nog steeds en vooral nog meer uitstraalt op het podium. Hij en mensen als Jagger en Richards, maar ook een Rod Stewart, een Springsteen of een Sting. Die maak je niets meer wijs. Die laten zich niet gek maken. Zij bepalen. Met een knipoog, een kleine zwaai met de handen. Niemand die deze rasartiesten iets doet. Ik las in een recensie dat de maniertjes van Macca altijd maar weer hetzelfde zijn. Logisch! Het wijzen met de handjes, het nonchalante schouderophalen. Ook als de artiest McCartney niet op het podium staat, is dat zijn houding. Op de momenten dat hij semi-sullig vanaf een blad de zaal in het Nederlands toespreekt dan heeft hij de 17.000 mensen in de Ziggo Dome al met twee woorden voor zich gewonnen. "Goedenavond Mokum." Pats! Klaar! In één slag 3-0 voor McCartney.
Natuurlijk waren de intro's tijdens de shows in het Gelredome in 2003 en 2009 met respectievelijk Hello Goodbye (Kippenvel, McCartney met basgitaar achter een doek) en Magical Mystery Tour (door de typische 60's sound wederom kippenvel), spectaculairder. Nu kwam hij samen met zijn band gewoon het podium opgewandeld om na een kort aftellen met de Beatlesklassieker Eight Days a Week te beginnen. Maar hij stond er! En hij oogde fitter en was beter bij stem dan vooraf gedacht en misschien ook wel gevreesd. Veertig(!!) nummers in een kleine drie uur kwamen voorbij. Zonder pauze!
Nee, het was geen pure Greatest Hits show. Ja, natuurlijk waren daar Let it Be, Yesterday, Lady Madonna, The Long and Winding Road, Back in the USSR, Band on the Run, Can't Buy me Love plus de massaal meegezongen favorieten als Ob La DI Ob La Da en Hey Jude, maar er was ook voldoende ruimte voor minder grote hits en albumtracks. Vier nieuwe nummers, maar ook Lovely Rita en Being for the Benefit of Mr. Kite van het Sgt. Peppers album en minder bekend Beatleswerk uit de beginjaren zoals Another Girl en I've just seen a Face. Of de vrolijke Wingstrack Listen to what the Man Said. En wat te denken van Temporary Secretary? Een nummer uit 1980 toen McCartney experimenteerde met de opkomende elektronische muziek. Nu klinkt het als een nummer dat zo maar door een in de hemel geprezen trendy bandje uit Engeland geschreven kon zijn. Zo klonken zoveel nummers uit lang vervlogen tijden, anno 2015 nog steeds kakelvers. Tevens was er ruimte om spontaan te reageren. Toen McCartney het gevoelige Here Today - een ode aan John Lennon - startte, nam het publiek in de voorste rijen spontaan de show over door Give Peace a Chance in te zetten. 'Oh wait, there's another show going on here at the front," reageerde McCartney op ietwat grappig, hautaine wijze. Maar het publiek greep haar kans en even later klonk uit 17.000 kelen deze Lennon klassieker. En McCartney? Die tokkelde met een grote grijns op zijn smoel het nummer rustig op zijn gitaar mee.
Het was één van de vele kippenvelmomentjes tijdens deze Masterclass Popgeschiedenis. Ja zelfs bij een standaardwerkje als Hey Jude blijft het mooi om de massa op de twee ringen in de Ziggo Dome volledig los te zien gaan. Hier komen de mensen voor. Net zoals voor de grootste indoor vuurwerkshow ever tijdens Live and Let Die. Ook dat was één grote wow-ervaring. En de ervaren bijna 73-jarige lad from Liverpool weet dat. De band die McCartney begeleidt, beheerst het spelletje eveneens perfect. Niet vreemd, ze doen dit al vele jaren. Foutloos, ervaren en zich er van bewust dat het niet om hun draait, maar om slechts êên man: Sir Paul. Dat weten niet alleen zij. Dat weten de 2 x 17.000 fans in de Ziggodome, maar dat weet ook vooral McCartney zelf.
In de afgelopen 10-15 jaar was hij vaker op tournee en nam hij meer muziek op dan in de twee decennia daarvoor. Dat maakt duidelijk dat hij geniet en het leuk vindt. En dat, ja juist dat, straalde de man ook uit. En daarvoor betalen mensen als ik een stevig bedrag. Wij willen oprecht vermaakt worden door één van de grootste artiesten uit de twintigste eeuw. "Toen hij Eleanor Rigby zong, was het alsof je Bach zelf de Matthäus-Passion zag uitvoeren," zo liet columniste Sylvia Witteman eergisteren in de Volkskrant weten. En zo voelde het ook. En daarom was het historisch. Het was een avond die misschien nooit meer terugkomt en wij het voortaan met de platen moeten doen. Mijn God, wat was het goed om er bij te zijn!
"Mokum! De Mazzel!" En weg was hij! Een diepe buiging! Chapeau!
Rob
Ik heb The Beatles niet meegemaakt. Ik heb ze niet ervaren. Niet ervaren wat ze losmaakten in de wereld. Hun gedrag, hun statements, hun grappen en grollen, maar vooral hun muziek; ja eigenlijk alles wat ze toen deden, was al direct legendarisch. Het waren al snel schoffies toen ze begin jaren 60 als broekies voor de leeuwen werden gegooid in de Kaiserkeller; midden in de Hamburgse hoerenbuurt. Zelf nog amper volwassen, maar ver van huis hielden ze zich staande door een bepaalde houding aan te nemen. Vervolgens werden ze in de eerste helft van de jaren zestig snel volwassen met de start van Beatlemania en groeiden het in de laatste jaren van dat decennium uit tot echte ervaren rotten. Op alle fronten. Ze waren nog geen dertig, maar geen mens ter wereld maakte John, Paul, George en Ringo toen nog iets wijs.
Het is dan ook niet zo vreemd dat Paul McCartney dat ruim 40 jaar later nog steeds en vooral nog meer uitstraalt op het podium. Hij en mensen als Jagger en Richards, maar ook een Rod Stewart, een Springsteen of een Sting. Die maak je niets meer wijs. Die laten zich niet gek maken. Zij bepalen. Met een knipoog, een kleine zwaai met de handen. Niemand die deze rasartiesten iets doet. Ik las in een recensie dat de maniertjes van Macca altijd maar weer hetzelfde zijn. Logisch! Het wijzen met de handjes, het nonchalante schouderophalen. Ook als de artiest McCartney niet op het podium staat, is dat zijn houding. Op de momenten dat hij semi-sullig vanaf een blad de zaal in het Nederlands toespreekt dan heeft hij de 17.000 mensen in de Ziggo Dome al met twee woorden voor zich gewonnen. "Goedenavond Mokum." Pats! Klaar! In één slag 3-0 voor McCartney.
Natuurlijk waren de intro's tijdens de shows in het Gelredome in 2003 en 2009 met respectievelijk Hello Goodbye (Kippenvel, McCartney met basgitaar achter een doek) en Magical Mystery Tour (door de typische 60's sound wederom kippenvel), spectaculairder. Nu kwam hij samen met zijn band gewoon het podium opgewandeld om na een kort aftellen met de Beatlesklassieker Eight Days a Week te beginnen. Maar hij stond er! En hij oogde fitter en was beter bij stem dan vooraf gedacht en misschien ook wel gevreesd. Veertig(!!) nummers in een kleine drie uur kwamen voorbij. Zonder pauze!
Nee, het was geen pure Greatest Hits show. Ja, natuurlijk waren daar Let it Be, Yesterday, Lady Madonna, The Long and Winding Road, Back in the USSR, Band on the Run, Can't Buy me Love plus de massaal meegezongen favorieten als Ob La DI Ob La Da en Hey Jude, maar er was ook voldoende ruimte voor minder grote hits en albumtracks. Vier nieuwe nummers, maar ook Lovely Rita en Being for the Benefit of Mr. Kite van het Sgt. Peppers album en minder bekend Beatleswerk uit de beginjaren zoals Another Girl en I've just seen a Face. Of de vrolijke Wingstrack Listen to what the Man Said. En wat te denken van Temporary Secretary? Een nummer uit 1980 toen McCartney experimenteerde met de opkomende elektronische muziek. Nu klinkt het als een nummer dat zo maar door een in de hemel geprezen trendy bandje uit Engeland geschreven kon zijn. Zo klonken zoveel nummers uit lang vervlogen tijden, anno 2015 nog steeds kakelvers. Tevens was er ruimte om spontaan te reageren. Toen McCartney het gevoelige Here Today - een ode aan John Lennon - startte, nam het publiek in de voorste rijen spontaan de show over door Give Peace a Chance in te zetten. 'Oh wait, there's another show going on here at the front," reageerde McCartney op ietwat grappig, hautaine wijze. Maar het publiek greep haar kans en even later klonk uit 17.000 kelen deze Lennon klassieker. En McCartney? Die tokkelde met een grote grijns op zijn smoel het nummer rustig op zijn gitaar mee.
Het was één van de vele kippenvelmomentjes tijdens deze Masterclass Popgeschiedenis. Ja zelfs bij een standaardwerkje als Hey Jude blijft het mooi om de massa op de twee ringen in de Ziggo Dome volledig los te zien gaan. Hier komen de mensen voor. Net zoals voor de grootste indoor vuurwerkshow ever tijdens Live and Let Die. Ook dat was één grote wow-ervaring. En de ervaren bijna 73-jarige lad from Liverpool weet dat. De band die McCartney begeleidt, beheerst het spelletje eveneens perfect. Niet vreemd, ze doen dit al vele jaren. Foutloos, ervaren en zich er van bewust dat het niet om hun draait, maar om slechts êên man: Sir Paul. Dat weten niet alleen zij. Dat weten de 2 x 17.000 fans in de Ziggodome, maar dat weet ook vooral McCartney zelf.
In de afgelopen 10-15 jaar was hij vaker op tournee en nam hij meer muziek op dan in de twee decennia daarvoor. Dat maakt duidelijk dat hij geniet en het leuk vindt. En dat, ja juist dat, straalde de man ook uit. En daarvoor betalen mensen als ik een stevig bedrag. Wij willen oprecht vermaakt worden door één van de grootste artiesten uit de twintigste eeuw. "Toen hij Eleanor Rigby zong, was het alsof je Bach zelf de Matthäus-Passion zag uitvoeren," zo liet columniste Sylvia Witteman eergisteren in de Volkskrant weten. En zo voelde het ook. En daarom was het historisch. Het was een avond die misschien nooit meer terugkomt en wij het voortaan met de platen moeten doen. Mijn God, wat was het goed om er bij te zijn!
"Mokum! De Mazzel!" En weg was hij! Een diepe buiging! Chapeau!
Rob
-
(The Beatles song)
-
-
(The Beatles song)
-
(Wings song)
-
-
(Wings song) (with "Foxy Lady" outro)
-
(The Beatles song)
-
-
(Wings song)
-
(The Beatles song)
-
-
(The Beatles song)
-
(The Beatles song)
-
-
-
(The Beatles song)
-
(The Beatles song)
-
(Preceded by 'Give Peace a Chance' snippet)
-
-
-
(The Beatles song)
-
(The Beatles song)
-
(The Beatles song)
-
(The Beatles song)
-
(The Beatles song)
-
(The Beatles song)
-
(The Beatles song)
-
(Wings song)
-
(The Beatles song)
-
(The Beatles song)
-
(Wings song)
-
(The Beatles song)
- Encore:
-
(The Beatles song)
-
(Wings song)
-
(The Beatles song)
- Encore 2:
-
(The Beatles song)
-
(The Beatles song)
-
(The Beatles song)
-
(The Beatles song)
-
(The Beatles song)
-
Abonneren op:
Posts (Atom)