maandag 22 december 2014

Het mooiste kerstgeschenk ooit

Het is zover! Daar was aan het einde van de middag dat verlossende telefoontje. Moeder mag weg uit de hel en komt volgende week dinsdag 30 december terug naar haar eigen stad en omgeving. Op een plek waar ze thuis hoort. Ik overdrijf niet als ik zeg dat dit het mooiste kerstgeschenk is dat ik ooit heb gekregen.

Nee, ik heb niet de illusie dat ze nu in het Walhalla komt en dat voortaan alles jolijtig wordt. Ze is ziek en in dat proces zit geen verbetering. Maar wat wij (en zeker zij) in de afgelopen tien maanden hebben moeten doorstaan was onbeschrijfelijk. Te slecht en bizar voor woorden. Zoals eerder hier aangegeven: mijn respect voor het lieve mens is in de afgelopen maanden alleen maar gegroeid; want wat hield ze zich vaak sterk. Het was ruim tien maanden lang een rit door de hel. De hel waar Satan zelf regeerde en hij vele families het leven zuur maakt. Zijn handlangers houden hem de handen boven het hoofd. Ja, de hel! Dat was het. Met alle ingrediënten. "Truth is stranger than fiction," zingt Mick Jagger in het Rolling Stones nummer Too Much Blood. Dat kan ik inmiddels alleen maar beamen. We waanden ons bijna het hele jaar in een slechte soap, een dramaserie en een klucht.

Vaak geven mensen af op verhaallijnen in series. Overdreven! Dat kan niet! Onmogelijk! Zoiets maakt niemand mee. Maar inmiddels weet ik: het kan allemaal. Het was een achtbaan. Van hoop naar wanhoop en weer terug. We doorstonden kwellingen, cynisme en mensonterende situaties. Vaak heb ik gedacht: wat komt er nu weer? Zelfs vandaag nog. Vanmorgen was er al het eerste sprankje hoop. We wisten dat er twee plekken waren vrijgekomen op de plek waar moeder naar toe gaat. Een aantal telefoontjes later was de hoop alweer bijna verdwenen. Zaken liepen toch weer net iets anders dan vooraf geschetst. Er kwam geen reactie vanuit de plek waar een reactie moest komen. Iemand zou na vandaag zijn handen van deze zaak aftrekken. "Als het deze week niet lukt, komt het ook echt niet meer goed," zo dachten zowel mijn broer als ikzelf. Door maar te blijven knokken en druk op de ketel te houden, zijn we nu toch in onze missie geslaagd.

Moet ik dit verhaal hier delen? Snappen anderen onze blijdschap? Moeder gaat nu naar een plek waar  eigenlijk niemand graag naar toe wil (een verpleeghuis) en toch zijn we blij. Dat kan alleen iemand zich beseffen die ook in de hel is geweest. Net op weg terug naar huis, sprak ik een man wiens vrouw ook op die plek verblijft. "Niemand begrijpt mij," zei hij. We wisselden ervaringen uit en konden zelfs af en toe lachen. Maar we begrepen elkaars verhalen. Een arts noemde het zelf al de meest vreselijke plek waar een mens kan zijn. Dat zegt voldoende. Verleden week zag ik nog een vrouw de afdeling op lopen waar haar man verbleef. Ze sloeg haar handen voor het gezicht, liet haar hoofd zakken en rende huilend weg. Een triest beeld, dat ik nu nog dagelijks voor me zie, maar ik begreep die reactie.

Wat deed onze moeder er dan? We hebben het onszelf ruim tien maanden lang afgevraagd. Ze ging voor een paar weken ter observatie. Het werden ruim tien maanden. Bijna het hele kalenderjaar 2014. Van 13 februari (de dag van haar verjaardag) tot volgende week, de één na laatste dag van het jaar. "Ik zie het al," zo zei een verpleger op de dag dat zij er binnen kwam. "Deze mevrouw is veel te goed voor hier." Toch kregen we haar daar niet weg. Ze ging juist daar in recordtempo achteruit. De behandeling werd psychische mishandeling. Hoe langer ze daar verbleef, hoe meer wij die term  gebruikten.  Niet alleen die ellende van de ziekte kregen we over ons heen. We kregen Satan en zijn handlangers er gratis bij. "Je kunt er een boek over schrijven," zeggen mensen dan vaak. Mijn broer is inmiddels dan ook begonnen met het schrijven. Laat het een soort gids worden voor iedereen die in deze situatie terecht komt. Geen mens die families goed informeert. Ja, er komt informatie, maar het klopt vaak niet. Als iemand al iets vertelt is het tegenstrijdig met de woorden en beweringen van een ander. Op het moment dat wij te kritisch werden, kregen we te maken met leugens, intimidatie, agressie en bedreiging van een arts. Ja, het kan allemaal.

Nu is het voorbij. Nog een week. Maar die zingen we wel uit. Daarna gaan mijn broer en ik nog eens keet schoppen in de hel want Satan verdient het gestraft te worden. In het belang van andere mensen die nog naar die vreselijke plek toe moeten. Hij treiterde niet alleen ons, ook diverse andere families kregen te maken met deze vreselijke man en zijn volgers. Dat mag niet zomaar ongestraft blijven. En wij? Wij kunnen ons leven weer oppakken.

Ter afsluiting: vanmorgen opende ik mijn ogen weer eens op een onmenselijk tijdstip. Ergens voor 5 uur in de vroege ochtend. Gelukkig dutte ik even later toch weer in. En toen daar was die droom, dat visioen. Ik nam een aantal hindernissen, rare hindernissen zoals die alleen in dromen voorkomen en zag mijn broer van een roltrap afkomen. Hij stond met zijn armen omhoog; in juichstemming. Ik pakte de roltrap ernaast, gleed omhoog en schreeuwde: "Wat is er?" Zijn antwoord: "Ze mag weg. Volgende week mag ze weg." Ik kon het niet geloven en wilde meer weten. Toen werd ik wakker en in mijn hoofd klonk slechts één vraag: was dit een voorbode voor een boodschap die we vandaag zouden krijgen? Het antwoord staat hierboven!

Rob

Geen opmerkingen:

Een reactie posten