Met het gezin zochten we op kerstavond de vaste plekken aan de zijkant van het altaar op. Daar waren wij elk jaar te vinden, maar ook vrienden van de lagere school met hun ouders en andere 'vaste gasten'. De sfeer was mooi, maar zoals gezegd kleurde ik soms ook blauw van het lachen. Zeker op een plek als deze waar stilte, rust en eerbied gewenst was, kon elke woordspeling voldoende zijn om in je broek te pissen van het lachen. Nee, we hebben ons nooit misdragen, maar iedere zoveelste uitvoering van Vadertje Panov gaf alle reden om vooraf je gezicht volledig in de sjaal te bedekken. Lachbuien waren een zekerheidje. Het zorgde er wel voor dat we altijd met plezier naar de familiemis gingen. Kerst was gaaf en gezellig en er was geen betere start mogelijk dan in de Martinuskerk. Inmiddels is deze musical al vele jaren van het programma gehaald, maar er gaat geen kerstavond voorbij dat ik niet aan Vadertje Panov denk. En telkens met een lach.
Goed, die toren dus. De klim was 'a piece of cake' met uitzondering van de ladder op de laatste meters. Daar ben ik geen liefhebber van. Uiteindelijk had ik geen spijt van deze klim. Wie zijn eigen stad van bovenaf bekijkt, krijgt een heel ander beeld van wegen en gebouwen. Het is een continu zoekplaatje naar herkenningspunten. Wat ver weg is, lijkt plots heel dichtbij. En wat dichtbij is, lijkt ineens zo ver weg. Het drukke stadsleven raasde 45 meter lager aan mij voorbij. De beiaardier speelde de bekendste kerstmelodieën en ik dacht met een lach weer aan Vadertje Panov, maar ook aan mijn geweldige ouders. Kerst kon eigenlijk nooit beter beginnen dan in de Martinuskerk en daarna thuis met het gezin.
Tijdens de korte pauzes tussen de nummers door beantwoordde de beiaardier mijn vragen. "Voldoende goede quotes om in het artikel te gebruiken," zo schoot het door mijn hoofd. "He, die uitspraak wordt de kop van het artikel," dacht ik even later. Soms leek hij perfect aan te voelen wat ik wilde horen. Het uur dat Siebers speelde was relatief snel voorbij, nog sneller daalden we al weer af. Eigenlijk had ik uren door alle vier de openingen willen turen om vanuit deze bijzondere plek mijn stad in mij op te nemen. Daarvoor was helaas te weinig tijd. Ik keek naar fietsers, voetgangers en miniatuurauto's. Gebouwen leken van boven heel anders, ja zelfs onherkenbaar. Op 45 meter hoogte zag ik de achterzijde van vele woningen uit mijn eigen omgeving. De plek waar ik opgroeide en eigenlijk nog steeds woon. Nog even snel zoeken naar mijn huidige woning aan de voet van de kerk. Ja, daar achter het groene torentje van de Sint Joriskerk. Daarna was het tijd om echt weer alle 207 treden af te dalen, inclusief dat rotladdertje. "Ik zet even het geluidsapparatuur uit," zo zei de beiaardier tijdens de afdaling. Hij betrad het bordes aan de achterzijde van de kerk. Ik liep even mee en kreeg van boven in die kerk een ander beeld op het hoogkoor. Dat hoogkoor waar zo vaak Vadertje Panov gespeeld was. Met een grote glimlach betrad ik de laatste treden. Bij het naar buiten lopen zag ik decoraties uit lang vervlogen tijden. "Deze kerk hoort eigenlijk bij mijn leven," zo gonsde het door mijn hoofd. "En eigenlijk weet ik er te weinig van af." Gelukkig biedt dit project mij de gelegenheid om dieper in de geschiedenis van dit pareltje uit de binnenstad te duiken. De gesprekken en onderzoeken die nog volgen, vormen een welkome aanvulling. Het resultaat is binnenkort op Venloos Verleden - Verteld & Verbeeld te lezen.
Rob
Geen opmerkingen:
Een reactie posten