Robert Petrus
Hermanus Johannes Buchholz. Dat is mijn naam. Vier doopnamen. Nee, niet
alledaags, maar dat heeft een reden. Het begin mag duidelijk zijn: Robert.
Daarom ga ik als Rob door het leven. Die laatste doopnaam is afkomstig van mijn
peettante en oma: Johanna Buchholz-Mallant. Kortweg Anna. De tweede naam
dank ik aan mijn peetoom, Piet Giesberts; de oudste broer van mijn moeder. Daar
tussen in staat Hermanus, de naam van opa Giesberts.
Eigenlijk had
hij, de vader van mijn moeder, mijn peetoom moeten worden. Helaas kwam hij een aantal weken voor mijn geboorte te overlijden. De opa die ik dus nooit
gekend heb, besloot op een mooie decemberdag een stukje te gaan fietsen. Bij De
Berckt in Baarlo keek hij naar een passerende militaire colonne, wilde daarna
de weg oversteken… en toen was het voorbij. Aan de gevolgen van dat ernstig ongeluk kwam hij een aantal dagen later te overlijden. Het schijnt dat mijn zwangere moeder hem niets
eens meer heeft mogen zien. De exacte omstandigheden van het ongeluk ken ik
niet. Keek hij niet goed uit? Reed die auto te hard? Ik weet het niet. Het ware
verhaal is ons als kleinkinderen lange tijd niet verteld. Want een paar weken
later – tijdens de nacht van oud op nieuw – besloot zijn vrouw, mijn oma, een
einde aan haar leven te maken. Verdronk zichzelf in de Maas. Kapot van
verdriet. Twee drama's die misschien wel nooit goed verwerkt zijn door de kinderen. Ik heb wel eens bij die plek in Baarlo gestaan, wilde dat ik Marti McFly was. Dan had ik mijn opa even een vraag gesteld voordat hij besloot over te steken, zodat hij en die bewuste auto elkaar niet gekruist hadden. En dan weer terug naar de toekomst. Waren veel zaken dan anders gelopen in het leven van de zes kinderen, hun partners en kleinkinderen? Direct toen en in de decennia die nog volgden? Of was veel gelopen zoals het nu ook is verlopen?
De gebeurtenissen veranderden in het grote familiegeheim. Jarenlang kende ik, mijn broer (en misschien ook wel een aantal neven en nichten) geen ander verhaal dan dat opa en oma
bij een auto-ongeluk waren overleden. Opa direct, oma even later. Pas veel
later - toen ik ergens ver in de twintig was - hoorde ik de harde waarheid. Een waarheid die mij toen niet zoveel deed. Ik had die opa en oma nooit gekend. Nu heb ik steeds meer behoefte om de waarheid te horen en raakt het verhaal mij steeds meer.
Hermanus bleef dus staan in mijn serie namen.
Terecht en begrijpelijk, maar Oom Piet uit Apeldoorn kreeg dus de rol van
peetoom. Het gebeurde allemaal in de laatste weken voor mijn geboorte.
Welke invloed dit op mijn moeder had, weet ik niet precies. Vooral omdat er
nooit over gesproken werd. Lange tijd niet. Een aantal jaren geleden vroeg ik
het haar. In de keuken van wat nu eigenlijk nog haar appartement is. Ik was
voorbereid om een stortvloed aan onverwerkt verdriet over mij heen te krijgen,
maar ze reageerde rustig. Niet dat ze in details trad, maar er werd een tipje
van de sluier opgelicht. Ze reageerde vriendelijk, vertelde kort iets over die
vreselijke weken voor mijn geboorte, gaf me een moederlijke glimlach, legde een
hand op mijn arm, liep naar de woonkamer en begon weer over de waan van de dag.
De rest komt nog wel een keer, dacht ik toen. Verleden jaar wilde ik haar meenemen
naar het centrum van Blerick. Samen rondlopen en haar alles laten vertellen. Over
haar jeugd, haar ouders, het gezin, Zaal Tivoli (waar haar ouders tijdelijk
uitbaters van waren) en alle andere verhalen. Misschien waren we ook wel naar
die rampzalige plek bij de Maas gelopen. De plek waar haar moeder het water was ingelopen. Het kwam er niet van. Nu heb ik daar spijt van.
Ze is niet meer in staat het verhaal te vertellen. Wij als nieuwe generatie willen alles weten en zwijgen er niet meer over. Het is lang geleden gebeurd.
Het dopen: de blauwe kleur is verdwenen |
Goed, onder
die minder vrolijke omstandigheden kwam ik op de wereld en loop daarom rond met vier doopnamen.
Na de geboorte van mijn broer had mijn moeder lange tijd de wens van het
perfecte gezin voor ogen en zou koter nummer twee een meisje moeten worden. De
naam was ook al verzonnen: Patricia. Helaas voor haar had ik een piemeltje en
werd het dus Rob. Ongewenst was ik op die eerste dag. “Die is niet van mij,” schijnt
mijn moeder geroepen te hebben bij de eerste aanblik naar haar tweede zoon.
Volgens de verhalen was ik helemaal blauw en had een dikke neus. Net een smurf.
Lekkere binnenkomer op deze wereld dus. Maar Rob was geboren en ik kreeg
een liefdevolle opvoeding.
Over de
achternaam Buchholz valt ook een en ander te vertellen. Dat deze afkomstig is
uit Duitsland zal niemand vreemd in de oren klinken. Mijn vader is ooit met een
neef op onderzoek gegaan; een stamboomonderzoek. Erg ver is het nooit gekomen.
Mij staat bij dat het ergens teruggaat tot in de buurten van Keulen. Brühl om
precies te zijn. Het plaatsje waar ook Fantasialand is gevestigd. Mijn broer is
overtuigd gehoord te hebben dat we afkomstig zijn uit de contreien van Aken. Ik gun hem het
voordeel van de twijfel. In welk tijdperk de Buchholzen de grens naar Nederland
zijn overgetrokken, weet ik niet. Het staat in ieder geval op mijn Bucketlist
om zelf een stamboom onderzoek te gaan doen. Zowel bij de familie Giesberts als aan de
kant van mijn vader.
Buchholz kom je
over de hele wereld tegen, vooral in Duitsland en de Verenigde Staten. Hier in de omgeving
zijn er niet veel meer. Er is ook een familietak met een T: Buchholtz dus. Ik
ken ze eigenlijk niet, maar het is wel familie. Ooit stond een neef van mijn
opa of overgrootvader bij de burgerlijke stand om de geboorte van zijn zoon op
te geven. Hij had een slok te veel op, was niet nauwkeurig of de ambtenaar
schreef slordig, maar op die dag kreeg de nieuwe familietelg de naam Buchholtz
met een T. Fouten die een eeuw geleden wel vaker werden gemaakt en nooit meer
veranderd zijn. Maar zo zijn er dus twee soorten Buchholzen in deze streek. Wat
de goede of slechte tak is; daar laat ik mij niet over uit. Het is in ieder
geval een naam die ik – in verband met mijn werk - bijna dagelijks moet
spellen. Bee Uu Cee dubbel H van Hendrik (anders verstaan ze dubbel A), Oo, El,
Zet. “Wat een aparte naam,” hoor ik vaak mensen van boven de rivieren zeggen.
Ja, dat is het ook. Maar het is toevallig wel mijn naam.
En Rob? Daarmee
mag iedereen mee aanspreken. Nee, liever geen mijnheer Buchholz (ik kan er maar
niet aan wennen) of oom Rob. Mijn bedrijfje heet Rob – Press & Publicity
(Sorry origineler kon ik het niet maken), op mijn deurbel staat dus gewoon Rob;
verder niets. In twee van mijn blogs zit die naam verwerkt. Rob. Dat is mijn naam. Klaar!
Rob
Geen opmerkingen:
Een reactie posten