dinsdag 9 december 2014

Mijn naam is….

Robert Petrus Hermanus Johannes Buchholz. Dat is mijn naam. Vier doopnamen. Nee, niet alledaags, maar dat heeft een reden. Het begin mag duidelijk zijn: Robert. Daarom ga ik als Rob door het leven. Die laatste doopnaam is afkomstig van mijn peettante en oma: Johanna Buchholz-Mallant. Kortweg Anna. De tweede naam dank ik aan mijn peetoom, Piet Giesberts; de oudste broer van mijn moeder. Daar tussen in staat Hermanus, de naam van opa Giesberts.

Eigenlijk had hij, de vader van mijn moeder, mijn peetoom moeten worden. Helaas kwam hij een aantal weken voor mijn geboorte te overlijden. De opa die ik dus nooit gekend heb, besloot op een mooie decemberdag een stukje te gaan fietsen. Bij De Berckt in Baarlo keek hij naar een passerende militaire colonne, wilde daarna de weg oversteken… en toen was het voorbij. Aan de gevolgen van dat ernstig ongeluk kwam hij een aantal dagen later te overlijden. Het schijnt dat mijn zwangere moeder hem niets eens meer heeft mogen zien. De exacte omstandigheden van het ongeluk ken ik niet. Keek hij niet goed uit? Reed die auto te hard? Ik weet het niet. Het ware verhaal is ons als kleinkinderen lange tijd niet verteld. Want een paar weken later – tijdens de nacht van oud op nieuw – besloot zijn vrouw, mijn oma, een einde aan haar leven te maken. Verdronk zichzelf in de Maas. Kapot van verdriet. Twee drama's die misschien wel nooit goed verwerkt zijn door de kinderen. Ik heb wel eens bij die plek in Baarlo gestaan, wilde dat ik Marti McFly was. Dan had ik mijn opa even een vraag gesteld voordat hij besloot over te steken, zodat hij en die bewuste auto elkaar niet gekruist hadden. En dan weer terug naar de toekomst. Waren veel zaken dan anders gelopen in het leven van de zes kinderen, hun partners en kleinkinderen? Direct toen en in de decennia die nog volgden? Of was veel gelopen zoals het nu ook is verlopen?

De gebeurtenissen veranderden in het grote familiegeheim. Jarenlang kende ik, mijn broer (en misschien ook wel een aantal neven en nichten) geen ander verhaal dan dat opa en oma bij een auto-ongeluk waren overleden. Opa direct, oma even later. Pas veel later - toen ik ergens ver in de twintig was - hoorde ik de harde waarheid. Een waarheid die mij toen niet zoveel deed. Ik had die opa en oma nooit gekend. Nu heb ik steeds meer behoefte om de waarheid te horen en raakt het verhaal mij steeds meer.

Hermanus bleef dus staan in mijn serie namen. Terecht en begrijpelijk, maar Oom Piet uit Apeldoorn kreeg dus de rol van peetoom. Het gebeurde allemaal in de laatste weken voor mijn geboorte. Welke invloed dit op mijn moeder had, weet ik niet precies. Vooral omdat er nooit over gesproken werd. Lange tijd niet. Een aantal jaren geleden vroeg ik het haar. In de keuken van wat nu eigenlijk nog haar appartement is. Ik was voorbereid om een stortvloed aan onverwerkt verdriet over mij heen te krijgen, maar ze reageerde rustig. Niet dat ze in details trad, maar er werd een tipje van de sluier opgelicht. Ze reageerde vriendelijk, vertelde kort iets over die vreselijke weken voor mijn geboorte, gaf me een moederlijke glimlach, legde een hand op mijn arm, liep naar de woonkamer en begon weer over de waan van de dag. De rest komt nog wel een keer, dacht ik toen. Verleden jaar wilde ik haar meenemen naar het centrum van Blerick. Samen rondlopen en haar alles laten vertellen. Over haar jeugd, haar ouders, het gezin, Zaal Tivoli (waar haar ouders tijdelijk uitbaters van waren) en alle andere verhalen. Misschien waren we ook wel naar die rampzalige plek bij de Maas gelopen. De plek waar haar moeder het water was ingelopen. Het kwam er niet van. Nu heb ik daar spijt van. Ze is niet meer in staat het verhaal te vertellen. Wij als nieuwe generatie willen alles weten en zwijgen er niet meer over. Het is lang geleden gebeurd.

Het dopen: de blauwe kleur is verdwenen
Goed, onder die minder vrolijke omstandigheden kwam ik op de wereld en loop daarom rond met vier doopnamen. Na de geboorte van mijn broer had mijn moeder lange tijd de wens van het perfecte gezin voor ogen en zou koter nummer twee een meisje moeten worden. De naam was ook al verzonnen: Patricia. Helaas voor haar had ik een piemeltje en werd het dus Rob. Ongewenst was ik op die eerste dag. “Die is niet van mij,” schijnt mijn moeder geroepen te hebben bij de eerste aanblik naar haar tweede zoon. Volgens de verhalen was ik helemaal blauw en had een dikke neus. Net een smurf. Lekkere binnenkomer op deze wereld dus. Maar Rob was geboren en ik kreeg een liefdevolle opvoeding.

Over de achternaam Buchholz valt ook een en ander te vertellen. Dat deze afkomstig is uit Duitsland zal niemand vreemd in de oren klinken. Mijn vader is ooit met een neef op onderzoek gegaan; een stamboomonderzoek. Erg ver is het nooit gekomen. Mij staat bij dat het ergens teruggaat tot in de buurten van Keulen. Brühl om precies te zijn. Het plaatsje waar ook Fantasialand is gevestigd. Mijn broer is overtuigd gehoord te hebben dat we afkomstig zijn uit de contreien van Aken. Ik gun hem het voordeel van de twijfel. In welk tijdperk de Buchholzen de grens naar Nederland zijn overgetrokken, weet ik niet. Het staat in ieder geval op mijn Bucketlist om zelf een stamboom onderzoek te gaan doen. Zowel bij de familie Giesberts als aan de kant van mijn vader.

Buchholz kom je over de hele wereld tegen, vooral in Duitsland en de Verenigde Staten. Hier in de omgeving zijn er niet veel meer. Er is ook een familietak met een T: Buchholtz dus. Ik ken ze eigenlijk niet, maar het is wel familie. Ooit stond een neef van mijn opa of overgrootvader bij de burgerlijke stand om de geboorte van zijn zoon op te geven. Hij had een slok te veel op, was niet nauwkeurig of de ambtenaar schreef slordig, maar op die dag kreeg de nieuwe familietelg de naam Buchholtz met een T. Fouten die een eeuw geleden wel vaker werden gemaakt en nooit meer veranderd zijn. Maar zo zijn er dus twee soorten Buchholzen in deze streek. Wat de goede of slechte tak is; daar laat ik mij niet over uit. Het is in ieder geval een naam die ik – in verband met mijn werk - bijna dagelijks moet spellen. Bee Uu Cee dubbel H van Hendrik (anders verstaan ze dubbel A), Oo, El, Zet. “Wat een aparte naam,” hoor ik vaak mensen van boven de rivieren zeggen. Ja, dat is het ook. Maar het is toevallig wel mijn naam.





En Rob? Daarmee mag iedereen mee aanspreken. Nee, liever geen mijnheer Buchholz (ik kan er maar niet aan wennen) of oom Rob. Mijn bedrijfje heet Rob – Press & Publicity (Sorry origineler kon ik het niet maken), op mijn deurbel staat dus gewoon Rob; verder niets. In twee van mijn blogs zit die naam verwerkt. Rob. Dat is mijn naam. Klaar!

Rob

Geen opmerkingen:

Een reactie posten