Op de site Krag.nu was recentelijk een blog te lezen over de nostalgische gevoelens van één van de redactieleden van deze Venlose website. Deze blogger kijkt terug op de jaren 80 toen zij opgroeide in de volkswijk Genooi. Een speciale passage uit haar verhaal viel mij op. Hoe zij met andere kinderen uit de buurt smachtend bij de hekken van kopieergigant Océ zat te wachten tot ze een aantal vellen gekleurd papier kregen. "Dan waren we in de kinderhemel."
Het stukje tekst deed mij mijmerend terugdenken aan de eigen kinderjaren. Ook wij - de kinderen van Venlo Centrum - waren verguld met eenvoudige spulletjes. Geen computergames, mobieltjes, tablets vol spelletjes en chatfunctie. Nee, wij zochten het vooral buiten in onze buurt. De Jodenstraat, Kwartelenmarkt, Hoogstraat, Gildenstraat en nog een aantal min of meer verborgen steegjes behoorden tot ons domein. Waar ze in Genooi dus blij werden van gekleurd papier daar brachten wij een bezoek aan de kelder van Bartels Behang & Verf op de Beekstraat; het pand waar nu Sporthuis Olympia is gevestigd. Daar stond een echte electrische cirkelzaag. Het afval was voor ons. Die simpele blokjes hout stonden garant voor urenlang speelplezier. Wat we er mee deden? Geen flauw idee. Iets bouwen? Het had in ieder geval een functie en het prikkelde onze fantasie. Ook zoiets: blokjes van stomerij Palthe. Een heel ander soort blokjes dan die van Bartels natuurlijk. De mensen die kleding brachten naar de stomerij kregen een nummertje mee. Nummertjes afkomstig van kartonnen blokjes in diverse kleuren. Het bovenste stuk van het blokje bevatten ook dat nummer, maar werden door Palthe niet gebruikt/afgescheurd. Die waren dus voor ons.Wat we daar mee deden? Ik heb ook hier echt geen idee. Misschien als kaartjes gebruiken, maar dan voor een gefantaseerde treinreis. Het zou zomaar kunnen. Maar lol hadden we. Dankzij het hout van Bartels en de blokjes van Palthe.
Op een dag stond er plots midden op een braakliggend terrein hoek Jodenstraat/Heilige Geeststraat - waar nu Sticks en Strings plus appartementencomplex is gevestigd - een oude eend; ook wel bekend als Citroën Deux Chevaux. Niemand wist hoe deze auto daar kwam. Niemand wist van wie het lelijke eendje was geweest. Het interesseerde ons niet. Als jonge wolven doken alle kinderen uit de buurt op én in deze eend. Om beurten achter het stuur en iedereen had pret voor tien. Tot een heer op leeftijd uit de buurt zich stoorde aan het getetter van die vele kinderstemmetjes en de politie sommeerde het gevaarte te verwijderen. De teleurstelling was groot toen de 2CV ook echt was verdwenen.
Ja voor kinderen uit de binnenstad was er altijd wel iets te beleven. Aquariums en vissen kijken bij de Discus. Konijntjes aaien bij Schell. De fopspulletjes bij Geer van der Veer. Op iets latere leeftijd veranderde de speelse bezigheden in het bekijken van platenhoezen bij Rambam, V&D of Dom van de Berg, maar ook gluren naar meisjes door het open raam in de kelder van de balletstudio. Of Duitsers voor één D-Mark naar een parkeerplek leiden. Als de opbrengst twee Deutsche Marken betrof, vonden we onszelf al stinkend rijk. Nee, in de stad was het nooit vervelend. Over potjes voetbal en andere buitenspellen heb ik het dan nog niet eens gehad. Het was goed om groot te worden in het centrum van Venlo. Een plek vol zelfstandige winkeliers die bijna allemaal met hun gezin boven de eigen winkel woonden. Er was sfeer en saamhorigheid. Het was een paradijs voor kinderen. En zo ervaar ik het nog steeds.
Rob
Geen opmerkingen:
Een reactie posten